H15 De vroege Keizerlijke Tijdperk: Na Augustus Flashcards

1
Q

Welke twee keizers uit de periode 14-193 n.Chr. voerden een duidelijk op expansie gerichte politiek? Op welke gebieden was deze expansie gericht?

A

Claudius en Trajanus : Groot-Britannië, Dacia, Mesapotamië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Met welke Joodse opstanden werd het Romeinse rijk in de Vroege Keizertijd geconfronteerd?

A

Je Joodse opstanden van 66-73 (Joodse oorlog: wij willen een Joodse staat) , 115-117 (opstand in Cyrenaica, Egypte, op Cyprus en uiteindelijk in Palestina: discriminatie) en 132-136 (Joodse opstand van Bar Kokhba: wens voor een Joodse staat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werd het Romeinse burgerschap verspreid?

A
  • Veteranen en hun gezinnen ontvingen het
    Romeinse staatsburgerschap
  • Geromaniseerde steden en regio’s konden
    worden ‘vrijgemaakt’
  • In 212 verleende Caracalla alle vrije inwoners
    van het rijk het Romeinse staatsburgerschap.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly