1.6 Signaaltransductie Flashcards

1
Q

Aan welk type receptor binden steroid/schildklierhormonen?

A

nucleaire receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waar vindt je ionotrope receptoren/kanalen het meest?

A

Hersenen en perifere zenuwstelsel

Zijn betrokken bij sensatie van warmte/kou en kan werken als gif.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de grootste familie oppervlaktereceptoren?

A

GPCR

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke ziektes zijn defecten in GPCR?

A

kleurenblindheid, ziekte van Alzheimer en Retinitis Pigmentosa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waarborgt intrinsieke GTPase activiteit voor?

A

inactivatie van het G-eiwit, zodat er geen continue activatie is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Adenylyl cyclase en fosfolipase C kunnen geactiveerd worden door de GPCR. Wat zijn de vervolgstappen van deze twee routes?

A
  • Adenylyl cyclase zet ATP om in cyclisch AMP (cAMP), dat de signaleringsroute PKA (protein kinase A) activeert
  • Als fosfolipase C wordt geactiveerd, wordt de PKC (protein kinase C) cascade geactiveerd.
  • Fosfolipase C activatie zorgt voor twee second messenters: inositoltrifosfaat (IP3) en diacylglycerol. Inosilitoltrifosfaat (IP3) zorgt dat de calciumcomcentratie in het cytoplasma stijgt. Diacylglycerol recruteert protein kinase C (PKC) wat na binding met calcium geactiveerd wordt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Beschrijf de signaleringsroute van geactiveerde GPCR naar PKA

A

G protein -> adenylyl cyclase -> cyclic AMP -> PKA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Beschrijf de signaleringsroute van geactiveerde GPCR naar CaM-kinase

A

G protein -> fosfolipase C -> IP3 -> calcium2+ ->calmodulin -> CaM-kinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf de signaleringsroute van geactiveerde RTK naar PKC

A

RTK -> fosfolipase C -> IP3 / diacylglycerol -> PKC

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Beschrijf de signaleringsroute van geactiveerde GPCR naar PKC

A

G protein -> fosfolipase C -> diaclyglycerol -> PKC (met Ca2+ via IP3 route)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Beschrijf de signaleringsroute van geactiveerde RTK naar MAP kinase

A

RTK -> RAS-GEF -> RAS -> MAP kinase kinase kinase -> MAP kinase kinase -> MAP kinase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Beschrijf de signaleringsroute van geactiveerde RTK naar Akt kinase

A

RTK -> PI 3-kinase -> fosforylated inositol fosfolipid -> protein kinase 1 -> Akt kinase / protein kinase B

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Voor wat voor cellulaire effecten zorgen enzym-gekoppelde receptoren voor?

A

Celgroei en proliferatie, zoals groeihormonen (denk aan protein kinase)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat voor cellulaire effecten zorgt de RAS-pathway (door RTK) voor?

A

mitose (30% van alle tumoren heeft hier mutatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welke cellulaire effecten is AKT-kinase betrokken?

A

Cel-survival en mitose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar zorgt PI3-kinase-Akt (PKB) route uiteindelijk voor?

A

Tor, deze is betrokken bij cell-survival/groei/differentiatie

16
Q

Welke signaleringsrout wordt door cyclisch AMP geactiveerd?
a) Protein kinase A signaleringsroute
b) Protein kinase C signaleringsroute
c) MAP kinase signaleringsroute
d) Protein kinase B signaleringsroute

A

a) Protein kinase A signaleringsroute