Zekerheden I - arresten Flashcards
(7 cards)
De Hoge Raad sanctioneert de verzamelpandakte. Enige onduideijkheid bestond nog over of ook de volmacht geregistreerd zou moeten worden. Dat zou wel vereist zijn om met enige mate van zekerheid vast te stellen dat en vanaf welke datum een kredietnemer een volmacht heeft gegeven, zodat vanaf die datum de verzamelpandakte ook jegens hem als pandakte heeft te gelden. Uit het latere HR 2 februari 2013, NJ 2013/156 (Van Leuveren q.q./ING) blijkt echter dat registratie van de volmacht niet vereist is.
HR 3 februari 2012, NJ 2012/261 (Dix q.q./ING)
Partijen kunnen een contractueel overdraagbaarheids- of verpandingsverbod goederenrechtelijke werking geven. Zie ook HR 17 januari 2003, NJ 2004/281 (Oryx/Van Eesteren).
Een dergelijk beding moet naar objectieve maatstaven worden uitgelegd, met inachtneming van de Haviltex-maatstaf. Als uitgangspunt geldt dat het beding slechts verbintenisrechtelijke werking heeft. Dat geldt dus tenzij uit de, naar objectieve maatstaven uit te leggen, formulering van het beding volgt dat goederenrechtelijke werking is beoogd.
HR 21 maart 2014, NJ 2015/167 (Coface/Intergamma)
Bij levering onder eigendomsvoorbehoud is de verkoper eigenaar onder ontbindende voorwaarde en de koper eigenaar onder opschortende voorwaarden. De koper kan onvoorwaardelijk beschikken over het voorwaardelijke eigendomsrecht. Hij kan hier dus een pandrecht op vestigen.
Bij voldoening van de koopprijs groeit het voorwaardelijke eigendomsrecht van de koper automatisch aan tot onvoorwaardelijke eigendom. Een pandrecht op het voorwaardelijke eigendomsrecht groeit dan aan tot een pandrecht op de onvoorwaardelijke eigendom. Dit is faillissementsbestendig, in de zin dat dit ook geldt als de vordering waarvoor het eigendomsvoorbehoud geldt pas na faillietverklaring volledig wordt voldaan.
HR 3 juni 2016, NJ 2016/290 (Rabobank/Reuser)
Is de bank als gevolg van art. 54 Fw niet bevoegd zich ten aanzien van binnenkomende betalingen op verrekening te beroepen, dan kan de bank zich ook niet krachtens een pandrecht verhalen op het creditsaldo dat door de binnenkomende betalingen wordt gevormd.
HR 23 november 2018, NJ 2019/343 m.nt. H.J. Snijders (Eurocommerce)
Het is mogelijk om in één pakte zowel een stil als een openbaar pandrecht te vestigen. Daarbij geldt als uitgangspunt dat een zo ruim mogelijke zekerheidstelling is beoogd, derhalve beide pandvormen.
HR 22 februari 2019, NJ 2019/202 m.nt. F.M.J. Verstijlen (HBL/X)
Een assurantiënportefeuille is geen zaak en geen vermogensrecht. Het is dus geen goed en leent zich daarom niet voor overdracht of verpanding.
HR 6 december 2019, NJ 2020/357 m.nt. H.J. Snijders (ING/Thielen q.q.)
Een vordering die onoverdraagbaar is, is ook onverpandbaar. Niet helemaal duidelijk is of het mogelijk is om een vordering beperkt onoverdraagbaar te maken, in de zin dat volledige overdracht niet mogelijk is, maar gedeeltelijk overdracht – in de vorm van een panrecht – wel.
HR 1 juli 2022, NJ 2022/291 (FloraHolland)