ZO week 5 Flashcards

1
Q

klachten bij vestibulaire duizeligheid

A

vertigo met draai- of liftsensaties en het gevoel uit balans te zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

klachten bij niet-vestibulaire duizeligheid

A

een licht gevoel
in het hoofd, drijvend, deinend of onwerkelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kenmerken vestibulaire duizeligheid

A

komt voor in aanvallen of perioden en wordt
geluxeerd of verergerd door hoofdbewegingen of verandering van de
stand van het hoofd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bijkomende symptomen bij vestibulaire duizeligheid

A

misselijkheid, braken, onstandvastigheid, éénzijdige oorsymptomen,
verminderde visus of dubbelzien, oscillopsia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kenmerken niet-vestibulaire duizeligheid

A

meer chronisch van aard,
gepaard gaande met transpiratie, hartkloppingen, paresthesiën,
presyncope of flauwvallen, concentratiezwakte en algemene malaise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Belangrijkste oorzaken hypostatische hypertensie

A

hypovolemie (meestal veroorzaakt door medicijnen), een verminderde
autonome reflexfunctie (door medicijnen of neurologische atrofie), of
perifeer vaatlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly