HC4: eetstoornissen Flashcards

1
Q

Anorexia Nervosa Checklist

A
  • De persoon neemt bewust minder voedsel binnen, wat resulteert in een sterk verlaagd lichaamsgewicht dat lager is dan dat van andere personen van dezelfde leeftijd en geslacht
  • De persoon is angstig voor gewichtstoename of probeert herhaaldelijk gewichtstoename te voorkomen ondanks een te laag lichaamsgewicht
  • De persoon heeft een verstoord lichaamsbeeld, legt veel nadruk op gewicht of vorm van het lichaam in zijn/haar zelfevaluatie of slaagt er niet in om de serieuze consequenties van zijn/haar lage lichaamsgewicht in te zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

De 2 subtypes van anorexia nervosa

A

Restrictief (beperkende) type
* Verlies van gewicht door steeds grotere beperkingen
* Weinig of geen variatie in het dieet
Purgerend type
* Verlies van gewicht door zichzelf te laten overgeven (braken) na maaltijden of door misbruik
van laxatieven of diuretica (plasmiddelen)
* Er kan ook sprake zijn van binges

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Progressie van anorexia nervosa

A

Vaak een meisje/vrouw met normaal gewicht die start met een
dieet
* (Succesvol) dieet escaleert in anorexia nervosa na,
bijvoorbeeld, een stressvolle gebeurtenis
* Meeste patiënten herstellen, maar ook hele hoge sterftecijfers (6%; de meest dodelijke mentale aandoening!)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Klininsch beeld van anorexia nervosa

A
  • Sterke drang naar afvallen
  • Hele sterke preoccupatie met voedsel
  • Verstoorde gedachtepatronen
  • Overschatting van gewicht/lichaamsvormen
  • Maladaptieve attitudes en mispercepties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Anorexia nervosa, klinisch beeld: psychologische problemen

A
  • Depressie, angst, laag zelfbeeld en slaapafwijkingen
  • Middelenmisbruik
  • Obsessief-compulsieve patronen en perfectionisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Anorexia nervosa, klinisch beeld: medische problemen

A
  • Amenorrhea (afwezigheid van menstruatie)
  • Verlaagde lichaamstemperatuur, verlaagde bloeddruk, opzwellen van het lichaam, verminderde botsterkte, vertraagde hartslag
  • Metabolische en elektrolyten disbalans
  • Problemen met huid, nagels en haar
  • Etc.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Minnesota starvation experiment

A

Drie fasen
* Baseline 12 weken
* Uithongeringsfase 24 weken
* Rehabilitatie 12 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Minnesota Starvation Experiment; Resultaten verhongeringsfase: fysiek

A
  • Basaal metabolisme vertraagde met 40%
  • Pols daalde van 55 naar 35, bloedvolume daalde met 10% en hart nam in grootte af en in frequentie van samentrekken
  • Oedeemvorming
  • Ruwe huid, haarverlies, gevoeliger voor kou, duizeligheid, spierkrampen, verminderde concentratie, oorsuizen
  • Krachtafname, vermoeidheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Minnesota starvation experiment; resultaten verhongeringsfase: gedragsmatig

A
  • Voedsel het belangrijkste gespreksonderwerp, maaltijden hoogtepunt van de dag, rekken van maaltijden, toename gebruik van zout en kruiden
  • Verzamelen van recepten, keukenspullen
  • Hamsteren van niet aan eten gerelateerde spullen
  • Groter maken van maaltijden met water
  • Veel kauwgom eten en koffie drinken
  • Eetbuien en stiekem eten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Minnesota starvation experiment; resultaten verhongeringsfase: emotioneel

A
  • Apathie: geen interesse in politiek, seks, zelfverzorging
  • Depressie
  • Angst
  • Woede
  • Nagels bijten
  • NB: tijdens de herstelfase gingen psychologische klachten niet meteen over, maar bleven weken bestaan of namen zelfs toe
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Minnesota starvation experiment; resultaten verhongeringsfase: sociaal

A
  • Minder gevoel voor humor
  • Sociaal inadequaat
  • Terughoudend in plannen activiteiten
  • Sociale ontwijking
  • Na de Minnesota studie veranderden sommigen van baan: 1 ging in de landbouw werken, 3 werden chef-kok
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Boulimia nervosa checklist

A
  • Herhaalde eetbuien (binge eating episodes)
  • Herhaald uitvoeren van buitenproportioneel compensatiegedrag (bv., geforceerd overgeven) om gewichtstoename te voorkomen
  • Symptomen vinden minstens wekelijks plaats voor een periode van 3 maanden
  • Onevenredig grote impact van gewicht of lichaamsvorm op zelfbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Boulimia nervosa progressie

A

Meisje/vrouw met normaal gewicht of licht overgewicht ontwikkelt boulimia nervosa na intens dieet
* Zoals bij anorexia nervosa zijn 75 tot 90% van de patiënten vrouwen
* Begint vaak in adolescentie of jonge volwassenheid, kan jaren aanhouden met betere periodes
* Gewicht fluctueert (soms sterk), maar blijft vaak binnen normale range

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Boulimia nervosa (eetbuien)

A
  • Episodes van oncontroleerbare eetbuien waarbij een persoon een grote hoeveelheid voedsel eet
  • Kan variëren van 1 tot 30 episodes per week en de consumptie van 2000 tot 3400 calorieën per episode
  • Wordt vaak in het geheim gedaan
  • Wordt vaak voorafgegaan door grote spanning/worsteling, welke wordt ongedaan gemaakt door eten
  • Wordt vaak gevolgd door extreme zelfbeschuldiging, schaamte, schuldgevoelens, depressie en zorgen over een gewichtstoename
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Boulimia Nervosa; Compensatiegedrag

A

Boulimia wordt gekenmerkt door compensatiegedrag
* Overgeven
* Laxatieven of diuretica
* Effectiviteit van compensatiegedragingen
* Beperkte positieve effecten
* Calorie-inname wordt niet compleet ongedaan gemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Lichaamsontevredenheid

A
  • Lichaamsontvredenheid is de belangrijkste predictor van het volgen van diëten en de mogelijke ontwikkeling van eetstoornissen.
  • Ongeveer 73% van alle meisjes en vrouwen zijn ontevreden over hun lichaam, in vergelijking met 56% van alle jongens en mannen.
  • De grote meerderheid van deze vrouwen zijn ervan overtuigd dat ze te zwaar zijn. Hier tegenover zijn vindt ongeveer de helft van de mannen dat ze te zwaar zijn en de andere helft vindt zichzelf te licht.
17
Q

Binge Eating Disorder; Checklist

A
  • Herhaalde eetbuien (binge eating episodes) met minstens drie van de volgende eigenschappen:
  • Heel snel eten
  • Afwezigheid van honger
  • Overeten
  • Eten in het geheim omwille van schaamte
  • Gevolgd door gevoelens van afschuw, depressie en schaamte/schuld
  • Significante last
  • Eetbuien vinden minsten wekelijks plaats over een periode van 3 maanden
  • Afwezigheid van excessief compensatiegedrag
18
Q

Oorzaak eetstoornis

A
  • Meeste theoretici en onderzoekers nemen een multidimensioneel perspectief
  • Verschillende factoren kunnen bijdragen aan risico
  • Meer factoren = grotere kans om een eetstoornis te ontwikkelen
  • Belangrijkste factoren
  • Psychodynamisch
  • Cognitief-gedrags
  • Biologisch
  • Maatschappelijke druk
  • Familiale omgeving
  • Multiculturele verschillen
19
Q

Oorzaak eetstoornissen; psychodynamische factoren

A

Psychodynamische factoren: ego gebreken
* Bruch: Psychodynamische theorie van eetstoornissen
* Verstoorde moeder-kind interacties kunnen leiden tot ego gebreken en verstoorde percepties
* Kinderen van ineffectieve ouders worden verwarde volwassenen die zich niet bewust zijn van hun interne noden
* Mensen met eetstoornissen nemen interne cues inaccuraat waar en maken zich meer zorgen over hoe ze worden gepercipieerd door anderen

20
Q

Oorzaak eetstoornissen; cognitieve gedragsfactoren

A

Cognitieve-gedragsfactoren
* Bruch: Verschillend cognitieve factoren, zoals het verkeerd waarnemen van interne sensaties en noden, dragen bij aan eetstoornissen
* Beperkte controle over het leven kan resulteren in een extreme nood aan het controleren van het lichaamsgewicht
* Dit leidt tot verstoorde cognities die centraal zijn bij eetstoornissen – zoals bijvoorbeeld negatieve zelf-oordelen op basis van gewicht en lichaamsvorm

21
Q

Oorzaak eetstoornissen; depressie

A

Depressie
* Draagt bij aan eerstoornissen; 4 lijnen van evidentie
* Mensen met eetstoornissen krijgen veel vaker de diagnose van major depressieve disorder dan de algemene populatie
* Familieleden van mensen met eetstoornissen hebben hogere prevalentie van depressieve stoornissen
* Gelijkaardige afwijkingen in hersencircuits als bij depressie
* Antidepressiva helpen soms bij eetstoornissen

22
Q

Oorzaak eetstoornissen; biologische factoren

A

Biologische factoren
* Bepaalde genen dragen bij aan eetstoornissen
* Familieleden van mensen met een eetstoornissen hebben een 6x hogere kans om zelf een eetstoornis te ontwikkelen
* Dysfunctioneren in bepaalde hersengebieden
* Grotere en meer actieve insula, orbitofrontal cortex en striatum; kleinere prefrontal cortex
* Abnormale activiteitslevels van serotonine, dopamine en glutamaat
Mogelijk belangrijke rol voor de hypothalamus
* Lateral hypothalamus (LH): Produceert honger
* Ventromedial hypothalamus (VMH): Reduceert honger
Set point
* Bepaald door genetische overerving en vroege eetpatronen
* Verantwoordelijk voor het behouden van een persoon op een bepaald gewicht

23
Q

Oorzaak eetstoornissen; maatschappelijke druk

A

Maatschappelijke druk
* Westerse standaarden voor vrouwelijke aantrekkelijkheid
* Maatschappelijk geaccepteerde vooroordelen tegen mensen met overgewicht
* Hoger risico op eetstoornissen binnen bepaalde subculturen (e.g., modellen, acteurs, dansers en sommige atleten)
* Economische en afkomst verschillen in prevalentie van eetstoornissen
* Sociale netwerksites, internet en televisie

24
Q

MindTech: De “dark site” van het internet

A

Sommige websites op het internet promoten gedragingen die clinici en het grootste deel van de maatschappij abnormaal en destructief vinden
* >600 pro-anorexia websites, met namen zoals “Dying to Be Thin” en “Starving for Perfection”

25
Q

Oorzaak eetstoornissen; familiale omgeving

A

Familiale omgeving
* Families kunnen een impact hebben en dragen mogelijk bij aan eetstoornissen
* Nadruk op slank zijn, looks of dieet
* Vaak: moeders die zelf een dieet volgen en perfectionistisch zijn
* Enmeshed family patterns (overbetrokken; overbezorgde families) (Minuchin)

26
Q

Oorzaak eetstoornissen; multiculurele factoren: gender en afkomst-verschillen

A

Multiculturele factoren: gender en afkomst-verschillen
* Slechts 10% van de patienten met een eetstoornis zijn mannen
* Andere standaarden voor mannen en vrouwen wat betreft looks in westerse landen
Verschillende manieren voor verlies van gewicht tussen mannen en vrouwen
* Vaker sporten bij mannen; dieten bij vrouwen
* Reverse anorexia nervosa of muscle dysmorphobia bij mannen

27
Q

Behandeling eetstoornissen; therapie doelen

A

Therapiedoelen bij eetstoornissen
* Prioriteit: Herstel lichamelijke conditie, normaliseren eetpatroon, stoppen compensatiegedrag
* Daarna: Aanpakken van psychologische en situationele factoren die hebben geleid tot het ontwikkelen en onderhouden van de eetproblemen

28
Q

Behandelingen voor anorexia nervosa

A
  • NOG GEEN BEWEZEN
    EFECTIEVE BEHANDELING VOOR VOLWASSENEN
  • CBT-E
  • MANTRA
  • SSCM
  • Herstel lichamelijke conditie
  • Normaliseren eetgedrag
  • Stoppen compensatiegedrag
  • Verminderen overwaardering en controle lichaamsvorm, gewicht en eten
  • Verbeteren psychosociaal functioneren en zelfbeeld
29
Q

Behandeling eetstoornissen; Duurzame verandering

A

Duurzame verandering
* Verandering van familiedynamieken
* Betrekken van de hele familie
* Family-based treatment

30
Q

Behandelingen voor boulimia nervosa

A

Behandelingen voor boulimia nervosa
* Directe behandeldoelen
* Binge-purge gedrag stoppen
* Normaal voedingspatroon
* Onderliggende processen behandelen
* CBT-E, IPT

31
Q

CBT-E

A

CBT-E is the abbreviation for “enhanced cognitive behaviour therapy”, and is one of the most effective treatments for eating disorders. It is a “transdiagnostic” treatment for all forms of eating disorder including anorexia nervosa, bulimia nervosa, binge eating disorder and other similar states​.
CBT-E isn’t a “one-size-fits-all” treatment. CBT-E is a highly individualised treatment. The therapist creates a specific version of CBT-E to match the exact eating problem of the person receiving treatment. CBT-E has four stages.

32
Q

Behandeling voor eetbuistoornis

A

Behandeling voor eetbuistoornis
* Behandelingen zijn gelijkaardig als deze voor boulimia nervosa
* Verminderen of elimineren van binge-eating patronen
* Additionele programma’s om (over)gewicht te managen zijn soms nodig