H3:: leiderschap, macht en empowerment & psychologische eigenaarschap Flashcards

1
Q

TRAIT-BENADERING

big 5 personality

A
intelligentie
dominantie
zelfvertrouwen
energie
kennis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

kritiek trait-benadering

A

lage correlatie, geen duidelijk oorzaak-gevolg relatie (causale relatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

LEIDERSCHAPSROLLEN
leiderschapsrollen (Quinn)

Geef een uitleg voor een begrip ‘leiderschapsrollen’

A

leadership roles: WHAT do leaders actually DO

focus= behavior, not personality

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

LEIDERSCHAPSROLLEN

Quinns model ‘competing values’

A

x-as: flexibiliteit, beheersing
y-as: intern, extern
intern flexibel:: human relations/mensgericht
intern beheersing:: internal proces/beheersgericht
extern flexibel:: open systems/innovatiegericht
extern beheersing:: rational goal/resultaatgericht

boven y-as (dus felxibel) noemen we transformationeel leiderschap

onder y-as (dus meer beheersing) noemen we transactioneel leiderschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

verschil manager en leider

A

manager: does the things right, effeciënt, transactioneel
leider: does the right thing, effectief, transformationeel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Transactioneel leiderschap

A

day-to-day routine activities
focus transactions between leaders and followers
extrinsiek gemotiveerd: i pay you/you will follow

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Transformationeel leiderschap

A

leiderschap dealing met planning + invoeren van major changes
learning orientation: failling= opportunity to learn

VUCA moet meer evolueren van controle (management, transactioneel) naar een commitment (leiderschap, transformationeel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

LEIDERSCHAPSROLLEN

bipolaire modellen (Burns)

A

transactioneel (onder x as) versus transformationeel (boven x as)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is situationeel leiderschap + 2 modellen

A

er is geen verband tussen leiderschapsstijl en effectiviteit -> maar de situatie is bepalend

2 modellen:

  • contigentiemodel van Fiedler
  • Situationeel leiderschap van Blanchard (Hersey & Blanchard)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

SITUATIONEEL LEIDERSCHAP

Fiedler’s cogtingency model (Hersey & blanchard)

A

Gaat over verschil tussen mensgericht en taakgericht:

  • -> LPC score= toont aan of het eerder mens of taak gericht is.
  • hoge LPC score= least prefered co workers

Taakgerichtheid is efficiënt: als het een gunstige of ongunstige situatie is
Mensgerichtheid is efficiënt: wanneer de situatie middelmatig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

SITUATIONEEL LEIDERSCHAP

Blanchard

A

Je hebt 4 modellen/stijlen –> welke stijl beste is hangt af van situatie:
hangt af of uw WN al goeie competenties hebben vs motivatie (D1-D4)
- D1 lage comp, hoge comm: S1 voorschrijven/directing

  • D2 matige comp, lagere comm: S2 begeleiden/coaching
  • D3 hoge comp, variabele comm: S3 aanmoedigen/supporting
  • D4 top comp, hoge comm: S4 delegeren

BLANCHARD ZIET DE SITUATIE ANDERS DAN FRIEDLER!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hersey & Blachard (Fiedler) vs Blanchard

A
- Hersey en Blanchard
M1= lage comm en lage comp
M2= high comm en lage comp
- Blanchard 
M1= hoge comm en lage comp
M2= lage comm en lage comp
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Er zijn 5 soorten macht

A
  • Beloningsmacht: ge hebt macht omdat ge kunt belonen of kunt straffen
  • Dwingendemacht: macht die je hebt als je mensen dwingt iets te doen
  • Legietieme macht: macht die u wordt toegegeven
  • Referentiemacht: macht die je krijgt omdat je een rolmodel bent
  • Expertisemacht: macht die je hebt omdat je veel kennis hebt van iets
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

realtie tussen macht en stakeholders

voordelen van macht verdelen voor mensen/WN

A

VUCA= multi-stakeholder:
macht meer en meer delen –> macht< is van MIJ, is van ONS

Als mensen zich mede-eigenaar voelen gaan ze:

  • leer en veranderingsiniatieven dragen
  • meer engageren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe krijg je collectief eigenaarschap (Pierce en Jussila)

A

1) gedeelde controle
2) gedeelde intieme kennis
3) gedeeld creëren= CO CREATIE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Basisidee shein:

3 vormen van helpen

A
  • experten: we hebben een pasklaar ‘juist’ antwoord voor een probleem
  • dokters: we maken een diagnose van wat we denken dat het probleem is
  • begeleiders: we luisteren en onderzoeken

–> elk model berust op een aantal assumpties

17
Q

SHEIN BASISIDEE

expert + problemen

A
  • Cliënt koopt van adiviseur expertise waarover hij zelf niet beschikt
  • adviseur heeft kennis zelf in huis
  • Dit is het antwoord of de oplossing

PROBLEMEN:
verwachtingen, afhankelijk van expert

18
Q

SHEIN BASISIDEE

expert assumpties

A
  • Cliënt weet welke info hij nodig heeft
  • Cliënt kan zijn behoeften juist overbrengen aan adviseur
  • Cliënt kan inschatten of adviseur de info kan leveren
  • Cliënt is zich bewust van mogelijke consequenties van zijn expertise- aankoop (bijv. voor latere implementatie)
  • Cliënt weet dat het probleem zich leent voor objectief onderzoek door een externe
19
Q

SHEIN BASISIDEE

dokter + problemen

A
  • Cliënt wil ‘boel is laten nakijken’ –> voelt dat er iets aan de hand is (bv: lagere winsten)
  • consultant stelt een diagnose: ‘dit scheelt er’
  • consultant schrijft remedie voor

PROBLEEM:
weerstand, verwachtingen, afhankelijk van expert

20
Q

SHEIN BASISIDEE

dokter assumpties

A
  • Patiënt geeft juist aan welke persoon of groep ‘ziek’ is
  • Patiënt geeft juiste en volledige info
  • Patiënt gelooft dokter en aanvaardt wat hij voorschrijft
  • Patiënt is zich bewust van gevolgen van het laten s-stellen van een
    diagnose
  • Patiënt kan de aanbevolen veranderingen doen
21
Q

SHEIN BASISIDEE

procesbegeleiding + problemen

A

Adviseur richt zich meer op proces van opdracht, dan op inhoud

  • kern= cliënt moet zelf met problemen kunnen omgaan: door gezamelijke diagnosestelling
  • nadruk op reflectie en leren
  • consultant stelt voorbeeldgedrag
22
Q

SHEIN BASISIDEE

procesbegeleiding assumpties

A
  • Cliënt zoekt hulp wanneer hij niet echt weet waar het precies aan schort, heeft hulp nodig om diagnose te stellen
  • Cliënt weet niet welk soort hulp adviseur kan bieden
  • Alleen de cliënten weten wat in hun organisatie uiteindelijk zal werken (cf. cultuur)
  • Als cliënt zelf niet leert problemen te onderkennen en oplossingen te bedenken wordt implementatie moeilijk en leert hij niet naar toekomst
  • Cliënt is eigenaar van het probleem en niet de adviseur