8 regio parotideomasseterica Flashcards

(11 cards)

1
Q

wat is de regio parotideomasseterica?

A

een laterale aangesichtsregio die zich zowel aan de mediale als laterale zijde van de ramus mandibulae bevindt

bevat oa de gl parotidea en de masseter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kenmerken gl parotidea

A
  • grootste speekselklier
  • produceert sereus speeksel
  • parasympatische innervatie van de n. glossopharyngeus
  • heeft een pars superficialis (75%) en pars profunda (25%)
    over de glandula heen ligt de fascia parotidea
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe verloopt het speeksel van de gl parotidea

A

via de ductus parotideus
- mediaal van het corpus adiposum buccae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de glandula parotidea accessoria

A

als er in het verloop van de ductus separaat klierweefsel wordt gevonden. gebeurt in sommige gevallen en dat is het een glandula parotidea accessoria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verloop n facialis

A

verlaat de schedel via het foramen stylomastoudeum

hoofdtak van de n. facialis geeft net na het foramen stylomastoideum de n. auricularis posterior af

gaat dan door de galndula parotidea en er ontstaat een radix superior en inferior
- superior geeft de r. temporalis, zygomaticus af
- inferior: r. buccalis, r. marginalis mandibulae en de r. colli

de radixen zijn verbonden –> plexus intraparoyodeus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat gebeurt er met de 5 zenuwtakken, afgegeven door de facialis, in de glandula parotidea?

A

ze verlaten de gl parotidea en zijn verantwoordelijk voor de aanstureing van de mimische musculatuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de ansa cervicalis superficialis

A

aan de caudale rand van de gl parotidea vormt de r. colli een verbinding met de n. transversus colli–> ansa cervicalis superficialis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe verloopt de v facialis

A

loopt over de voorrand van de masseter
komt samen met de anterieure tak van de v. retromandibularis en vormt tot de v facialis communis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe loopt a. facialis

A

ventraal van de v facialis. loopt als a angularis langs de neus naar de mediale canthus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kenmerken speekselkliertumoren

A
  • 80% van de glandula parotidea
  • vnl benigne tumoren
  • pleiomorf adenoom meest voorkomend
  • in toto receceren: let op takken van de facialis
  • 20% in gl submandibularis, -lingualis of kleine speekselklieren. grotere kans maligne ontstaarding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

kenmerken speekselklierstenen (sialolithiasis)

A
  • symptomen: pijn en zwelling van klier
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly