College 1-4 Flashcards
Wat is een andere naam voor een aspecifieke respons
Innate en angeboren respons
Hoe verloopt een innate respons
- Wondje op de huid, bacterien erin
- Histamine en bradykinine zorgen voor vasodilatatie (rood, zwelling, pijn, warmte en functie verlies)
- Permeabiliteit neemt toe en complementsysteem wordt geactiveerd
- Neutro’s eten bacterie op en het scheidt IL-1 uit
5.. Macrofagen eten de bacterie op en deze gaat opzoek naar een T-cel voor presentatie - T-cel herkent het antigeen en deelt tot verschillende soorten T-cellen
- T-helpercellen gaan naar de lymfeklier en activeren de B-cel
- De B-cel wordt geactiveerd en deelt zich tot B-geheugencel of een plasma cel
- Door positieve en negatieve selectie kan er voortaan sneller gereageerd worden en is er een adaptieve respons
Wat is celgemedieerd en wat is humoraal
Celgemedieerd: auto-immuun
Humoraal: allergie
Hoe weet de B-cel waar deze in de follikel heen moet?
Door CXCL13 en CXCR5+ helpt daarbij
Wat zijn de 5 kenmerken van acute inflammatie?
- Roodheid
- Zwelling
- Pijn
- Warmte
- Functieverlies
(Recognition, recruitment, removal, regulation and restoration)
Hoe werkt de interactie tussen APC en naive T-cel?
Alle 3 stappen nodig voor vorming actieve T-cel
1. Activatie: APC met antigeenpeptide aan HLA molecuul presenteert CD4+ T-cel met TCR
2. Survival: co-stimulatoire moleculen(CD28)
3. Differentiatie: oiv cytokines tot effectorcel
Waaruit bestaat een lymfeklier?
- Afferent lymfevat
- Buitenste cortex: follikels met B-cellen en folliculaire dendritische cellen
- Paracortex: T-cellen, dendritische cellen
- Medulla: plasmacellen, medullaire koorden en sinussen met macrofagen
- Efferent lymfevat
Organisatie door chemokinen
Reticulum cellen vormen transportkanalen voor snel vervoer vloeibare antigenen(30 min)
Celgebonden antigen(18-24h), via trabeculaire sinus
Wat is immuuntolerantie?
Niet alle antigenen moeten respons geven.
- centrale selectie: verwijdering zelfreactieve lymfocyten in primaire lymfoide organen (thymus en beenmerg)
- perifere selectie: immuun ignorance (zonder co-stimulatie houdt het op, suppressie en mutual inhibition
Welke cellen behoren tot de adaptieve respons?
B-cellen (plasma/geheugen) en T-cellen (T-helpercel/CD4+/MHC-II en cytotoxische T-cel/CD8+/MHC-I)
Welke cellen behoren tot de innate respons?
Granulocyten, eosinofielen, monocyten, macrofagen etc…
Hoe helpt de Th-cel bij het activeren van de B-cel?
- Opname antigeen in een blaasje in Th-cel door een endosoom
- HMC-II presenteert antigeen aan de B-cel
- CD4+ cel wordt actief
- De B-cel wordt geactiveerd
Hoe helpt de cytotoxische T-cel bij het doden van een geinfecteerde cel?
- Opname antigeen in een blaasje in cytotoxische T-cel door een endosoom
- HMC-I zet antigeen op de APC cel
- De APC cel presenteert het antigen aan de CD8+ cel
- De geinfecteerde cel wordt gedood
Hoe ontstaat er T-cel receptor diversiteit?
- Combinatiediversiteit (A- en B-keten of C- en G-keten)
- VDJ-recombinatie
- Junctiondiversiteit
Hoe werkt de positieve selectie van de T-cellen?
In de thymus kijken welke cellen er een affiniteit hebben om op hun eigen MHC-eiwitten te reageren. Deze kunnen niet meer uitrijpen.
Hoe werkt de negatieve selectie van de T-cellen?
In de thymus ervoor zorgen dat de cellen gelimineerd worden wanneer ze te sterk op hun eigen MHC-eiwtten/zelfantigenen zullen reageren