Pathologie zwangerschap en spina bifida Flashcards

1
Q

Zwangerschapshypertensie en pre-eclampsie

A

Als bloeddruk moeder bij herhaling na 20e week >140/90mmHg is, terwijl daarvoor normale bloeddruk. Als daarnaast ook proteïnurie en/of orgaanfalen is sprake van pre-eclampsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Risicofactoren pre-eclampsie

A

Voor eerste keer zwanger (3-5%), minder heftig en later als je al keer eerder zwanger bent geweest met pre-eclampsie. En verder: positieve familieanamnese, obesitas en medische factoren (renale ziekte, SLE, trombofilie, diabetes…)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Factoren die rol spelen bij ontwikkeling pre-eclampsie

A

Immunologische, genetische en omgevingsfactoren spelen een rol. Wellicht doordat foetus wordt gezien als semi-allograft en dan cytokines vrijkomen.
Sprake van placentaire dysfunctie en vasculaire endotheeldysfunctie. Heeft invloed op verschillende organen en waarschijnlijk deficiëntie in de aanleg van placenta->ischemie ontstaat. Spiraalarteriën (van moeder die naar placenta gaan) zijn niet goed aangelegd en onvoldoende doorlaatbaar voor bloed. Overal in moederslichaam ontstaat schade aan endotheel. En bloeddruk stijgt om voldoende bloed naar baby te krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Symptomen pre-eclampsie

A
  • Ascites->dikke buik
  • Longoedeem-> kortademigheid en misselijkheid
  • Perifeer oedeem->dikke benen
  • Schade aan lever-> bovenbuikpijn
  • Schade aan hersenen->hoofdpijn en sterretjes zien
  • Problemen met nieren-> verminderde urineproductie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Anemie

A

Kan tijdens zwangerschap ontstaan door ijzergebrek, tekort foliumzuur of vitamine B12-deficiëntie. Tijdens 2e helft zal Hb laagste zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Zwangerschapsdiabetes

A

Als DM in 2e helft van zwangerschap ontwikkelt. Tijdens 2e deel wordt insulineresistentie hoger, bloedglucose stijgt en vaak meer plassen en dorst als 1e symptomen.
OGTT doen voor diagnose of glucosedagcurve.
Als zwangerschapsdiabetes heb je hogere kans om DM type 1 te ontwikkelen in periode na de zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Trombose

A

Hypercoagulabiliteit tijdens zwangerschap. Balans tussen eiwitten die stolling remmen en bevorderen is veranderd, stolsels kunnen eerder ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Zwangerschapshypertensie als

A

Bloeddruk >140/90mmHg, bij herhaling gemeten, in 2e helft zwangerschap en bij voorheen normotensieve vrouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Redenen voor verwijzing vanwege risico op zwangerschapshypertensie

A

Sterretjes zien, hoofdpijn, misselijkheid/braken, dyspnoe, oedeem, brandgevoel/pijn rechter bovenbuik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

PEH

A

Pre-existente hypertensie: als hypertensie voor amenorroeduur van 20weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

PIH

A

Zwangerschapshypertensie: kan vanaf amenorroeduur van 20wk ontstaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

PE/pre-eclampsie, 3 mogelijkheden

A
  • Zwangerschapshypertensie in combi met proteïnurie
  • Zwangerschapshypertensie in combi met foetale groeirestrictie
  • Zwangerschapshypertensie in combi met orgaandysfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Gesuperoneerde pre-eclampsie

A

Er was al hypertensie aanwezig, maar nu wordt ook pre-eclampsie ontwikkelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Eclampsie

A

Bij zwangere vrouw waar pre-eclampsie was nu tonisch-clonische insulten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

HELLP syndroom

A

Hemolyse, Elevated Liverenzymes en Low palatelets. Is ernstige aandoening en kan levensbedreigend voor zowel moeder als kind zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Pre-eclampsie

A

Hoge bloeddruk met eiwitten in urine, als onbehandeld kan het ook leiden tot eclampsie.
Herkennen door: aangekomen in gewicht, eiwitten in urine en hypertensie. Multi-orgaanaandoening en endotheeldysfunctie.
Er is sprake van abnormale trofoblastuitzetting waardoor spiraalarteriën niet goed uitzetten. Dan hypoperfusie van placenta en daardoor ischemie en oxidatieve stress. Ook hypovolemie en uiteindelijk minder diurese

17
Q

Factoren die rol spelen bij pre-eclampsie

A

Genetische factoren, NK cellen en oxidatieve stress. Mediatoren komen vrij door placenta dysfunctie en zorgt bij kind voor groeirestrictie. Bij moeder: hypertensie, proteïnurie en andere complicaties.

18
Q

HELLP-syndroom; complicatie pre-eclampsie

A

Hypertensie en proteïnurie zijn mild of zelfs afwezig, maar hoe langer de aandoening, hoe waarschijnlijker het is dat het ontstaat.
Risicogroep voor: hersenbloedingen, leverhematomen en leverrupturen

19
Q

Andere complicaties van pre-eclampsie

A
  • Longoedeem: vaak iatrogeen (door teveel vocht geven)
  • Nierinsufficiëntie: vaak door ruim bloedverlies
  • Cerebraal-eclampsie: insult met daarna verminderd bewustzijn en evt. coma.
20
Q

Aantal indicaties opname op IC

A
  • Longoedeem met respiratoire ondersteuningsbehoefte
  • Massale hemmorrage postpartum
  • Acute nierinsufficiëntie waarvoor dialyse nodig
  • Hypertensieve crisis postpartum-> polyfarmacie noodzakelijk
  • Lever of hersenbloedingen
21
Q

Behandeling pre-eclampsie

A

Oorzaak in placenta, dus dan geboren laten worden placenta is enige echte oplossing.
Vanaf 37wk laat je kind zsm geboren worden
Tussen 34-37wk alleen onder strikte condities zitten
<34wk watchful waiting; bloeddruk controle, vochtbalans, eclampsie profylaxe, urineproducite monitoren en longoedeem behandelen

22
Q

Effecten DM 1 en 2 op zwangerschap:

A

Miskraam, foetale afwijking (macrosomie, groeivertraging), intra-uterienesterfte, pre-eclampsie en vroeggeboorte.

23
Q

Medicatie die je kan blijven geven en wilt stoppen tijdens zwangerschap

A

Geven: foliumzuur, insuline en metformine
Stoppen: statines. Omzetten naar andere middelen: ACE-remmer, angiotensine receptor blokkers

24
Q

Diabetes gravidarum

A

Iedere vorm van hyperglycemie die tijdens de zwangerschap wordt ontdekt (3-5% van alle zwangerschappen). Als diabetes gravidarum hebt gehad heb je 50% kans op ontwikkelen DM type2 binnen 5jr en kans van 60-75% op herhaling tijdens volgende zwanegrschap.

25
Q

Behandeling diabetes gravidarum

A

Voedingsadvies en patiënt leren hoe je zelf glucose kan meten. En groeiecho’s voor kind. Neonaat heeft grotere kans op hypoglycemie, want maakt als compensatie veel insuline aan, na geboorte dan te laag glucose.

26
Q

Fluxus

A

Veel bloedverlies tijdens zwangerschap. Vroege fluxus/primair; binnen 24h na bevalling en late/secundaire; tussen 24h-6wk. Bloedverlies moet gemeten worden.

27
Q

Oorzaken fluxus

A

Te lage uterus tonus, placentacomplicaties, stollingsproblemen en trauma (schade aan baringskanaal)

28
Q

3 verschillen tussen gezond kind en kind met spina bifida op cerebraal niveau; bij kind met spina bifida:

A
  • Corpus callosum niet/nauwelijks aangelegd (dys/agenesie) en vorm van schedel zie je lemon sign.
  • Vergroot ventrikelsysteem-> dan hydrocephalus (daarbij bij 80% drainage nodig)
  • Herniatie van cerebellaire tonsillen, passend bij Chiari malformatie
29
Q

Andere problemen bij spina bifida

A

Blaas- en darmfunctiestoornissen, motorieke stoornissen, seksuele problemen, gevoelsstoornissen, hydrocephalus, epilepsie en Chiari malformatie, orthopedische stoornissen, leerproblemen en gekluisterd ruggenmerg
Uitspraken over prognose is erg complex door onvoorspelbaarheid. En kliniek hangt af van laesieniveau (hoe meer sacraal->hoe kleiner kans op problemen in hoofd)