4. Algemene voorzorgsmaatregelen Flashcards

1
Q

10 wijzers?

A

VOORAF
1. Handhygiëne
2. Gegevens verzamelen
3. Materiaal verzamelen
4. Privacy en veiligheid voorzien
5. Zorgvrager informeren

NADIEN
6. Installeer zorgvrager comfortabel
7. Ruim materialen op
8. Check situatie na afronding
9. Handhygiëne
10. Rapporteer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom microtraumata vermijden?

A

Het zijn ingangspoorten voor kiemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer kies je voor steriel materiaal?

A

Alles wat in contact komt met steriele lichaamsholte of daar waar de huid-of slijmvliesbarrière doorbroken wordt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de non-touch techniek?

A

Niets aanraken wat niet nodig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Meest doeltreffende preventiemaatregel?

A

Handhygiëne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke twee groepen MO onderscheiden we bij de huid?

A

Trasiënte flora
Residente flora

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Residente flora?

A

= MO’s die resideren onder oppervlakkige cellen van stratum corneum en huidoppervlak
- Virulentie is laag
- Conditioneel pathogeen
- Geen overdracht via gewoon contact

Overleeft en vermenigvuldigt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke MO omvat de residente flora?

A

Vooral GRAM +
- Staphylococcus epidermidis
-Candidia albicans (een gist)
-Staphylococcus aureus – t.h.v. perineum en neus

Soms GRAM-
(eerder bij ouderen, verzwakten,..): schadelijker
-Klebsiella
-Enterobacteriën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke taak heeft de residente flora?

A
  1. stoffen produceren die toxisch zijn voor andere MO
  2. Samen met zweet en talg beschermen ze tegen lichaamsvreemde MO
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke factoren beïnvloeden de residente flora?

A

PERSOONSGEBONDEN:
-leeftijd
-gezondheidstoestand
-medicatie
-algemene hygiëne

PLAATSGEBONDEN:
- Vochtige zone: handen, voeten, lies, perineum…
- Droge zone: armen, benen, rug
- Vette zone: hoofd, schouders, bovenrug

BESCHADIGING:
- MO groeien makkelijker in beschadigde huid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Transiënte flora?

A

= MO’s die oppervlakkige afschilferende epitheellagen huid koloniseren
- ook opgestegen residente flora
- MO’s opgenomen bij contacten, verzorging, voorwerpen…
- Vermenigvuldigt nauwelijks
- Tijdelijk. Kan niet lang overleven op huid

➔wisselende samenstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke MO bij transiënte flora?

A

GRAM + bact
GRAM - bact
virussen
gisten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Virulentie van transiënte flora?

A

Ziekmakend afhankelijk van:
- Soort kiemen
- Aantal kiemen
- Virulentie kiemen
- Gastheer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kunnen handen steriel worden?

A

Neen. Na goed ontsmetten verwijder je de transiënte MO en beperk je de residente MO.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

5 voorwaarden voor de overdracht van MO?

A
  1. Aanwezigheid MO op huid vd patiënt of voorwerp in directe patiëntenomgeving
  2. Overdracht van MO naar handen zorgverlener
  3. Overleving van MO (ideale omstandigheden zelf vermenigvuldigen)
  4. Geen handhygiëne of verkeerde hh
  5. Direct contact tussen handen zorgverstrekker en andere patiënt of voorwerp dat in contact zal komen met patiënt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Basisvereisten handhygiëne?

A
  • Geen juwelen aan voorarm, pols, hand
  • Nagels: kort en zuiver
  • Kleding: polsen vrij, korte mouwen
  • Wondjes: afdekken indien thv handen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Doel van handhygiëne?

A

Preventie kruisbesmetting
Preventie ziekenhuisinfecties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kritische noot bij 5 voorwaarden overdracht MO?

A

Complexer in de realiteit.
Bidirectional: MO gaan in beide richtingen. Er is een uitwisseling van MO.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat houdt handhygiëne in?

A
  1. Handen wassen
    - Water en niet-medicamenteuze zeep
    - Mechanisch vuil verwijderen
    - Geen kiemdoding, wel 50% reductie transiënte flora
    - Antimicrobiële of antiseptische zeep : meer reductie
  2. Handen ontsmetten
    - Hygiënisch : doodt transiënte flora
    - Chirurgisch : transiënte en residente
  3. Dragen van handschoenen
    - Preventie overdracht MO’s
    - Beschermen handen chemische stoffen
    - Aanvulling, geen VERVANGING handen ontsmetten!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Waarom bij zichtbaar vuil eerst handen wassen vooraleer te ontsmetten?

A

Handalcohol verliest zijn werking in aanwezigheid van organisch materiaal.

Heeft ook geen reinigende werking!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Sociaal handen wassen?

A

Normale persoonlijke hygiëne

Bij aanvang werk, ook na pauze
Na toiletbezoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wanneer handen wassen in zorgsituatie?

A
  • Zichtbaar vuil
  • Geur
  • Plakkerig
  • Na contact patiënt met clostridium difficile infectie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Handen ontsmetten als je handschoenen aandoet?

A

Ja, handschoenen zijn een aanvulling, geen vervanging.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Betreden kamer = handen ontsmetten?

A

Neen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wanneer gaan we handen ontsmetten?

A
  1. Onmiddellijk voor contact met patiënt
  2. Onmiddellijk voor een zuivere of invasieve handeling
  3. Na blootstelling aan biologische vloeistoffen of slijmvliezen. Ongeacht het al dan niet dragen van handschoenen
  4. Na laatste contact met patiënt, als men hem verlaat
  5. Na contact met de nabije omgeving van patiënt, zelfs zonder contact met hem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wie beschermen we bij steriele en niet-steriele handschoenen?

A
  • niet-steriele HS : bescherming zorgverlener
  • Steriele HS : patiënt beschermen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wanneer niet-steriele handschoenen dragen?

A
  • Voorzorg bij potentiële blootstelling bloed, lichaamsvocht, secreties, excreties, slijmvliezen, niet-intacte huid, voorwerpen bevuild met voorgaande
    Vb bloedafname
  • Bijkomende maatregel bij contact besmette pat. of materiaal
    vb MRSA, clostridium difficile
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wanneer handschoenen vervangen/verwijderen?

A
  • Na iedere patiënt
  • Dezelfde patiënt:
    > Na contact met elk soort lichaamsvocht
    > Bij overgang van besmette zone naar andere zone
  • Na contact met voorwerpen bevuild met lichaamsvochten
  • Als de activiteit onderbroken wordt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wanneer steriele handschoenen dragen?

A
  1. Rechtstreeks contact steriele weefsels/vochten
  2. Rechtstreeks contact steriel materiaal (dat steriel moet gebruikt worden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wanneer geen handschoenen dragen?

A
  • Rechtstreeks patiëntencontact vb RR
  • Onrechtstreeks contact
    vb dossier invullen
  • Uitz. : patiënt is drager besmettelijke MO’s, blootstelling lichaamsvochten of voorwerpen bevuild met lichaamsvochten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Hoe handen wassen?

A
  1. Handen bevochtigen
  2. één pomp zeep met elleboog
  3. Wrijven:
    > Handpalmen
    > Handruggen
    > Vingers tussen elkaar
    > Achterkant vingers
    > Duimen
    > Vingertoppen
  4. Spoelen
  5. Drogen met wegwerphanddoekje
  6. Kraan sluiten met wegwerphanddoekje
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat duurt langer? Handen wassen/ontsmetten?

A

Wassen: 40-60sec
Ontsmetten 20-30sec

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Hoe handen ontsmetten?

A
  1. Handpalmen tegen elkaar
  2. Handrug - handpalm
  3. Vingers tussen elkaar
  4. Achterkant vingers - handpalm
  5. Duim - handpalm
  6. Vingertoppen - handpalm
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Aandachtspunten bij handen ontsmetten

A
  • Voldoende handalcohol gebruiken
  • 30 sec drogen
  • Klinisch relevante delen
35
Q

Voordelen handontsmetting

A

Eenvoudig, snel, toegankelijk, minder belastend voor huid, meer MO dan bij wassen …

36
Q

Techniek aantrekken niet-steriele handschoenen

A
  1. Juiste type en maat kiezen
  2. Uit doos nemen zonder doos en inhoud te contamineren
  3. Aantrekken
37
Q

Aantrekken steriele handschoenen: waar op letten?

A

Gebruik maken van omgevouwen manchetten!

38
Q

Waarom handhygiëne na handschoenen verwijderen?

A
  • Eventuele beschadiging, penholes
  • Serre-effect (warm en vochtig waardoor MO sneller delen)
39
Q

Handschoenen ontsmetten of wassen?

A

Neen, tast kwaliteit aan

40
Q

Handhygiëne compliance?

A

De naleving van de voorschriften van hh

Ligt erg laag! Minder dan de helft van de gevallen wordt het toegepast. Daarom voortdurend campagnes.

41
Q

Welke handschoen toont aan dat er sprake is van schade?

A

Handschoen met punctie-indicator

Er wordt gebruik gemaakt van twee biogel handschoenen. Als er lekkage optreedt dan volgt er direct een verkleuring in de buitenste handschoen zodat men weet dat deze vervangen dient te worden.

42
Q

Hoe zorgen we voor immunisatie bij de ziekenhuismedewerker?

A

Inenting tegen Hepatitis B

43
Q

PBM? Wanneer?

A

Persoonlijke beschermingsmiddelen

Contact voorzien met bloed, lichaamsvochten, secreta, excreta, slijmvliezen, niet-intacte huid
of materiaal dat met bovenstaande in contact kwam

44
Q

Welke beschermende kledij?

A

Twee soorten beschermschorten:
1. Wit, plastieken schortje
2. Non-woven beschermschort, vooral bij contactisolatie

45
Q

Welke gezichtsbescherming?

A

Chirurgisch masker
FFP1-3 (hoe hoger het getal, hoe hoger de filtercapaciteit, hoe oncomfortabeler)
FFP2 en 3 kan je 24u gebruiken mits correct opbergen

Spatbril
Gezichtsschild

46
Q

Welke volgorde BSM aantrekken?

A

Handhygiëne
Masker
Schort
Handschoenen

47
Q

Welke volgorde BSM uittrekken?

A

Handschoenen
Schort
Masker
Handhygiëne

48
Q

Wat zijn overdrachtgebonden maatregelen?

A

Voorzorgen ter voorkoming van “gevaarlijke” en/of epidemiologisch belangrijke MO
> Belangrijk om rekening te houden met de wijze waarop ze worden overgedragen.
> Als aanvulling op standaardvoorzorgen

49
Q

Cohort?

A

Patiënten met een aandoening door dezelfde MO verplegen op één kamer

50
Q

Wat is druppelisolatie? Wat houdt het in?

A

Voorzorgen indien patiënt besmet is met MO die zich verspreiden via druppels >5µ. Verspreiden zich max 1m ver. Voorkomt besmetting van conjunctivae of neus- en mondslijmvliezen.

  1. Chirurgisch masker indien afstand <1m en handen ontsmetten
  2. Individuele kamer of cohort
  3. Transport beperken en desnoods patiënt met masker tijdens transport

Voorbeeld: pneumonia

51
Q

Wat is aërogene isolatie?

A

Voorzorgen indien patiënt besmet is met MO die zich verspreiden via druppelkernen of stofdeeltjes <5µ. Verspreiden zich over grote afstand. Voorkomt besmetting door inhalatie.

  1. Ademhalingsbeschermend masker
  2. Individuele kamer of cohort en DEUR DICHT
  3. Transport beperken en desnoods patiënt met ademhalingsbeschermend masker tijdens transport

Voorbeeld: varicella, open long TBC

52
Q

Wat is contactisolatie?

A

Voorzorgen indien patiënt besmet is met MO die zich verspreiden via direct of indirect contact.

  1. Individuele kamer of cohort
  2. Handschoenen aan bij binnengaan
  3. Handschoenen uit bij buiten gaan + HO
  4. Schort

Voorbeeld: Rotavirus

53
Q

Welke dienst in het ziekenhuis bekommert zich over voorzorgsmaatregelen?

A

Dienst ziekenhuishygiëne.

54
Q

Wat als je niet zeker bent welke MO er bij de patiënt aanwezig zijn?

A

Bij vermoeden van toch al preventief aanvullende voorzorgen nemen BOVENOP de standaardvoorzorgsmaatregelen

55
Q

Kiem-gebonden voorzorgen?

A

Voorzorgen beschreven per kiem.
Bij kiemen die makkelijk verspreiden en/of ernstige gevolgen hebben bij infectie.

Sommige kiemen krijgen verdere onderverdeling per patiëntencategorie. Afhankelijk van:
- Plaats van kiem en of die eventueel te isoleren is
- Patiënt zijn mogelijkheid tot deelname aan isolatiemaatregelen

56
Q

MDRO?

A

Multi drug resistente organismen

Moeilijk uit te roeien
Vergen steeds uitbreiding SVM

57
Q

MRSA?

A

Multi Resistente Staphylococcus Aureus

Gram+MO dat resistent geworden is aan alle synthetische varianten van penicilline. Niet agressiever dan niet-resistente vorm.

  • Zeer verspreid bij mens en dier
  • Neus : 30-50%
  • “plakker”
  • Vooral contactoverdracht
  • “sterk”
  • Conditioneel pathogeen (verzwakte personen)
58
Q

Nieuwe variant MRSA?

A

CA-MRSA (community associated)

Type MRSA die niet perse in medisch-verpleegkundige zorg optreedt. Ook sportclub; crèche; scholen;…

59
Q

Risicopatiënten voor MRSA?

A
  • Bejaarden
  • Zware pathologie
  • Langdurige hospitalisatie of veel na elkaar
  • Patiënten die vanuit een ander ziekenhuis komen (al dan niet in buitenland)
  • Patiënten met beschadigde huid
60
Q

MRSA beleid?

A
  1. SCREENING
    > Actief zoeken naar MRSA bij patiënten
  2. CONTACTISOLATIE
    > In geval van positief persoon
  3. DEKOLONISATIE
    > In geval van positief persoon: MRSA doden
  4. ANTIBIOTICA
    > In geval van infectie
61
Q

Bij welk beroep zien we meer MRSA?

A

Veehouders, slachthuismederwerkers

62
Q

Maatregelen bij de individuele patiënt indien MRSA?

A
  1. Isolatie bij postieve test/screening
    > Duurt tot 2-3 negatieve controle stalen
    > Melden op kamerdeur en dossier
  2. Dekolonisatie
  3. Bescherming: masker, handschoenen, isolatieschort
  4. Linnen en kledij
    > dagelijks vers (gele plastiekzak)
    > Ondoordringbare overtrek hoofdkussen
  5. Kamer dagelijks ontsmetten
  6. Persoonlijk medisch-verpleegkundig materiaal
    > Bij voorkeur éénmalig gebruik
  7. Doorspoelen met deksel dicht
  8. Transport vermijden
  9. Bezoek: inlichtingen aan kamerdeur
    > Achteraf geen andere patiënten bezoeken
    > HO
    > Isolatieschort indien risicopatiënten thuis
63
Q

Screening MRSA. Wie, waar, wanneer?

A

Wie:
- MRSA-verleden/heden
- Medepatiënt MRSA
- Chronische wonden
- Transfer andere zorginstelling
- Contact met levende varkens

Waar:
- lichaamsopeningen (natuurlijk en onnatuurlijk)
- lichaamsvochten

Wanneer:
- na dekolonisatie
- bij gekende patiënt meteen na opname

64
Q

Dekolonisatie - hoe?

A

Neus: mucopirinezalf in neusnok
Huid en haar: Chloorhexidine of joodverbinding
Wonden: zalf vb isibetadine dermicum gel

65
Q

Waarom dekoloniseren?

A
  • Verspreiding tegengaan
  • Infectierisico dalen
66
Q

Wanneer gaan we over tot personeel testen op MRSA?

A

In korte tijd meerdere patiënten op de afdeling.

Positief > neus dekoloniseren

67
Q

Ziekenhuis en rusthuis zijn elkaars reservoir voor MRSA. Leg uit.

A

Vooral verzwakte; geïnstitutionaliseerde bejaarden zijn vatbaar voor MRSA. Pikken het op in het ziekenhuis en nemen mee naar rusthuis waar de bacterie circuleert.

68
Q

Costridium difficile?

A

Gram+ bacterie
Sporevormend
Zeer virulent
Belangrijkste oorzaak van nosocomiale diarree

69
Q

Risicofactoren costridium difficile?

A

Instrinsiek:
- Leeftijd
- Ernst onderliggende aandoening
- Ondervoeding
- Eiwittekort …

Extrinsiek:
- Medicatie, antibiotica, chemo…
- Herhaalde lavementen
- Hospitalisatieduur
- Gastro-intestinale chirurgie…

70
Q

Wat kan costriudium difficile veroorzaken?

A
  • Asymptomiatisch dragerschap
  • Goedaardige diarree (verdwijnt spontaan)
  • Ernstige, waterige diarree (verdwijnt spontaan)
  • Ernstige darmonsteking
  • Levensbedreigende darmonsteking
71
Q

Welke overdrachtsweg voor costridium difficile?

A

Feco-oraal

72
Q

Maatregelen bij patiënt met clostridium difficile?

A
  1. Isolatie
    > Melden op kamerdeur en dossier
  2. Bescherming: handschoenen, isolatieschort
  3. Handhygiëne: HW én HO
  4. Linnen en kledij
    > dagelijks vers (gele plastiekzak)
  5. Kamer dagelijks ontsmetten, sanitair met javel
  6. Persoonlijk medisch-verpleegkundig materiaal
    > Bij voorkeur éénmalig gebruik
  7. Doorspoelen met deksel dicht
  8. Transport vermijden
  9. Bezoek
    > HW, HO
    > toilet niet gebruiken
    > Geen kinderen
73
Q

Scabiës?

A

Ectoparasiet
Vrouwelijke mijt graaft zich in opperhuid en legt eitjes
Vrij onschuldig.
Veel jeuk

74
Q

Behandeling scabiës?

A

Volledig insmeren met zalf
12u laten trekken
Wassen en verse kledij aantrekken

75
Q

TBC?

A
  • Veroorzaakt door mycobacterie
  • Jarenlang in lichaam aanwezig
  • Daling weerstand > plots terug actief
  • Overdracht via lucht : druppel(kernen)
  • Gedijt goed in donker, vochtige ruimte
76
Q

TBC behandelen?

A

Vaak verschillende soorten antibiotica nodig.

77
Q

Maatregelen tegen TBC?

A
  1. Isolatie
    > Bij positief staal of vermoeden
    > Min. 72u na inname start inname tuberculostica
    > Melden op kamerdeur en dossier
    > Alleen op kamer met deur DICHT
  2. Bescherming: FFP2 masker; handhygiëne; handschoenen, isolatieschort
  3. Linnen en kledij
    > dagelijks vers (gele plastiekzak)
  4. Kamer dagelijks ontsmetten, ook met FFP2-masker
  5. Persoonlijk medisch-verpleegkundig materiaal
    > Bij voorkeur éénmalig gebruik
  6. Doorspoelen met deksel dicht
  7. Transport vermijden
  8. Bezoek
    > Geen kinderen
    > FFP2masker
    > HO
78
Q

Hoesthygiëne?

A

Hoesten met afgewend gelaat
Papier zakdoek voor mond en neus en meteen weggooien
Handhygiëne

79
Q

Meningitis?

A

Hersenvliesontsteking:
- Bacterieel: zeldzaam, ernstig
- Viraal: komt meer voor, minder ernstig

Veroorzaakt beschadiging van de bloedvaten, daardoor deze gaan lekken. Achterliggend vaatgebied wordt te weinig doorbloed waardoor necrose ontstaan.

80
Q

Maatregelen meningiti?

A
  1. Isolatie
    > Bij positief staal/vermoeden
    > min 24u na start antibiotica
    >Melden op kamerdeur en dossier
    > eenpersoonskamer met deur dicht
  2. Bescherming: masker; hh; handschoenen, isolatieschort
  3. Linnen en kledij
    > dagelijks vers (gele plastiekzak)
  4. Kamer dagelijks ontsmetten, sanitair met javel
  5. Persoonlijk medisch-verpleegkundig materiaal
    > Bij voorkeur éénmalig gebruik
  6. Doorspoelen met deksel dicht
  7. Transport vermijden
  8. Bezoek
    >Geen kinderen
    > Masker
    > HO
81
Q

Wat zijn indicaties voor omgekeerde isolatie?

A
  1. Immuniteitsstoornis
  2. Na weefsel-of orgaantransplantantie
  3. Uitgebreide brandwonden
82
Q

Welke maatregelen bij omgekeerde isolatie?

A
  1. Afzonderlijke kamer met sluis
  2. Voor gebruik reinigen en ontsmetten
  3. P mag kamer niet verlaten
  4. Beschermingskledij voor iedereen die binnenkomt: overschort, masker, handschoenen, muts
  5. HH
  6. Wegwerpmateriaal
  7. Bezoek beperken en geen dicht contact
  8. Dagelijkse reinigingen en ontsmetting van kamer
83
Q

Mantoux-test?

A

Test om op te sporen of je antistoffen tegen TBC hebt. Er worden een klein beetje antigenen ingespoten onder de huid en indien positief zwelt de huid een beetje op.