1.4 ionkanalen en hartpotentialen Flashcards

(27 cards)

1
Q

Leg uit welke onderdelen een ECG bevat en wat deze betekenen…

A

P top: depolarisatie atria
Tussen P en Q: een delay in de prikkeloverdracht van atria op ventrikels via de AV-knoop
QRS complex: depolarisatie septum en ventrikels
R top: depolarisatie ventriculaire hartspiercel
T top: repolarisatie ventrikels, repolarisatie ventriculaire hartspiercellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke onderdelen in het hart hebben een automatische depolarisatie?

A
  • pacemakercellen in SA- en AV-knoop
  • Purkinjevezels
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

elke type cellen hebben dezelfde actiepotentiaal als die van myocardcellen en op welke manier?

A

Purkinjevezels; beiden hebben een zeer snelle depolarisatie door natrium en een plateaufase door calcium

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij welke type cellen duurt de actiepotentiaal kort en bij welke lang?

A

kort: zenuwcel / skeletspiercel
lang: hartspiercellen (hebben ook refractaire periode)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke eigenschappen heeft elk celtype wanneer we kijken naar actiepotentialen?

A
  • tijdsduur van actiepotentiaal
  • rustmembraanpotentiaal (hoogte, stabiel/oplopend)
  • soort ionkanalen (soort ion)
  • voltage-afhankelijkheid (drempel)
  • snelheid van (in)activatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe komt een actiepotentiaal tot stand?

A

door verhoging van membraanpotentiaal:
Zodra de depolarisatie boven een bepaalde drempelwaarde uitkomt, worden voltage-gevoelige ionkanalen geopend -> natriumkanalen gaan openstaan en natrium stroomt de cel in -> de membraanpotentiaal wordt steeds minder negatief en slaat om naar sterk positief -> kaliumkanalen gaan open na een korte delay -> kalium gaat cek uit -> membraanpotentiaal daalt naar rustmembraanpotentiaal -> natriumkanalen sluiten -> kaliumkanalen sluiten ook -> door korte delay van kaliumkanalen daalt de membraanpotentiaal onder rustpotentiaal -> refractaire periode komt overeen met de re-activatiefase van natriumkanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe werkt een actiepotentiaal in hartspiercellen?

A

membraanpotentiaal komt boven drempel -> natrium kanalen open -> natriumkanalen snel weer dicht -> ondertussen gaan calcium kanalen ook open staan -> membraan wordt gedurende langere tijd gedepolariseerd -> calcium kanalen sluiten -> kaliumkanalen zorgen ervoor dat de membraanpotentiaal weer gaat dalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe zijn kanaaleiwitten opgebouwd?

A

24 transmembraan helices -> a-helices vormen 4 setjes van 6 helices met middenin een voltage-sensor: de S4-helix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Naar welke kant zal de s4-helix gekeerd zijn?

A

tijdens rust: richting intracellulaire zijde van het membraan
tijdens depolarisatie: richting extracellulaire zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer is het kanaal geopend door de S4-helices?

A

wanneer de extracellulaire zijde - geladen is en de intracellulaire zijde + en de S4 helices (+ lading) naar de extracellulaire zijde zijn gericht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waardoor wordt de sluiting van het kanaal in gang gezet?

A

door een los segment dat zich na een bepalde tijd in het kanaal vastzet en zo de doorgang verhinder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke kanalen zijn betrokken bij een actiepotentiaal in de hartspiercellen?

A

kaliumkanalen, natriumkanalen, calciumkanalen, natrium/calcium-exchanger (3Na+/Ca2+)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doet de natrium/calcium-exchanger in de ventriculaire hartspiercel?

A

de natrium/calcium-exchanger zorgt dat natrium kanalen openen / calcium de cel inkomt door I na/ca (calciuminflux wordt versterkt tijdens depolarisatie) / calcium de cel uitgaat (tijdens repolarisatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waardoor wordt de automatische activatie van actiepotentialen veroorzaakt bij de SA knoop?

A

Door de “funny” current (na-kanalen openen wanneer membraanpotentiaal beneden drempelwaarde komt) en T-type Ca kanalen (helpt om membraanpotentiaal even te versterken zodat L-type calcium open gaat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waardoor wordt de plateaufase veroorzaakt?

A

door de L-type Ca-kanalen

17
Q

Hoe is het ritme van drie soorten pacemakercellen verschillend?

A

SA-knoop: hoogste ritme en bepaalt frequentie van de hartslag
Purkinjecellen: hebben het laagste ritme

18
Q

Wat gebeurt er tijdens inspanning?

A

Sympaticus wordt actief:
- If-current neemt toe -> meer Na-stroom -> drempel wordt eerder bereikt voor L-type calcium kanaal
- kalium stroom wordt iets teruggehouden -> repolarisatie bereikt niet zo’n diep punt -> If current zal eerder bij treshhold komen van L-type calcium kanaal
- L-type calcium kanaal fosforyleert -> lagere drempel -> gaat eerder opnenen bij lagere membraanpotentiaal

19
Q

Wat doet de parasympaticus?

A
  • If current wordt geremd
  • Ik wordt gestimuleerd
  • Ica wordt geremd
20
Q

Waar is sprake van bij hypokaliemie?

A

Er is een verlaging van extracellulair K+ -> spierzwakte / hartritmestoornis

21
Q

Waar is sprake van bij hyperkaliemie?

A

Er is verhoging van extracellulair K+ -> spiertetanus/hartritmestoornis/hartstilstand

22
Q

Waartoe leidt het sluiten van K+ kanalen in de B-cellen in de pancreas?

A

dit zorgt voor een glucose-gemedieerde insulineafgifte -> Ca-influx stijgt

23
Q

Waartoe leidt het openen van K+ kanalen in bijvoorbeeld de vasculaire gladde spiercel?

A

EDHF-gemedieerde vasodilatie -> calcium influx daalt

24
Q

Waardoor wordt de rustmembraanpotentiaal vooral bepaald?

A

door de permeabiliteit van kalium en de ionenconcentratie van kalium

25
Wat gebeurt er met de rustmembraanpotentiaal als de extracellulaire kaliumconcentatie omhoog wordt gebracht / kalium kanalen sluiten?
Het getal onder de breukstreep wordt groter en Vm wordt minder negatief en er is dus een depolarisatie
26
Wanneer krijg je een hartstilstand?
wanneer de cel niet meer kan repolariseren en de hartspier blijft contraheren
27
Waardoor wordt het hartritme bepaald?
door spontane diastolische depolarisatie ("funny"-current en T-type calium instroom) van de pacemakercellen