H20 Intoxicaties (Thema Bewustzijnsstoornissen) Flashcards
Intoxicatie
Een intoxicatie is de toestand waarin een middel schade toebrengt aan een levend organisme, leidend tot morbiditeit of mortaliteit. De ernst hangt af van de eigenschappen van een stof en de dosering.
Behandeling volgens het treat the patient, not the poison-principe.
Twee soorten van intoxicaties
- Acute intoxicaties worden vaak veroorzaakt door genotsmiddelen of een tentamen suïcide.
- Accidentele intoxicaties komen vaak door geneesmiddeleninteracties.
Wat is een toxidroom?
Een combinatie van specifieke symptomen, vaak wijzend op een bepaalde werking van het toxische middel. Het niet hebben van deze typische symptomen sluit een toxidroom echter niet uit. Een mengintoxicatie kan symptomen verhullen.
Sympathicomimetisch toxidroom
Intoxicatie met cocaïne, amfetamines (speed), XTC, cafeïne of 2CB/4-FMP.
Zorgt voor een fight/flight-reactie.
Hartslag en AF versnellen, bloeddruk, zweetproductie en lichaamstemperatuur gaan omhoog, reflexen werken versterkt, pupillen zijn vergroot en er kan sprake zijn van agitatie, wanen en paranoia.
Cholinergisch syndroom
Intoxicatie met insecticiden, paddo’s, zenuwgas of fysostigmine.
Hartslag en AF zijn normaal, bloeddruk is verlaagd en er kunnen geleidingsstoornissen ontstaan. Miosis (kleine pupillen), diarree, braken, buikkrampen, verhoogde zweetproductie, speekselvloed, traanproductie, urine-incontinentie en er kan sprake zijn van agitatie, rusteloosheid, angst, psychose, delier, convulsies, spiertrekkingen, spierzwakte en zelfs coma.
Anticholinergisch toxidroom
Intoxicatie met antihistaminica, anti-parkinson medicatie, antipsychotica, antidepressiva, atropine, spierverslappers of scopolamine.
Hartslag, bloeddruk en temperatuur verhoogd en er kunnen hartritmestoornissen ontstaan. Pupillen zijn vergroot en reageren niet op licht. Verminderde peristaltiek, urineretentie, een droge huid/slijmvliezen en er kan sprake zijn van een delier of convulsies.
Opioïd toxidroom
Intoxicatie met opiaten, heroïne of methadon.
Hartslag, ventilatie, bloeddruk en temperatuur zijn verlaagd. Miosis, verminderde peristaltiek en een verlaagd bewustzijn.
Sedatief/hypnotisch toxidroom
Intoxicatie met benzodiazepinen, alcohol of GHB.
Hartslag, ventilatie, bloeddruk en temperatuur zijn verlaagd. Verminderde peristaltiek, verlaagde reflexen, ataxie en een verlaagd bewustzijn, waarbij soms een coma.
Serotinerg toxidroom
Intoxicatie met 2CB-4FMP of XTC in combinatie met MAO-remmers, SSRI’s of amfetaminen.
Hartslag en AF versnellen, zweetproductie en lichaamstemperatuur gaan omhoog, reflexen werken versterkt, spieren worden stijf (kaakklem), diarree, pupillen vergroot en sprake van verwardheid.
Behandeling van een intoxicatie
Ingrijpen in de kinetiek (absorptie, distributie of eliminatie) of de dynamiek (antagoneren van het middel).
Soms een lipidenemulsie toegediend (bij intoxicatie met lipofiele geneesmiddelen bijv. verapamil).
Soms dialyse om het middel te verwijderen (afhankelijk van grootte, eiwitbinding en hydrofiliciteit van het medicijn, omdat het over het membraan moet kunnen).
Antidotum kan als laatste worden gegeven waardoor het middel wordt geneutraliseerd. Oppassen bij bepaalde mengintoxicaties.
Ademhaling en intoxicaties
- Verminderde ventilatie door daling in het bewustzijn (GHB, benzodiazepines en antidepressiva)
- Verminderde ventilatie door krachtvermindering (botuline) of geobstrueerde luchtweg
- Verlaagde diffusie door verdikte alveolocapillaire membraan (inhalatie van toxische gassen)
- Transport van zuurstof verminderd door toxische stof.
Koolstofmonoxidevergiftiging
Hypoxie zal ontstaan in alle weefsels.
Hoofdpijn, duizeligheid, zwakte, misselijkheid, concentratieproblemen/verwardheid, kortademigheid, visuele klachten, pijn op de borst, bewustzijnsverlies, abdominale klachten en spierkrampen.
Restverschijnselen: cognitieve stoornissen, persoonlijkheidsveranderingen, bewegingsstoornissen en focale neurologische uitval (50% van de patiënten na 20 dagen en kunnen jaren aanhouden).
Onder hoge druk 100% zuurstof gegeven en in extreme gevallen hyperbare zuurstof.
Wat te doen bij gezwollen slijmvliezen en proberen te beademen?
Vernevelen met adrenaline totdat er kan worden geïntubeerd.
Wanneer geef je naloxon en/of flumazenil?
Naloxon geef je bij een opiaatintoxicatie met hypoventilatie. Niet bij mengintoxicaties.
Flumazenil geef je bij een benzodiazepinen intoxicatie. Contra-indicatie bij mengintoxicatie met stimulerende middelen, epilepsie in de voorgeschiedenis of afhankelijkheid van benzodiazepinen wegens het risico op insulten.
Welke middelen kunnen verbreding van het QRS-complex veroorzaken?
Middelen die natriumkanalen van de bundeltakken en de cardiomyocyten blokkeren: TCA’s, antidepressiva, klasse 1A/1C/2/4 anti-aritmica, cocaïne en carbamazepine. Belangrijk altijd een ECG te maken bij intoxicaties.
QRS-complex > 100 ms
Rechter hartas
Brugada-patroon of RBTB
R-top > 3 mm in AvR afleiding
