Les 3 t.e.m. slide 39 Flashcards

1
Q

wat is het doel van een onderneming

A

voldoende inkomsten genereren om: kostendekkend te zijn en/of te groeien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is marketing

A

dat is een sociaal managementproces waarin individuen en groepen verkrijgen waaraan zij behoefte hebben en wat zij wensen, door een aanbod te creëren en deze met andere uit te wisselen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is het doel van marketing (2)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

in welke 5 stappen wordt het marketing proces gedeeld

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

welke 6 belangrijke dingen zijn er bij stap 1 van het marketingproces

A

doelgroep bepalen

welke behoeftes/wensen de doelgroep heeft

het kiezen van een doelmarkt

marktaanbod

product-, -kenmerken en -voordelen

wie is mijn klant?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een behoefte

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is een wens + wat is er speciaal bij wensen

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is segmenteren

A

dat is wanneer ondernemingen de markt opdelen in verschillende groepen en zich dan focussen op deze groep consumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welke 5 vereisten zijn er voor effectieve segmentatie te kunnen verkrijgen

A

meetbaar

toegankelijk

substantieel

differentieerbaar

uitvoerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

leg het gedeelte meetbaar uit bij de vereisten voor effectieve segmentatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

leg het gedeelte toegankelijk uit bij de vereisten voor effectieve segmentatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

leg het gedeelte substantieel uit bij de vereisten voor effectieve segmentatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

leg het gedeelte differentieerbaar uit bij de vereisten voor effectieve segmentatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

leg het gedeelte uitvoerbaar uit bij de vereisten voor effectieve segmentatie

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

geef 3 voorbeelden waarop het kiezen van de doelmarkt op gebaseerd kan worden

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is het marktaanbod

A
17
Q

leg producten, productkenmerken en productvoordelen uit

A
18
Q

welke 2 soorten klanten zijn er

A

een particulier of consument (B2C)

een bedrijf (B2B)

19
Q

wat betekent B2B en B2C

A

B2B = Business to Business

B2C = Business to Customer

20
Q

wat is het koopgedrag van een consument + 3 vb.

A
21
Q

wat is het koopgedrag van een bedrijf (3)

A
22
Q

wat is een mogelijk gevolg van het koopgedrag van een consument en een bedrijf + een mogelijke vorm ervan

A
23
Q

welke 3 fases zijn er in marketing

A
24
Q

leg fase 1 meer uit bij marketing

A
25
Q

welke 5 marketingbenaderingsconcepten zijn er

A
26
Q

wat is het uitganspunt + het gevolg van het productieconcept bij stap 2 van het marketing proces

A
27
Q

wat is het uitganspunt + het gevolg + het gevaar van het productconcept bij stap 2 van het marketing proces

A
28
Q

wat is het uitganspunt + het gevolg + het gevaar van het verkoopconcept bij stap 2 van het marketing proces

A
29
Q

wat is het uitganspunt + het gevolg + het doel van enthousiasmeren door superieure waarde aan te bieden van het marketingconcept bij stap 2 van het marketing proces

A
30
Q

wat is het uitganspunt + het gevolg + de 3 overwegingen van het maatschappelijk marketingconcept bij stap 2 van het marketing proces

A
31
Q

leg fase 2 meer uit bij marketing

A