1.B.5 - HC.2: diagnostiek van perifeer vaatlijden

Question 1

uitingsvormen atherotrombose

Answer 1

TIA (brein)
CVA (brein)
acuut coronair syndroom (kransslagader)
myocardinfarct
perifeer arterieel vaatlijden

Question 2

claudicatio intermittens

Answer 2

perifeer arterieel vaatlijden in de benen

Question 3

vormen arterieel vaatlijden

Answer 3

asymptomatisch

claudicatio intermittens

gangreen

Question 4

anamnese perifeer arterieel vaatlijden

Answer 4

• wat zijn de klachten
• waar, wanneer, hoe lang, wat helpt
• voorgeschiedenis
• medicatie
• familie anamnese

Question 5

typisch klachten patroon perifeer arterieel vaatlijden

Answer 5

• pijn in spieren: bil, dijbeen, kuit
• na inspanning
• gaat weg in rust

Question 6

lichamelijk onderzoek

Answer 6

• pulsaties
• souffles
• afwezigheid haar/ atrofie van de huid (benen vergelijken
• depending rubor (been naar beneden: voet wordt rood)
• blenching (been wordt wit als het omhoog gaat)
• necrose
• niet genezende wonden

Question 7

welke arteriën kun je palperen om pulsaties te voelen?

Answer 7

• a. femoralis communis (mediaal van lig. inguinale)
• a. poplitea (knieholte)
• a. tibialis posterior (mediale kant enkel)
• a. dorsalis pedis (bovenop de voet)

Question 8

differentiaal diagnose

Answer 8

PAV (perifeer arterieel vaatlijden)

neurogene claudicatio
- 2 benen
- vaat rugklachten
- vinden het fijn om te staan

arthrose/arthritis
- heup-/knieklachten

DVT (chronische veneuze insufficiëntie)

chronisch compartiment syndroom

Question 9

diagnostiek perifeer arterieel vaatlijden

Answer 9

doppler

enkel-arm index

looptest

echo-duplex

CT

MRI

angiografie

Question 10

enkel-arm index

Answer 10

systolische druk enkel/arm

Question 11

normale enkel-arm index

Answer 11

1.0

Question 12

afwijkende enkel-arm index

Answer 12

lager dan 0,9

Question 13

hoe lager de enkel-arm index, hoe… cardiovasculair risico

Answer 13

hoger

Question 14

fontaine classificatie perifeer vaatlijden

Answer 14

1. geen klachten, wel afwijking
2. claudicatio intermittens
3. rust- en/of nachtpijn
4. gangreen (weefselschade)

Question 15

gangreen

Answer 15

afsterven weefsel, zwarte plekken

Question 16

duplex

Answer 16

bloedstolling meten
- vernauwing meten

echo in combinatie met Doppler effect gebruiken

ter hoogte van stenose stroomversnelling

Question 17

voordelen duplex

Answer 17

niet invasief en veilig
goedkoop

Question 18

nadelen duplex

Answer 18

operator-dependent
dynamisch onderzoek
darmgas bemoeilijkt beeld, vooral aorta-iliacaal

Question 19

voordelen CT

Answer 19

hoge sens en spec
mooie anatomische plaatjes
snel
weinig invasief

Question 20

nadelen CT

Answer 20

contrastmiddel schadelijk voor nieren
röngenstralen
calcificaties

Question 21

voordelen MRI

Answer 21

geen röntgenstraling, maar magneet
niet invasief
3D reconstructie mogelijk

Question 22

nadelen MRI

Answer 22

claustrofobie

als er al een behandeling heeft plaatsgevonden (zoals stent) kan dit het beeld bemoeilijken

Question 23

voordelen angiogram

Answer 23

perifeer/cruaal goed af te beelden

gelijk behandelen

Question 24

nadelen angiogram

Answer 24

invasief
röntgestralen
schadelijk contrastmiddel
luminale afbeelding