HC psychomotore ontwikkeling Flashcards

1
Q

Ontwikkeling

A

Is resultaat van interactie tussen genen en omgeving en is niet mogelijk zonder stimulans uit de omgeving, want het kind reageert daarop (als kind bijv. opgroeit in donkere ruimte zal het nooit leren zien).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Theorieën van ontwikkeling

A

Meest waarschijnlijk: op niveau van synapsen, na geboorte en in verdere jongen leven worden steeds meer synapsen aangelegd (synaptogenese). Heeft vaste volgorde; begint bij visuele cortex, dan naar andere gebieden van waarneming, dan motorische gebieden en dan associatiegebieden en als laatste de hoog corticale gebieden. Na synaptogenese worden alle overbodige synapsen weer afgebroken (pruning)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ontwikkelingspatroon

A

Bekijken over de jaren heen (want gaat voor iedereen anders in snelheid). Normaal is ontwikkeling symmetrisch en in eerste 2 levensjaren heeft een kind geen L/R voorkeur, als wel zo lijkt is dat teken dat er iets mis is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Periodes die zijn te onderscheiden in de ontwikkeling

A
  • Grove motorische ontwikkeling: vooral in 1e levensjaar, bijv. omrollen en zitten
  • Halverwege 1e levensjaar begint ontwikkelen van zien (kleuren en objecten) en fijne motoriek. Tot ong. 1,5jr
  • Vanaf 1,5jr begint horen, spreken en taal
  • Vanaf ong. 2jr begint sociaal en emotionele ontwikkeling en gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mediane leeftijd en grensleeftijd

A

Mediane leeftijd: leeftijd waarop de helft van de standaardpopulatie dit niveau (ontwikkeling) heeft bereikt.
Op grensleeftijd moet 90% van de baby’s die mijlpaal hebben bereikt.
Het van Wiechenschema werkt met grensleeftijd. Range van wat normaal is wordt groter naarmate kind ouder wordt. En prematurencorrectie tot 2e jaar (alleen als <34wk geboren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aantal logische stappen van normale ontwikkeling

A

Is cranio-caudaal; van hoofd naar voeten (handen eerder onder controle dan voeten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Typen ontwikkeling

A
  • Fysiek (lichamelijke ontwikkeling): grove en fijne (vastpakken voorwerpen, in doosje doen, schrijven) motoriek
  • Visueel: baby’s zien bij geboorte 1/20e deel van uiteindelijke visus
  • Taal en auditief
  • Cognitief: denken, leren, communiceren (onderwijs is belangrijk)
  • Emotioneel: reageren op omgeving, lachen, huilen, angst, droevig, boos. Ontwikkelt pas vanaf 2-3jr, lachen en huilen al veel eerder
  • Sociaal: interactie met anderen in omgeving en begrip
  • Moreel: goed van slecht onderscheiden. Pas vanaf 4jr.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onderwerpen die zijn opgenomen in van Wiegenschema

A

Grof motorisch en fijn motorische ontwikkeling (samen met adaptatie, persoonlijkheid en sociaal gedrag) en communicatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Grove motoriek

A

Eerste maanden heeft kindje de benen in flexie, beweegt symmetrisch met handjes open. En duidelijk voorkeur voor gezicht van mens tegenover voorwerp en voorkeur voor zwart/wit contrast. Kan goed horen en geluiden herkennen maar nog niet goed zien.
Afwijkend is head lag; bij optillen als hoofdje dan slap naar achteren blijft hangen (gebrekkige spiertonus)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ontwikkelingen in grove motoriek over de eerste paar jaren van een kind

A
  • 3mnd: tilt in buikligging hoofd op tot 45graden (opisthotonus; als kinderen dit veel doen)
  • 6mnd: kijkt in buikligging rond 90graden met geheven hoofd
  • 9mnd: zit zonder steun en rolt om van rug naar buik en omgekeerd
  • 12mnd: stabiel los zitten (geef kind duwtje en kijk of het omvalt) en oprekken aan voorwerpen tot staan
  • 15mnd: kruipen met buik los van de grond (sommigen slaan over), langs lopen aan hand ouders
  • 18mnd: los lopen
  • 2jr: stabiel los lopen
  • 3jr: soepel lopen en fietsen op driewieler
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Ontwikkeling eerste paar jaar van fijne motoriek, adaptatie, persoonlijkheid en gedrag

A
  • 4wk: ogen fixeren
  • 8wk: volgen met hoofd en ogen
  • 3mnd: kijken naar eigen handen
  • 6mnd: in rugligging voorwerpen pakken binnen handbereik (drive om iets te willen pakken en goed zicht nodig)
  • 9mnd: met eigen voeten spelen en blokje overpakken van ene naar andere hand
  • 12mnd: propje met duim en wijsvinger pakken (pincetgreep) (eerst kwijt zijn primitieve reflexen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Communicatie ontwikkelingen

A
  • 2mnd: terug lachen
  • 6mnd: gevarieerde geluiden maken
  • 9mnd: dada, baba, gaga zeggen
  • 12mnd: brabbelen bij spel
  • 15mnd: herkenbare woordjes
  • 2jr: 2 woord zinnen met logische koppelingen (bijv. mama lief)
  • 3jr: 3 woord zinnen met logische koppelingen (bijv. ik ben 3)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Reflexen

A
  • Eerste reflexen zijn gericht op eten; zoekreflex, zuigreflex en slikreflex. Tussen 0-12mnd
  • Grijpreflex: 0-6mnd
  • Mororeflex: 0-4mnd
  • Asymmetrische tonische nekreflex (ATNR): 0-6mnd. Als hoofd naar kant wordt gedraaid strekt arm aan die kant en buigt andere arm.
  • Babinski reflex: fysiologisch tot 18mnd en moet verdwijnen om te kunnen lopen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Ontwikkelingsachterstand

A

Kan globaal (alle ontwikkelingsvelden) of specifiek zijn. Kijk ook hoe kind het hiervoor deed; was altijd langzaam of stagneert het ineens (tot stilstand) of regressie (achteruitgang)? Laatste is indicatie voor spoedverwijzing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Patroon die te herkennen is in ontwikkelingsachterstand

A
  • Traag maar normale ontwikkeling
  • Vertraagde ontwikkeling met normale opvolging van mijlpalen
  • Buiging ontwikkelingscurve
  • Regressie bij bijv. stapelingsziekte (eigenlijk altijd pathologisch)
  • Acute verandering: encephalopathie (spoedindicatie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Prenatale oorzaken van psychomotore retardatie (PMR)

A

Genetisch (chromosoom/DNA afwijkingen; anencefalie, hydrocephalus, neurale migratieafwijking, vasculaire aandoeningen, cerebrale dysgenie), metabool (PKU, hypothyreoïdie), teratogeen (alcohol, middelen), congenitale infecties (rubella, CMV, toxoplasmose) en neurocutaan (neurofibromatose)

17
Q

Perinatale oorzaken psychomotore retardatie

A

Extreem prematuur, asfyxie (hypoxisch-ischemisch encephalopathie) en metabool (hyperbilirubinemie, symptomatische hypoglycemie)

18
Q

Postnatale oorzaken psychomotore retardatie

A

Infectie (meningitis, encephalitis), anoxie (verslikken, insulten), trauma (hoofdtrauma), metabool (hypoglycemie) en divers (onderstimulatie of verwaarlozing)

19
Q

LO en AO bij PMR

A

Groeikenmerken (lengte, gewicht…), dysmorfe kenmerken, huid, neurologisch, cardiovasculair, visueel, gehoor, patronen van beweging en cognitie