Wortschatz B1 Flashcards
(70 cards)
1
Q
Der Angreifer
A
de aanvaller
2
Q
der Anssprechpartner
A
de contactpersoon
3
Q
die arbeitslosigkeit
A
de werkloosheid
4
Q
die arbeitsvermittlung
A
het arbeidsbureau
5
Q
der arbeitsagentur
A
het uizendbureau
6
Q
der aufenthalt
A
het verblijf
7
Q
die aufnahme
A
de opname
8
Q
der aufschwung
A
de bloei
9
Q
der bauarbeiter
A
de bouwvakker
10
Q
der bedarf
A
de behoefte
11
Q
der betrieb
A
het bedrijf
12
Q
die beute
A
de buit
13
Q
der bewerber
A
de sollicitant
14
Q
die binnennachfrage
A
de binnenlandse vraag
15
Q
der Briefträger(in)
A
de postbode
16
Q
die chance
A
de kans
17
Q
die fähigkeit
A
de vaardigheid
18
Q
der fels
A
de rots
19
Q
der geschäftsführer
A
de bedrijfsleider
20
Q
der grund
A
de reden
21
Q
die innenstadt
A
de binnenstad
22
Q
der kasten
A
de krat
23
Q
die kinderbetreuung
A
de kinderopvang
24
Q
der kumpel
A
het maatje
25
die lage
de situatie
26
die lokalzeitung
de lokale krant
27
der mut
de moed
28
das nachbarland
het buurland
29
die nachhilfe
de bijles
30
der nachzügler
de achterblijver
31
das opfer
het slachtoffer
32
der pendler
de pendelaar
33
die reform
de hervorming
34
die schätzung
de schatting
35
der schutz
de bescherming
36
ähnlich
zoals
37
andernfalls
anders
38
anfänglich
aanvankelijk
39
ankurbeln
aanzwengelen
40
anschließend
aansluitend
41
ansonsten
voor de rest
42
ausbilden
opleiden
43
auskommen
rondkomen
44
auslösen
veroorzaken
45
ausnutzen
benutten
46
ausreichend
voldoende
47
bemängeln
een gebrek in iets zien
48
bereits
al
49
bisher
tot nu toe
50
einstellen
aannemen
51
entwischen
ontglippen
52
erblicken
aanschouwen
53
erfolgen
gebeurd
54
erleben
beleven
55
fehlend
ontbrekend
56
flüssig
vloeiend
57
gestalten
vorm geven
58
gleichzeitig
tegelijkertijd
59
gucken
kijken
60
händeringend
handenwringend
61
häufig
vaak
62
handwerklich
goed met de handen kunnen werken
63
hinweisen
verwijzen naar
64
ignorieren
negeren
65
je ... desto ...
hoe ... des te ...
66
jederzeit
te allen tijde
67
jedoch
echter
68
keineswegs
in geen geval
69
knapp
krap(pe)
70
kürzlich
recent