PR Flashcards

1
Q

Voorbeelden groeiontwikkelingsstoornissen

A

FAS (foetaal alcohol syndroom), spina bifida oculta/aperta en anencephalie (neuralebuisdefecten, vaak te voorkomen door voldoende foliumzuur), palatoschisis, cheiloschisis, gnatoschisis of cheilognatoschisis, gastroschisis of omphalocele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er als zygote een morula is?

A
  • Dan proces van osmose en adhesie waarbij holte ontstaat die excentrisch komt te liggen-> blastulaholte/blastocèle.
  • Dan kan je 2 celgroepen onderscheiden; trofoblast (outer cellmass) en inner cell mass met formatieve cellen (vormen embryo) en niet-formatieve cellen (extra-embryonale membranen en placenta vormen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Holtevorming

A

Hypoblast en epiblast ontstaan en vormen 2lagig kiemschijf. In epiblast ontstaat amnionholte. Blastulaholte wordt omkleed door hypoblast, omsloten en heet dan de primitieve dooierzak. Tussen dooierzak en trofoblast ontstaat extra-embryonaal reticulum (begin 2e week).
Aan einde 2e week ontstaat extra-embryonaal mesoderm, tussen trofoblast, amnion en dooierzak.
In extra-embryonaal reticulum ontstaan holten; waardoor chorionholte/extra-embryonaal coeloom wordt gevormd.
Hechtsteel is bij amnion verbinding tussen baby en omgeving en wordt later de navelstreng.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Decidua

A

Trofoblasten zorgen na innesteling voor decidualisatie. Dan verandert endometrium biologisch en morfologisch. Trofoblasten tasten vaten van moeder aan zodat bloed in lacunes stroomt. Als zygote na ong. 12dg helemaal in endometrium ligt heet endometrium decidua. Onder vrucht is decidua basalis, vrucht wordt bekleed door decidua capsularis en decidua parietalis is niet in contact met vrucht.
Als vrucht groeit komen decidua capsularis en parietalis met elkaar in contact en vergroeien met elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Chorion

A

Chorionvlokken komen in decidua basalis terecht en placenta zal er ontstaan.
Chorion frondosum: aan kant waar hechtvlokken en vlokken voor uitwisseling zal vormen
Chorion laeve: ander deel chorion wat in contact staat met decidua capsularis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Cotyledonen

A

15-25 compartimenten op placenta aan de kant van de moeder. En worden van elkaar gescheiden door septa vanuit maternale zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Anencephalie

A

Gevolg van niet goed sluiten neurale buis, craniaal. Vaak bij geboorte maar klein beetje hersenweefsel. Afwijking gaat vaak gepaard met open ruffernmerg cervicaal en ontbreken schedelkap. Foetus kan niet goed slikken-> polyhydramnion ontstaat tijdens laatste deel zwangerschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Aandoeningen als schedelbeenderen niet goed verbenen waardoor opening ontstaat en hersenweefsel kan uitsteken

A
  • Meningocèle: hersenvliezen puilen naar buiten
  • Meningo-encephalocèle: hersenvliezen en deel hersenen puilen naar buiten
  • Meningohydro-encephalocèle: hersenvliezen, deel hersenen en deel ventrikel puilen naar buiten.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Spina bifida

A

Wervelbogen zijn niet goed met elkaar vergroeid. Vaak sacraal en lumbaal. Spina bifida occulta: als 1 wervel niet is dichtgegroeid, pluk haar op de rug. Aperta: als gaat om meer wervels en structuren kunnen uitpuilen (meningocèle, meningomyelocèle (vliezen en RM puilen uit) en myeloschisis).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Faciale sluitingsdefecten, verschillende type afwijkingen

A

Cheiloschisis: gespleten lip-> mesenchym prominentia maxillaris is minder goed ontwikkeld en maakt dan minder goed contact met prominentia intermaxillaris
Palatoschisis: gespleten gehemelte
Gnatoschisis: gespleten kaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Functies placenta

A
  • Uitwisseling van stoffen: voedingsstoffen van moeder-> kind en afvalstoffen van kind->moeder. Actief en passief transport van verschillende stoffen
  • Immuniteit: IgG antistoffen van moeder naar kind
  • Endocrien: hCG, progesteron en HPL productie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dooierzak

A

Primitieve dooierzak wordt omgeven door membraan van Hueser. Het is extra-embryonaal membraan met holte; de dooierzak. Definitieve dooierzak ontstaat uit endoderm aan binnenzijde en extra-embryonaal mesoderm aan buitenkant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Chorion

A

Ontstaat uit trofoblast en extra-embryonaal mesoderm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Amnion

A

Ontstaat uit extra-embryonaal mesoderm en epiblast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Oligohydramnion

A

Tekort aan vruchtwater, zorgt dat de longen niet goed kunnen ontwikkelen, kan leiden tot ademhalingsproblemen na geboorte. Kan ook leiden tot groeivertraging, druknecrose en misvorming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Navelstreng

A

Bestaat uit 2 arteriën en een vene. Bloed in arteriën stroomt van foetus af (dus O2 arm). Normaal zie je 2-3windingen per 10cm. Te veel of te weinig windingen kunnen voor problemen zorgen. Meestal linksomdraai vanaf placenta

17
Q

Sclerotomen, dermatomen en myotomen

A
  • Sclerotomen: banden, gewrichten, botten en wervels
  • Dermatomen: huid
  • Myotomen: spieren
18
Q

Wat ontstaat uit de eerste kieuwboog

A

N. trigeminus, m. tensor tympani en kauwspieren. En mandibula, maxilla, incus en malleus

19
Q

Wat ontstaat uit de tweede kieuwboog

A

n. . facialis, m. stapedius en mimische spieren. En stapes en deel os hyoideum

20
Q

Welke structuren ontwikkelen uit de processi en prominentia?

A
  • Processus nasalis lateralis: neusvleugels en laterale zijde neus
  • Processus nasalis medialis: neusrug en philtrum (kuiltje tussen neus en bovenlip)
  • Prominentia maxillaris: wangen en bovenlip
  • Prominentia mandibularis: kaak, onderlip en kin
21
Q

Vorming gehemelte

A

Ontstaat uit processi palatini en processus intermaxillaris. Bestaat uit primair en secundair gehemelte. Primair is deel van processus intermaxillaris en bevat bovenste 4 snijtanden. Secundaire bestaat uit 2 gefuseerde processi palatini (deel prominentia maxillaris). Ze klappen op gegeven moment om en fuseren, primair en secundair fuseren ook. Foramen incisivum (gaatje) blijft bestaan (lopen zenuwen en vaten doorheen)

22
Q

Ontwikkeling CZS

A

Stadium 1: dorsale inductie, week 3-4, neurulatie. Deel ectoderm verandert in neuraal weefsel. Neurale plaat kromt, neurale groeve ontstaat. Neurale wallen fuseren in middenlijn, dan zal ectoderm over neurale buis fuseren. Ondertussen is mesoderm gaan differentiëren met chorda dorsalis in het midden. Aan weerszijden liggen somieten, chorda dorsalis speelt belangrijke rol bij CZS differentiatie.

23
Q

Craniale sluitingsdefecten

A

Anencephalie en meningoencephalocele

24
Q

Lage sluitingsdefecten

A

Spina bifida: occulta, aperta, meningomyelocele en myeloschisis

25
Q

Faciale sluitingsdefecten

A

Cheilognatoschisis (lip en kaak niet gesloten) en palatoschisis (gehemelte niet gesloten)