10 articulatio temporomandibularis Flashcards

(22 cards)

1
Q

hoe worden de gewrichtsvlakken gevormd van de articulatio temporomandibularis?

A

door de caput mandibulare en het tuberculum articulare

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken discus articularis

A
  • zit tussen de gewrichtsvlakken van het kaakgewricht
  • aan de voorzijde verankerd aan de m. pterygoideus lateralis
  • gaat aan de achterzijde over in bindweefsel dat achter de caput mandibulae ligt
  • volgt alle bewegingen van het caput mandibulae
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat ligt er aan de achterzijde van de fossa mandibularis?

A

de voorwand van de uitwendige gehoorgang die gevormd wordt door de pars tympanica van het os temporale

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

kenmerken capsula articularis

A
  • hecht aan langs de randen van het gewrichtskraakbeen
  • dun en slap gewrichtskapsel
  • wordt lateraal versterkt door het lig. laterale
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 2 versterkende ligamenten zijn er buiten het capsula articularis?

A

lig sphenomandibulare (mediale zijde)
lig. stylomandibulare (achterzijde)

deze zitten niet vast aan het capsula articularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke spieren zorgen er voor detractie (sluiten mond)

A

m. pterygoideus lateralis, caput inferius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke spieren zorgen er voor elevatie? (openen mond)

A

m. temporalis
m. masseter
m. pterygoideus medialis
m. pterygoideus lateralis, caput superius

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke spieren zorgen er voor protrusie? (naar voren schuiven mond)

A

m. pterygoideus lateralis
m masseter
m. pterygoideus medialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke spieren zorgen er voor retrusie? (naar achteren schuiven mond)

A

achterste, horizontale vezels van de m. temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

articulatio temporomandibulare is een combinatie van 2 gewrichten. benoem

A
  1. tussen de discus articularis en het caput mandibulae
  2. tussen de discus articularis en de fossa mandibularis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat gebeurt er bij laterorotatie van de mond?

A

kin wordt opzij bewogen

caput mandibulae blijft aan 1 zijde op zijn plaats en voert alleen een draaibeweging om zijn verticale as uit

het andere caput beweegt naar voren en naar mediaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn de kauwspieren?

A

m. temporalis
m. masseter
m. pterygoideus lateralis
m. pterygoideus medialis

innervatie door n. mandibularis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waar zitten de m. pterygoideus medialis en lateralis?

A

aan de binnenzijde van de ramus mandibulae in de fossa infratemporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

kenmerken m. temporalis?

A

ontsprint vanaf het planum temporale, os parietale, de ala major van de os sphenoidale en os frontale

hecht aan op de proc. coronodeus mandibulae en de achterste rand van de ramus mandibulae

m. temporalis wordt aan de buitenzijde bekleed door de fascia temporalis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kenmerken m. masseter

A

2 delen:
pars superficialis (vezels ontspringen vanuit onderrand os zygomaticum en lopen naar posteriocaudaal)

pars profunda (vezels ontspringen van onderzijde van de arcus zygomaticys en lopen verticaal naar beneden.)

m. masseter insereert aan de buitenzijde van de ramus en angulus van de mandibula

wordt bekleed door fascia masseterica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kenmerken m. pterygoideus medialis

A

loopt parallel aan pars superficialis van de m. masseter, mediaal van de mandibula

oorsprong in tuber maxillae en aan fossa pterygoidea

spiervezels hechten aan binnenzijde angulus mandibulae aan

17
Q

kenmerken m. pterygoideus lateralis

A

caput superior: ontspringt van de ala major van os sphenoidale. insereert aan kapsel en discus articularis

caput inferior: ontspringt van buitenkant lamina lateralis van proc. pterygoideus. hecht aan fovea pterygoidea en aan voorrand caput mandibulae

18
Q

kenmerken gebit

A

32 tanden

volwassenen heeft 8 incisores (snijtanden)

na de incisores komen de hoektanden (canines), de premolares en de molares (kiezen)

19
Q

wat zijn de verschillende types incisores?

A

incisor maxillaris centralis
incisor maxillaris lateralis
incisor mandibularis centralis
incisor mandibularis lateralis

20
Q

wat is prognatisme

A

een te grote anterieure verplaatsing van de maxilla of mandibula tov van lijn in het saggitale vlak

21
Q

wat is retrognatisme?

A

te grote posterieure verplaatsing

22
Q

oplossing retrognatisme en prognatisme?

A

dragen beugel
maxillo-mandibulaire osteotomie (maxilla en/of mandibula worden chirurgisch gerepositioneerd)