HC7: somatische-symptoomstoornis en verwante stoornissen Flashcards
(43 cards)
Somatisch-symptoomstoornis en verwante stoornissen
Somatisch-symptoomstoornis
Ziekteangst stoornis (“Illness anxiety”)
Conversie stoornis / Functionele neurologische stoornis
Nagebootste stoornis
Psychische factoren die somatische aandoeningen beïnvloeden
Ziekte
Cluster van symptomen (klachten) en tekenen
- Specifieke (organische/lichamelijke) oorzaak
- Gedefinieerd beloop
- Specifieke uitkomst
Disease
Lichamelijke ziekte: biologisch / medisch substraat
Disorder
Stoornis – meestal ook onderliggende ziekte,
niet altijd (bijv. depressie)
Illness
ziektegevoel
Sicknes
valt uit reguliere sociale rol, meldt zich ziek, vermindering van functioneren, ziekterol
Psychische stoornis: syndroom
- Cluster van symptomen die meer voorkomt dan op basis van toeval (d.w.z. niet ‘at random’) te verwachten is. Er is vaak geen duidelijke gemeenschappelijke oorzaak te benoemen
- Het gaat om “niet normale” ervaringen of gedragingen; de symptomen horen bij elkaar
- Deze presentatie van symptomen is af te bakenen (herkenbaar) ten opzichte van andere syndromen.
- Puur beschrijvend, de (lichamelijke) oorzaak hoeft niet bekend te zijn.
Biopsychosociaal model
Biologische aspecten
Psychologische aspecten
Sociale aspecten
Somatisch symptoom
Predisponerende, luxerende en onderhoudende factoren
Predisponerend “Waarom ú?”
Luxerend “Waarom nú?”
Onderhoudend “Waarom nóg?”
4 P’s model
Predisposing risk factors
Precipitating risk factors
Perpetuating risk facors
Protective factors
Somatisch-symptoom stoornis en verwante stoornissen
Somatisch-symptoomstoornis (“Somatic Symtpom Disorder”: SSD)
Ziekteangst stoornis (“Illness anxiety”) (voorheen ‘hypochondrie’)
Conversie stoornis / Functionele neurologische stoornis (“…disorder”: FND)
Nagebootste stoornis
Psychische factoren die somatische aandoeningen beïnvloeden
Andere SSRD
Ongespecificeerde SSRD
Kernsymptomen van SSRD ( = somatic symptom related disorder
Vermoeidheid & Pijn
Somatisch-symptoomstoornis DSM-5
A. Een of meer lichamelijke klachten waar de betrokkene onder lijdt, of die het dagelijks leven in significante mate verstoren
B. Excessieve gedachten, gevoelens of gedragingen samenhangend met de lichamelijke klachten of de hiermee gepaard gaande zorgen over de gezondheid, tot uiting komend in minstens één van de volgende kenmerken:
1. Disproportionele en persisterende gedachten over de ernst van de klachten (cognities)
2. Een persisterende hoge mate van ongerustheid over de gezondheid of de klachten (affect)
3. Het excessief veel tijd en energie besteden aan deze klachten of aan de zorgen over de gezondheid (gedrag)
C. Niet elke afzonderlijke klacht hoeft steeds aanwezig te zijn, maar het hebben van klachten op zich is wel persisterend (meestal langer dan 6 maanden)
Somatisch-symptoomstoornis
Specificeer indien:
- Met voornamelijk pijn (voorheen pijnstoornis).
Deze specificatie geldt voor mensen van wie de klachten vooral bestaan uit pijn
NB onderscheid dat er was bij pijnstoornis nl o.b.v. psychische of somatische
factoren vervallen - Persisterend
Een persisterend beloop wordt gekenmerkt door ernstige klachten, duidelijke beperkingen in het functioneren en een lange duur (langer dan zes maanden) - Actuele ernst
Licht slechts één van de in criterium B genoemde symptomen is aanwezig
Matig er zijn twee of meer van de in criterium B genoemde symptomen aanwezig
Ernstig Er zijn twee of meer van de in criterium B genoemde symptomen aanwezig,
en er zijn multipele lichamelijke klachten (of één zeer ernstige lichamelijke klacht)
Somatisch-symptoomstoornis prevalentie
- Geschat op 5-7%; (precieze % nog onbekend)
- Verwachting: hoger dan de somatisatiestoornis (<1%)
- Lager dan die van de ongedifferentieerde somatoforme stoornis (19%)
- Vrouwen meer dan mannen (voor de meeste SSVS)
- Waarschijnlijk meer frequent bij mensen met een medisch
gediagnostiseerde aandoening
Verklaard of onverklaard maakt niet (meer) uit
Overeenkomst tussen SSRD met:
* Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK)
* Nieuwe naam voor SOLK (2021): Aanhoudende lichamelijke klachten (ALK): “Persistent physical symptoms”
* Frequent gebruikte Engelstalige naamgeving: Medical Unexplained Somatic / Physical Symptoms (MUSS / MUPS)
DSM-5 criterium B is hierbij essentieel voor differentieel diagnose
Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK)
ALK = aanhoudende lichamelijke klachten “Persistent physical symptoms”
ALK (SOLK) syndromen duren in de regel > enkele weken (tot jarenlang), terwijl er geen
medisch of biLologisch substraat of defect gevonden kan worden die de symptomen
verklaart
Alk (SOLK) wordt gezien als een ‘werk-hypothese’, gebaseerd op de (aantoonbare) veronderstelling dat een lichamelijke of psychologische pathologie uitgesloten is
Multidisciplinaire Richtlijn SOLK en somatoforme stoornissen 2013.
Vergelijkbaar met ‘Functionele Stoornis’ en ‘Functionele Somatische Symptomen
Bijv. Non-cardiale pijn op de borst, fibromyalgie, chronisch vermoeidheidssyndroom, prikkelbare darmsyndroom
Mensen met deze aandoeningen waarderen het meestal niet dat er een psychotische uitleg aan (een deel van) hun klachten gegeven wordt; geven de voorkeur aan een somatische verklaring – voortdurend debat over optimale terminologie
Hoe vaak komt ALK (SOLK) voor? prevalentie
Prevalentie somatische symptomen:
* Algemene populatie: 85%-95%
Prevalentie ALK (SOLK)
* Algemene populatie: 20%-26%
* Eerste lijn: 25%-84%
* Tweede lijn: 35%-53%
Meest-voorkomende symptomen:
Hoofdpijn, rugpijn, pijn in gewrichten, buikpijn, vermoeidheid, misselijkheid
Functionele Stoornissen
Hoofdklacht Syndroom
Pijn in gewrichten en spieren Fibromyalgie
Vermoeidheid en uitputting Chronisch vermoeidheidssyndroom
Buikpijn en misselijkheid Prikkelbare Darm Syndroom (‘Irritable Bowel Syndrome’)
Hoofdpijn, duizeligheid Speirspanningshoofdpijn
Morbiditeit
- Vaak komen zowel psychologische als licamelijke aandoeningen samen voor
- Meer somatische symptomen → hogere prevalentie van angst en depressie
DE “R” In Somatic Symptom and Related Disorders
SSRD
Ziekteangst stoornis
Ziekteangst stoornis
A. Preoccupatie met het hebben of krijgen van een ernstige ziekte
B. Lichamelijke klachten zijn niet aanwezig, of, als dit wel het geval is, slechts in lichte mate. Als er een somatische aandoening aanwezig is of een hoog risico om een somatische aandoening te ontwikkelen (zoals wanneer een ziekte veel in de familie voorkomt) is de preoccupatie duidelijk excessief of disproportioneel
C. Er is een hoge mate van angst over de gezondheid, en de betrokkene is snel verontrust over de eigen gezondheidstoestand
D. De betrokkene vertoont excessief gezondheidsgerelateerd gedrag (controleert bijvoorbeeld herhaaldelijk haar / zijn lichaam op tekenen van ziekte) of maladaptatieve vermijding
(vermijdt bijvoorbeeld doktersafspraken en ziekenhuizen)
E. De preoccupatie met ziekte is minstens zes maanden aanwezig maar de
specifieke ziekte die wordt gevreesd kan in die periode veranderen
F. De ziekte gerelateerde preoccupatie kan niet beter worden verklaard door een andere psychische stoornis, zoals een SSS, een paniekstoornis, een GAS, een morfodysfore stoornis, een OCS, of een waanstoornis, somatische type
Ziekteangst stoornis –> Specificeer
- Zorgzoekende type
- Er wordt veel gebruik gemaakt van somatische zorg, in
de vorm van artsenbezoeken, of het ondergaan van tests en onderzoeken
- Er wordt veel gebruik gemaakt van somatische zorg, in
- Zorgmijdende type
- Er wordt zelden een beroep gedaan op somatische zorg
Conversie stoornis / Functionele Neurologische Stoornis (FNS)
Bij een conversiestoornis zorgen uw hersenen ervoor dat sommige delen van het lichaam tijdelijk niet goed werken.
A. Een of meer symptomen van veranderingen in de willekeurige motorische of de sensorische functies
B. Uit klinisch onderzoek blijkt dat het symptoom incompatibel is met een bekende neurologische of andere somatische aandoening
C. Het symptoom of de deficiëntie kan niet beter worden verklaard door een somatische of psychische stoornis
D. Het symptoom of de deficiëntie veroorzaakt klinisch significante lijdensdruk of beperkingen in het sociale of beroepsmatige functioneren of in het functioneren op andere belangrijke terreinen, of behoeft somatisch onderzoek
Conversie stoornis / Functionele Neurologische Stoornis (FNS)
specificeer het type syndroom
Specificeer het type symptoom
* Met zwakte of paralyse * Met aanvallen of convulsies
* Met abnormale bewegingen * Met anesthesie of sensibiliteitsverlies * Met sliksymptomen * Met speciale zintuiglijke symptomen * Met spraaksymptomen * Met gemengde symptomen
Vaak getriggerd door een emtotionele gebeurtenis (trauma)
Mensen met conversie stoornis (FNS) willen niet bewust of doelmatig hun symptomen teweeg brengen (anders dan bij nagebootste stoornis)
De stresserende ervaring wordt verondersteld ‘geconverteerd’ te worden in somatische sx – de term FNS is waarschijnlijk preciezer