HC2: modellen, diagnose en behandeling Flashcards
Modellen van abnormaliteit
Modellen of paradigma’s worden gebruikt door wetenschappers en clinici om abnormaliteit te behandelen
* Verklaren fenomenen en basisassumpties
* Leidraad voor behandelmethoden en principes
* Er bestaan meerdere modellen voor abnormaliteit
Het biologische model
- Heeft een biologische basis en een medisch perspectief
- Gaat er van uit dat stoornissen het gevolg zijn van het
disfunctioneren van delen van het organisme - Bij psychische stoornissen wijst dit model in de richting van problemen en hersen-anatomie en -chemie
Hoe verklaren biologische theoretici
abnormaal gedrag?
- Hersenanatomie
- Neuronen en glia cellen
- Hersenstructuren
- Cerebrum (cortex, corpus callosum, basal ganglia, hippocampus, amygdala)
- Er zijn inderdaad verbanden gevonden tussen psychologische stoornissen en specifieke hersenstructuren
- Hersen chemie
- Neuronale communicaties
- Dendrieten
- Axonen
- Zenuwuiteinden
- Synapsen
- Neurotransmitters
- Receptoren
Oorzaken van biologische abnormaliteiten:
Genen
Abnormaliteiten in hersen anatomie of chemie zijn soms het gevolg van genetische overerving
Biologische behandelingen
De drie belangrijkste hedendaagse biologische behandelingen
• Psychofarmaca (drug therapie)
• Hersenstimulatie
• Psychochirurgie
- Psychofarmaca (drug therapie)
Vier grote groepen van psychofarmaca die worden gebruikt in therapie:
-Anxiolytica (anti-angst drugs; of ook: kalmeringsmiddelen, benzodiazepines)- Anti-depressiva/anti-depressie drugs
- Anti-bipolaire drugs (stemmingsstabilisatoren)
- Anti-psychotische drugs
- Hersenstimulatie
- Electroconvulsive therapy (ECT)
- Transcranial magnetic stimulation (TMS)
- Vagus nerve stimulation (VNS)
- Deep brain stimulation
- Psychochirurgie
Hersenchirurgie voor mentale stoornissen (vroeger: lobotomie; nu: veelal
enkel bij ernstig epilepsie e.d.)
Beoordeling van het biologische model (sterktes en nadelen)
- Sterktes
- Veel aanzien in het veld
- Veel kostbare en nieuwe inzichten gegenereerd
- Behandelingen vaak effectief, zeker bij ernstige gevallen
- Nadelen
- Gelimiteerde kijk op abnormaal functioneren omwille van het excluderen van niet-biologische factoren
- Vrij vaak: sterke ongewenste neveneffecten (o.a., middelen-afhankelijkheid, bijwerkingen)
Het psychodynamische model
Freud (1856–1939) ontwikkelde de psychoanalytische theorie
* Volgens deze theorie wordt gedrag voornamelijk bepaalde
door onbewuste dynamische psychische krachten
* Suggereerde dat abnormale symptomen het gevolg zijn van
conflicten tussen deze onbewuste psychische krachten
* Drie onbewuste krachten bepalen de persoonlijkheid: Instinctieve noden, rationeel denken en morele standaarden
* Id: Plezier principe –> primitief en instinctief
* Ego: Realiteitsprincipe –> is the realistic part that mediates between the desires of the id and the super-ego
* Superego: Moreel principe
* Conflicten
* Er is altijd een mate van conflict
* Gezonde persoonlijkheid = balans
* Dysfunctie = excessief conflict
Verschillende defensiemechanismen van Freud
Repression
Denial
Projection
Rationalization = Person creates a socially acceptable reason for an action that actually reflects unacceptable motives.
Displacement
Intellectualization
Regression = Person retreats from an upsetting conflict to an early developmental stage in which no one is expected to behave maturely or responsibly.
Wat zijn soorten psychodynamische therapieën?
- Hebben als doel om eerdere trauma’s en latente conflicten te ontdekken met de therapeut als gids
- Vrije associatie
- Therapeutische interpretatie
- Weerstand
- Overdracht
- Droom analyse + interpretatie
- Catharsis
- Doorheen werken
Beoordeling van het psychodynamische
model ( sterktes en zwaktes)
- Sterktes
- Eerste model die het belang van psychologische theorieën en systematische (psychologische) behandeling van abnormaliteit erkende
- Zag in dat abnormaal functioneren genest is in dezelfde processen als normaal functioneren
- Zwaktes
- Ongefundeerde ideeën en moeilijk te onderzoeken
- Niet-observeerbare concepten
- Ontoegankelijk voor participanten (want onbewust processen)
Het cognitieve-gedrags model
- Focus op maladaptieve gedragingen en gedachten voor het begrijpen en behandelen van psychologische abnormaliteit
- Eigenlijk twee aparte modellen, maar belangrijke principes en ideeën overlappen tussen het gedrags en het cognitieve model
Gedrags dimensie van het cognitieve-gedragsmodel
- Gebaseerd op conditionering
- Klassieke conditionering
- Modelering
- Operante conditionering
- Therapeuten werken als onderwijzers om te helpen om problematische gedragingen te vervangen met meer gepaste gedragingen
Cognitieve dimensie van het cognitieve-gedragsmodel
Focus op maladaptieve denkprocessen
* Inaccurate of verdraaide assumpties en attitudes
* Onlogische gedachtenpatronen
* Therapeut helpt cliënten om hun problematische denkprocessen te herkennen, uit te dagen en te veranderen
Beoordeling van het cognitieve-gedragsmodel ( sterktes en zwaktes)
- Sterktes
- Veel invloed in het klinische veld
- Brede toepasbaar
- Klinisch bruikbaar
- Focus op unieke menselijkeprocessen
- Theorieën kunnen empirisch onderzocht worden
- Therapieën zijn succesvol in het behandelen van verschillende stoornissen
- Zwaktes
- De precieze rol van cognities in abnormaliteit moet nog bepaald worden (oorzaak of gevolg?)
- Therapieën helpen niet iedereen
- Sommige gedrags- of cognitieverandering zijn mogelijks niet te bereiken
- Nieuwe therapieën binnen deze traditie
- Acceptance and commitment therapy (ACT)
- Mindfulness-gebaseerde technieken
Het humanistisch-existentieel model: humanistische benadering
Humanistische benadering
* Benadrukt dat mensen vriendelijk, coöperatief en
constructief zijn
* Focus op het nastreven van zelfactualisatie door de eerlijke
erkenning van sterktes en zwaktes
De humanistische theorie en therapie van Rogers
Menselijke basisbehoefte aan onconditionele positieve waardering
* Wanneer gegeven → onconditionele eigenwaarde
* Wanneer niet gegeven → Conditionele eigenwaarde
* Rogers’ client-centered therapie
* Therapeut creert positief ondersteunend klimaat
* onconditionele positieve waardering
* Accurate empathie
* Echtheid
* Weinig empirische ondersteuning, maar positieve impact op klinische praktijk
Humanistisch-existenntieel model: humanistisch
Logotherapie (Viktor Frankl) & Gestalt theorie en therapie (Fritz Perls; 1950s)
- Logotherapie (Viktor Frankl)
- Betekenis vinden in het leven
- Vrije wil
- Gestalt theorie en therapie (Fritz Perls; 1950s)
- Doel is om cliënten te begeleiden naar
zelfherkenning door uitdagingen en frustraties - Technieken
- Begeleide frustratie
- Rollenspellen
- Regels, inclusief “hier en nu” en “ik” taal
- Weinig empirische ondersteuning; subjectieve ervaringen en zelfherkenning kunnen niet objectief gemeten worden
Het humanistisch-existentieel model; Spirituele benaderingen en interventies
- Historische onderscheid tussen het klinische veld en religie lijkt te verdwijnen (vooral in de VS)
- Onderzoek suggereert dat spiritualiteit correleert met psychologisch welzijn
- Sommige clinici moedigen spirituele bronnen aan om om te gaan met stressoren
Het humanistisch-existentieel model; existentiële theorieën en modellen
- Existentiële theorieën en therapie
- Psychologische abnormaliteit
- Ontstaat wanneer een cliënt zelf-misleiding gebruikt om te ontkomen aan verantwoordelijkheden
- Client voelt zich overweldigd door maatschappelijke eisen; ontkomen wordt gewoonte
- Existentiële therapie
- Cliënten worden aangemoedigd om zich verantwoordelijk te gedragen en hun verantwoordelijkheid te nemen voor hun leven en problemen
- Relatie tussen therapeut en cliënt houdt gedeeld leren en groeien in