11.1-11.3 Micronutriënten Flashcards
(22 cards)
Wat is het verschil tussen wateroplosbare en vetoplosbare vitaminen?
Wateroplosbaar: B-complex, C — direct opgenomen in bloed, niet opgeslagen, uitgescheiden via urine.
Vetoplosbaar: A, D, E, K — via lymfe opgenomen, opgeslagen in vet & lever.
Noem 3 functies van vitamines in het lichaam.
- Cofactoren in energiemetabolisme
- Synthese van bloedcellen
- Bot- en bindweefselvorming
Wat zijn macromineralen? Noem er 3
Mineralen waarvan je >0,1% lichaamsmassa nodig hebt. Voorbeelden: Calcium (Ca), Kalium (K), Magnesium (Mg)
Wat is een co-enzym en welke vitamines spelen hier een rol in?
Een co-enzym is nodig voor enzymactiviteit. Vooral B-vitamines functioneren als co-enzym.
Waarom wordt vitamine D de ‘zonneschijnvitamine’ genoemd?
Omdat het lichaam vitamine D zelf aanmaakt onder invloed van zonlicht.
Wat zijn de belangrijkste functies van vitamine D?
Behoud van calcium- en fosforbalans
Botgezondheid
Mogelijk: spiersynthese & immuunsysteem
In welke voedingsmiddelen komt vitamine D voor?
Vette vis, eieren, lever, vlees, verrijkte margarine en bakproducten
Wat is de belangrijkste functie van calcium in het lichaam?
Opbouw en onderhoud van botten & tanden, en spiercontractie
Wat zijn goede bronnen van calcium?
Zuivel, sardientjes (met graat), tofu
Wat is biologische beschikbaarheid en hoe verschilt dit bij calcium uit zuivel vs. groenten?
Biologische beschikbaarheid = hoeveelheid die het lichaam daadwerkelijk opneemt
Zuivel: ±30%, groenten: vaak ≥50%
In welke producten zit vitamine B12 van nature?
Dierlijke producten: vlees, vis, eieren, zuivel
Wat doet vitamine B12 in het lichaam?
Synthese van nieuwe cellen
Regeneratie van actief folaat
Afbraak van vetzuren en aminozuren
Wat kan een tekort aan B12 veroorzaken?
Macrocytaire anemie; bij atrofische gastritis: pernicieuze anemie.
Noem de twee vormen van ijzer in voeding.
Heme-ijzer (uit dierlijke bronnen)
Non-heme-ijzer (uit plantaardige en dierlijke bronnen)
Wat bevordert de opname van non-heme-ijzer?
Vitamine C
MFP-factor (vlees, vis, gevogelte)
Wat remt de opname van ijzer?
Fytinezuur (uit volle granen & peulvruchten)
Tannines in koffie en thee
Calcium (bij grote hoeveelheden tegelijk met ijzer)
Waar bevindt zich het meeste ijzer in het lichaam?
In hemoglobine (±65%), gevolgd door myoglobine, enzymen, en opslagvormen (ferritine)
Wat zijn mogelijke oorzaken van ijzertekort bij sporters?
Lage inname
Hemolyse
Verlies via zweet/urine
GI-bloeding
Verhoogde behoefte door training of hoogte
Noem 3 voedingsfactoren die de opname van ijzer stimuleren.
Vitamine C (ascorbinezuur)
Citroenzuur
MFP-factor (uit vlees, vis en gevogelte)
Noem drie functies van ijzer in het lichaam?
Zuurstoftransport via hemoglobine
Opslag van zuurstof in spieren via myoglobine
Onderdeel van enzymen en cytochromen (energieproductie)
Hoe helpt vitamine D bij het op peil houden van calcium in het bloed?
Vitamine D verhoogt:
Opname van calcium uit de darm
Heropname van calcium in de nieren
Vrijmaken van calcium uit botten
→ Alles om het calciumgehalte in het bloed constant te houden
Noem voedingsmiddelen rijk aan ijzer, vitamine D, foliumzuur (B11) en cobalamine (B12).
IJzer: Rood vlees, lever, bonen, spinazie, volkoren granen
Vitamine D: Vette vis, eieren, lever, verrijkte margarine
Foliumzuur (B11): Donkergroene bladgroenten, citrusvruchten, peulvruchten
Cobalamine (B12): Vlees, vis, eieren, melkproducten