14. Pathogenese van infectieziekten Flashcards

1
Q

Van rijk naar soort, hoe delen we de diersoorten in?

A

Rijk
Onderrijk
Stam
Klasse
Orde
Familie
Geslacht
Soort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe kunnen we levende organismen opdelen in drie domeinen ?

A

PROKARYOTEN
1. Bacteria
2. Archea

  1. EUKARYOTEN
    > Fungi (schimmels en gisten)
    > Planten
    > Dieren
    > Protistae (ééncellig)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe verschillen prokaryotische en eukaryotische cellen?

A

Prokaryoten: primitieve bouw
> DNA los is celvloeistof
> Geen organellen

Eukaryoten:
> Wel een kern met DNA
> Organellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Virus: prokaryotisch, eukaryotisch?

A

Geen van beiden.
Aparte groep
Inwendige structuur wijkt sterk af. Geen eigen stofwisseling en ander wezen nodig voor voortplanting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welk onderscheid maken we binnen de biologie?

A

MACROBIOLOGIE
Planten, dieren, mensen

MICROBIOLOGIE
Bacteriën, virussen, schimmels, gisteren, parasieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Micro-organisme?

A
  • Organisme opgebouwd uit één/meer cellen
  • Waarbij geen/weinig celdifferentiatie optreedt: voortplanting of overleving
  • Geen weefsels of organen
  • Enkel zichtbaar onder microscoop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zegt de naamgeving over het MO?

A

1ste deel: Genus/naam van geslacht

2de deel: speciesnaam/soortnaam

Altijd Latijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar houdt medische microbiologie zich mee bezig?

A
  • aspecten van ziekten veroorzaakt door: bacterie, virus, fungi, protozoa en meercellige parasieten
  • enkel voor de mens van belang
  • Gast-gastheerrelatie
  • Morfologie en fysiologie MO
  • Classificatie MO
  • Pathogenese infectieziekten
  • afweersystemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Ethiologie?

A

Leer van de ziekteoorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pathogenese?

A

Leer van de mechanismen van het ontstaan van een ziekte

> De wijze waarop een ziekte ontstaan en onwikkelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn commensalen?

A

Onschuldige kiemen die zelden ziekte veroorzaken. Enkel bij sterke verzwakking van gastheer.
Vb candida albicans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn pathogenen?

A

Ziekteverwekkende MO

Twee soorten:
1. Obligaat
> Veroorzaakt bijna altijd ziekte
> vb salmonelle typhi
2. Potentieel
> Veroorzaakt soms ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar bevinden de commensalen zich?

A
  • Conjunctiva
  • Luchtwegen tot neuskeelholte
  • Gastro-intestinaal kanaal
  • Externe uro-genitale tractus

NIET in intern milieu (normaal gezien)

Elke plaats zijn eigen specifieke flora

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het belang van commensalen voor het menselijk lichaam?

A
  • Verhindert groei van andere schadelijke (micro-)organismen
  • Stimuleert immuunsysteem
  • Intestinale flora verteert, detoxiceert en synthetiseert verschillende stoffen
  • Lactobacillen in vagina zorgen voor te zure omgeving voor meeste pathogenen
  • Produceren metabolieten (vitamines)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kolonisatieresistentie?

A

Weerstand van het lichaam door kolonies van commensale bacteriën, tegen kolonisatie van vreemde bacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Een gezonde dramflora: harmonie tussen gast en gastheer. Leg uit.

A

Bacteriën voorzien ons van:
- Vertering van sommige koolhydraten die we niet zelf kunnen verteren
- Antimicrobiële stoffen
- Vitaminen van B-complex
- Vitamine K

Gastheer voorziet bacteriën van:
- Voedingsstoffen
- Stabiele omgeving (in normale omstandigheden)

17
Q

Welk invloed heeft antibiotica op commensalen?

A

Elimineert deels ook de commensale flora waardoor pathogene MO makkelijker kunnen koloniseren en leiden tot ziekte.