RECHTSHANDHAVING Flashcards

1
Q

2 soorten recht

A
  1. materieel recht

2. handhavingsrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

materieel recht

A

Materieel recht: Het gewone recht, wie maakt aanspraak waarop,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

handhavingsrecht

A

Draagt bij tot handhaving van materieel recht (conflicten regelen,…)
o Formeel recht (= procesrecht) is de kern hiervan
- Burgerlijk procesrecht (m.b.t materieel privaatrecht)
- Andere takken (m.b.t strafprocesrecht, fiscaal procesrecht, administratief procesrecht,…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de materiele EN formele rechten (elk materieel recht heeft eigen formeel recht:

A

o Privaatrecht
o Strafrecht
o Publiekrecht
o Tuchtrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

privaatrechtelijk procesrecht

A

=formeel privaatrecht: regelt conflicten over de toepassing van materieel recht.
o Verbod op “eigenrichting” (=Persoon mag zelf niet optreden, enkel overheid kan dit)
o Bv. een partij meent recht te hebben op betaling van een andere partij (materieel recht), het procesrecht regelt hoe de eiser de schuldenaar kan verplichten dit te betalen. (formeel recht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

strafrecht

A

o Materieel strafrecht: misdrijven beschrijven strafmaat aanduiden.
o Formeel strafrecht: regelt de wijze waarop misdrijven worden opgespoord, vervolgd en berecht (voorziet ook de nodige instellingen en uitrusting)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

publiekrechtelijk procesrecht

A

(= formeel publieksrecht) = ‘geschillen van bestuur’, de overheid is partij m.b.t tot haar optreden als overheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

toegang tot de rechter

A
  • Elke burger heeft het recht zich tot de rechter te wenden voor: (Art. 6 ERVM)
    o Burgerlijke geschillen
    o Beoordeling van een strafvervolging tegen hem
  • Verbod op rechtsweigering: rechter moet recht uitspreken (Art. 5 Ger.W)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de rechter

A
  • Rechterlijke functie door de wetgever opgericht (Art. 146 GW)
  • Rechter is onafhankelijk: (Art. 151 GW)
    o Rechterlijke macht gescheiden van uitvoerende macht
    o Verhouding rechter en buitenwereld (Bv. geen druk van pers)
    o Interne structuur waarin de rechter werkt (rechter mag geen instructies krijgen)
    - Spaghetti-arrest: Lekenrechters (= schijnrechters) zijn geen schending van de onafhankelijkheid.
    o => Institutionele onafhankelijkheid (rechter niet aansprakelijk voor fouten bij rechtspreken)
  • Onpartijdigheid: Rechter mag niet bevooroordeeld zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fair trial (de procedure)

A

Iedereen heeft recht op eerlijk proces (Art. 6 EVRM)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

redelijke termijn (de procedure)

A

binnen een redelijke termijn de uitspraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

openbaarheid (de prcedure)

A

rechtspraak in openbaarheid (perscontrole)

o Openbaarheid van behandeling openbaarheid van uitspraak (Art 148 Gw.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

dubbele aanleg (de procedure)

A

= iedereen mag zijn zaak 2 keer laten behandelen (eerste en hoger beroep) (Art. 616 & 617 Ger.W)
Strafrechtspleging: fundamenteel recht, geen hoger beroep bij:
- Uitspraak hof van assisen
- Voorrang van rechtsmacht
Burgerlijk recht: beperking op dubbele aanleg, geen hoger beroep bij: (art 617 Ger.w)
- Bedrag< 2000 euro vonnis politierecht en vrederechter
- Bedrag< 2500 euro rechtbanken eerste aanleg en ondernemingsrechtbanken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

cassastietoezicht (de procedure)

A

Een vonnis of arrest dat niet meer vatbaar is voor hoger beroep, kan wel aan controle hof van cassatie worden onderworpen
o Is geen derde aanleg: onderzoekt niet ten gronde, controleert of rechter:
1) Het recht correct heeft toegepast.
2) De vormen heeft nageleefd.
o Wie kan cassatieberoep aantekenen?:
- Voor strafzaken en fiscale zaken: elke partij en advocaat.
- Andere zaken: beroep doen op advocaat bij HvC om aan te tekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

vonnis

A

(= Rechterlijke uitspraak) = De rechtshandeling van een rechter waarbij de rechten van beide partijen worden vastgesteld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

rechterlijke waarheid

A

Wat de rechter heeft vastgesteld, is de rechterlijke waarheid. Eens dat rechter de uitspraak heeft gedaan kan hij hier niet meer op terugkomen. (= uitputting rechtsmacht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

vonnis-arrest

A
  • Beslissing van rechtbank: Vonnis
  • Beslissing van hoven: Arresten
  • Beschikkingen van voorzitters: Bevelschriften of beschikkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

basisregels (vonnis)

A
  • Verbod op rechtsweigering
  • Individuele beslissing: Hij moet zelf beslissen (art 6 Ger W.)
  • Geen precedent: Rechter mag niet bindend teruggrijpen op vorige vonnissen of arresten
  • Gemotiveerd: Uitspraak met redenen omkleed (art. 149 Gw.)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

gezag van gewijsde (vonnis)

A
  • staat een partij toe zich ertegen te verzetten dat opnieuw een uitspraak wordt gedaan over een geschilpunt dat reeds tussen dezelfde partijen maar in een andere zaak werd beslecht.
  • Gevolg:
    o Een partij kan niet eenzelfde vordering opnieuw instellen (kan dus niet terugkomen op een eerdere uitspraak)
    o De uitspraak vormt de juridische waarheid en moet aanvaard worden (is niet perse gelijk aan de ‘echte’ waarheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

kracht van gewijsde (vonnis)

A

rechterlijke beslissing is niet meer vatbaar voor verzet of hoger beroep (art 28 Ger W.)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

3 grondwettelijke machten

A
  1. wetgevende
  2. uitvoerende
  3. rechterlijke
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

rechterlijke macht

A
  • Gevormd door hoven en rechtbanken:
    o Magistraten: rechters, raadsheren
    o Openbaar ministerie (OM)
  • Uitgeoefend in naam van de natie (niet van de koning: uitvoerend en wetgevend)
  • Taak:
    o Geschillen beslechten m.b.t burgerlijke en politieke rechten
    o Straffen uitspreken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

scheiding van machten (hoofddoel)

A

bescherming burgers tegen overheid, rechterlijke macht beschermt hun.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

onafhankelijkheid van scheiding der machten

A

bescherming tegen uitvoerende macht.
o Rechters zijn voor het leven benoemd, ze zijn onafzetbaar (Art. 152 GW)
o Wedden worden bepaald bij wet en niet door regering (Art. 154 GW)
o Rechter mag geen ambt aanvaarden, tenzij kosteloos (Art. 155 GW)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

vergeten lacht bij scheiding van machten

A

nieuwe instelling van de rechterlijke macht:
o Hoge raad voor de justitie: (Art. 151 GW)
- Is onafhankelijke instelling:
• Maakt geen deel uit van staatsmachten (geen wetg. uitv. recht. macht)
• Geen controle door staatsmachten
- Bevoegdheid:
• Aanwerven en bevorderen magistraten
• Controle op de werking van het gerecht en geven van adviezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

geen eenheid van rechtsmacht (hoezo?)

A

12 arrondissementen, per arrondissement een arrondissementsrechtbank; opgesplitst in drie autonome rechtscolleges (alle zaken in eerste aanleg worden hier behandeld):
- Rechtbank van eerste aanleg
- Arbeidsrechtbank
- Ondernemingsrechtbank / rechtbank van koophandel
- Politierechtbank (in Brussel 4)
Ze kunnen wel stukken aan elkaar overmaken (art 186 Ger.W)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

alleenzetelende rechter

A
  • in vredegerechten
  • rechtbanken van eerste aanleg
  • burgerlijke kamers van de hoven van beroep (wet Potpourri 1)
28
Q

in college (rechter)

A
o Ondernemingsrechtbank (beroeps-en lekenrechters)
o Arbeidsgerechten (beroeps-en lekenrechters)
o Hof van Cassatie (5 raadsleden)
29
Q

vredegerecht

A
  • Ieder gerechtelijk kanton heeft een vredegerecht voor burgerlijke geschillen (die dicht bij de burger staan)
  • Ieder vredegerecht heeft een vrederechter (voor het leven benoemd)
    o Alleenzetelend, geen OM
  • In elk arrondissement: Voorzitter en ondervoorzitter van de vrederechters in politierechtbank (uitgezonderd Ondernemingsrechtbank en arbeidsgerechten)
30
Q

voorzitter van een vredegerecht

A
  • Korpschef vrede-en politierechters voor mandaat van 5 jaar
  • Aangewezen door Koning, op voordracht van Hoge Raad voor de Justitie.
  • Neemt bevoegdheden over van voorzitter rechtbank van eerste aanleg. Hij moet vredegerechten en vrederechters managen.
31
Q

bevoegdheid vrederechter

A
  • Algemene bevoegdheid: Vorderingen < 5000euro (Art. 617 Ger.W)
    o Uitzonderingen:
    - Zaken voor rechtbank eerste aanleg, arbeidsRb. of ondernemingsrechtbank
    o Bedrag kan worden opgetrokken door KB, maar moet < indexeringsformule zijn.
  • Bijzondere bevoegdheid: Wetten omwille van inhoud, bedrag maakt niet uit. (Art 591 Ger w.)
    o Bv. Huur, geestesziekten, erfdienstbaarheid,…
  • Exclusieve bevoegdheid: enkel vrederechter kan deze behandelen (Art. 595-597 Ger.W)
    o Voogdij, onteigeningen en zegelingen
32
Q

rechtsmiddelen van een vredegerecht

A

Hoger beroep mogelijk als vordering > 2000 euro (Art. 617 lid1 Ger.W)

33
Q

politierechtbank (organisatie)

A
  • Opgericht op niveau van gerechtelijk arrondissement
  • Beroepsrechters voor het leven benoemd
  • Bestaat uit één of meerdere burgerlijke en strafrechtelijke kamers.
  • Openbaar ministerie: waarneming door Procureur des Konings
34
Q

politierechtbank (bevoegdheid)

A
  • Berechting van overtredingen: de lichtste misdrijven

- Verkeersovertredingen (alles dat met verkeer te maken heeft)

35
Q

politierechtbank (rechtsmiddelen)

A
  • Hoger beroep bij rechtbank van eerste aanleg (Art. 617 Ger.W)
    o Strafrechtelijke vordering: altijd
    o Burgerlijke vordering: bedrag > 2000 Euro
36
Q

rechtbank van eerste aanleg (organisatie)

A
  • In elk arrondissement 1 (2 in Brussel, werkt nog via oude systeem/ontdubbeling)
  • Beroepsmagistraten (voor het leven benoemd): o.l.v. voor-en ondervoorzitter
    o Rechters: onderzoeksrechter, beslagrechter, jeugdrechter (afhangend van sectie)
  • Elke rechtbank verdeeld in secties:
    o Burgerlijke zaken (= burgerlijke rechtbank)
    o Strafzaken (= correctionele rechtbank)
    o Familie-en jeugdrechtzaken (= Familie- en jeugdrechtbank)
    o Indien zetel voor hof van beroep aanwezig. 2 extra secties:
    - Fiscale zaken
    - Strafuitvoering
  • Openbaar Ministerie: uitgeoefend door Procureur des Konings
37
Q

rechtbank van eerste aanleg (bevoegdheid)

A
  • Volheid van bevoegdheid: alle zaken mogen voor rechtbank eerste aanleg gebracht worden. Behalve: zaken met exclusieve bevoegdheid voor andere rechtbank.
  • Algemene bevoegdheid: bedrag > 5000euro (Art. 568 Ger.W)
  • Exclusieve bevoegdheid: Bij uitsluiting andere rechtbank: Echtscheidingen, beslag,… (Art. 570 en 571 Ger.W)
  • Hoger beroep: rechtbank van eerste aanleg neemt kennis van hoger beroep tegen vonnissen door de vredesrechter en politierechtbank (Art. 577 Ger.W)
  • Jeugd-familiezaken: beoordelen van strafbare feiten gepleegd door minderjarigen. Behandelt ook vorderingen betreffende de staat van personen, vorderingen tussen echtgenoten en wettelijk samenwonenden. De mogelijkheid een conflict op te lossen, waaromtrent partijen geïnformeerd worden bij de aanvang van het geschil, staat centraal in de werking van de familierechtbank.
  • Fiscale zaken: (Art. 569 Ger;W)
38
Q

rechtbank van eerste aanleg (rechtsmiddelen)

A

Hoger beroep mogelijk bij hof van beroep :
o Jeugdrechtbank: altijd
o Strafzaken/fiscale zaken: altijd
o Burgerlijke zaken: bij bedrag > 2500 Euro (Art. 617 Ger.W)

39
Q

arbeidsrechtbank (bestaat uit + O.M.)

A
  • bestaat uit:
    o Beroepsmagistraten: rechters in arbeidsrechtbank o.l.v. voor- en ondervoorzitter
    o Lekenrechters: rechters in sociale zaken (werkgevers, werknemers tijdelijk als magistraat)
  • Openbaar Ministerie: Uitgeoefend door arbeidsauditeur, bijgestaan door zijn substituten
40
Q

arbeidsrechtbank (bevoegdheid)

A
  • Individueel en collectief arbeidsrecht (Art. 578 Ger.W)
  • Sociale zekerheid
  • Collectieve schuldenregeling (kamer met alleenzetelende beroepsrechter)
41
Q

arbeidsrechtbank (rechtsmiddelen)

A

Hoger beroep bij arbeidshof: altijd mogelijk

42
Q

ondernemingsrechtbank (bestaat uit + O.M.)

A
  • Bestaat uit:
    o Beroepsrechters: rechters in de ondernemingsrechtbank o.l.v. voor- en ondervoorzitter
    o Lekenrechters: rechters in handelszaken o.l.v. voorzitter van lekenrechters.
  • Openbaar Ministerie: waarneming door Procureur des Konings
43
Q

ondernemingsrechtbank (bevoegdheid)

A
  • Algemene bevoegdheid: Alles i.v.m. Handelscontext (rationne summae)
    o Bedrag < 2500euro: uitspraak in eerste en laatste aanleg (Art. 573 Ger.W)
  • Bijzondere bevoegdheid: geschillen vennootschap, stichtingen,…
  • Exclusieve bevoegdheid: faillissement en gerechtelijke reorganisatie
44
Q

ondernemingsrechtbank (rechtsmiddelen)

A

Hoger beroep bij hof van beroep als bedrag > 2500 Euro

45
Q

de 5 rechtsgebieden

A
  1. Antwerpen
  2. Bergen
  3. Brussel
  4. Gent
  5. Luik
    in elk rechtsgebied: 1 hof van beroep en 1 arbeidshof
46
Q

hof van beroep (bestaat uit)

A

o Voorzitter
o Kamervoorzitters
o Raadsheren

47
Q

hof van beroep (kamers + O.M.)

A

o Burgerlijke zaken (1 raadsheer)
o Correctionele zaken (3 raadsheren)
o Familie- en jeugdkamers (3 raadsheren)
- Openbaar Ministerie: uitgeoefend door procureur-generaal onder gezag minister van justitie

48
Q

hof van beroep (bevoegdheid)

A
  • Aanvaardt hoger beroep van:
    o De rechtbank van eerste aanleg
    o Ondernemingsrechtbank
  • Kunnen ministers en magistraten berechten. (art 103 en 125 Gw.)
49
Q

hof van beroep (rechtsmiddelen)

A

Geen hoger beroep mogelijk (wel cassatie)

50
Q

arbeidshof (bestaat uit + O.M.)

A

o Beroepsmagistraten: raadsheren in arbeidsrechtbank o.l.v. voorzitters en kamervoorzitters
o Lekenmagistraten: raadsheren in arbeidszaken
- Openbaar Ministerie: waargenomen door advocaat-generaal onder toezicht procureur-generaal

51
Q

arbeidshof (bevoegdheid)

A

Aanvaardt hoger beroep van: arbeidsrechtbanken

52
Q

arbeidshof (rechtsmiddelen)

A

Geen hoger beroep mogelijk (wel cassatie)

53
Q

assisenhof (bestaat uit + O.M. + wanneer?)

A

o Het hof: 1 raadsheer van hof van beroep en 2 rechters (= assessoren) uit rechtbank van eerste aanleg
o Jury: 12 juryleden (door het lot aangewezen burgers)
- Openbaar Ministerie: uitgeoefend door procureur-generaal van hof van beroep
- Is niet permanent: komt enkel samen indien er een zaak is

54
Q

assisenhof (bevoegdheid)

A
Specifieke misdrijven (uitgezonderd racisme gerelateerd): 
o Drukpersmisdrijven (Art. 150 GW)
o Politieke misdrijven
55
Q

assisenhof (rechtsmiddelen)

A

Geen hoger beroep mogelijk (wel cassatie)

56
Q

hof van cassatie (hoeveel?, bestaat uit?, O.M., advocaten?)

A
  • 1 voor heel Belgie (in Brussel), hoogste rechtscollege
  • Bestaat uit 30 beroepsmagistraten:
    o Eerste voorzitter en voorzitter (1FR, 1NL)
    o 28 Raadsheren (14 FR, 14 NL)
  • Openbaar Ministerie: uitgeoefend door procureur-generaal onder gezag minister van justitie
  • Advocaten bij het Hof van Cassatie: ministeriële ambtenaren, moeten cassatieberoep indienen voor straf-en belastingzaken.
57
Q

hof van cassatie (taak)

A

Nazicht vonnissen en arresten in laatste aanleg (dus na beroep) op: (art 1110 Ger W.)

  • Goede toepassing van de wet
  • Naleving van de vormvereisten

(geen rechtsmiddelen)

58
Q

O.M. (bestaat uit?, algemene taak)

A
  • In de hoven en rechtbanken ook magistraten van het parket die het Openbaar Ministerie uitmaken (=staande magistraten, leden van het parket) (art. 137 Ger.W.).
  • algemene taak: uitvoerende macht vertegenwoordigen bij rechter
59
Q

O.M. (strafrecht)

A
  • uitoefenen strafvordering via zijn vervolgingsbeleid en vordert de straffen (onafhankelijk van de minister van Justitie)
  • minister van justitie kan: een bevel geven om te vervolgen (maar geen verbod geven) EN bindende richtlijnen vaststellen voor het algemeen strafrechtelijk beleid
60
Q

O.M. (civiel recht)

A
  • kan optreden om advies te geven aan de rechter
  • optreden als partij in gevallen die de wet bepaald en als de openbare orde dit optreden vereist
    Verder waakt het OM over de regelmatigheid van de dienst van hoven en rechtbanken
61
Q

O.M. (hiërarchische structuur)

A

de hogere magistraat kan bevel geven aan een lagere. De procureur des Konings is het hoofd van het parket, hij oefent zijn taak uit onder het gezag van de procureur-generaal bij het hof van beroep. (art. 149 Ger.W.)

62
Q

O.M. (procureur des Konings) (niveau, organisatie, taak, raad van pdK)

A

(niveau rechtbank eerste aanleg)
> organisatie:
- per arrondissement is er 1 parket geleid door de procureur des Konings
- proc. des Konings wordt bijgestaan door substituten, van die de oudsten de titel voeren van eerste substituut samen
- = parket van de rechtbank van eerste aanleg
> taak: procureur des Konings is belast met de uitoefening van de strafvordering
> raad van pdK.: alle procureurs des Konings vormen samen de Raad van de procureurs des
Konings. Deze raad adviseert het College van procureurs-generaal en beraadslaagt over alle zaken die verband houden met opdrachten van OM.

63
Q

O.M. (arbeidsauditeur)

A
  • in elk arrondissement bij de arbeidsrechtbank
  • wordt geleid door de arbeidsauditeur
  • oefent ambten van het OM uit bij de arbeidsrechtbank
  • samen vormen alle arbeidsauditeurs de Raad van de arbeidsauditeurs
64
Q

(O.M.) procureur-generaal (niveau hof van beroep) (organisatie en taak)

A

> organisatie:
- in elk rechtsgebied van het hof van beroep is er een parket-generaal, geleidt door de procureur-generaal
- vervult opdracht onder het gezag van minister van Justitie
- bijgestaan door advocaten-generaal en substituut-procureurs-generaal
- samen = het parket-generaal bij het hof van beroep
taak: waken over een coherente en geïntegreerde uitoefening van de strafvordering en
verlenen steun aan de takenpakketten waarover zij het gezag uitoefenen.

65
Q

federaal parket (O.M.)

A
  • efficiënte bestrijding van de georganiseerde misdaad
  • federale procureur heeft de leiding
  • opdracht strekt over het ganse rijk, hij oefent alle opdrachten uit van OM
  • federaal procureur rechtstreeks onder gezag van minister van Justitie