HC 10 Flashcards

1
Q

Wat is een klinische neuropsycholoog

A
  • erkende specialisatie van GZ psycholoog
  • specialisatie in hersenen en hersendisfuncties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Klinische kinderneuropsycholoog

A

Relatie tussen gedrag en ontwikkelende hersenen bij kinderen en jongeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zeggen de verschillende wetten en statuten over regels binnen de zorg

A
  • jeugdwet: verantwoording gemeente
  • kwaliteitsstatuut: normen GGZ voor integrale zorg
  • professioneel statuut: verdeling verantwoordelijkheden
  • ROM: voortgang meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het hersengedragmodel?

A
  • Neurocognitieve functies zijn een afspiegeling van complexe mechanismen in de hersenen
  • gedrag is wat je aan de oppervlakte ziet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat doet de klinische neuropsycholoog?

A
  • maakt diagnoses met behulp van testonderzoek naar cognitieve functies
  • begeleiding en behandeling vanuit cognitief perspectief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe ziet de begeleiding of behandeling van de klinisch neuropsycholoog er uit?

A
  • adviesgesrek school/ouders/kind
  • psycho-educatie
  • behandeling gericht op gedragsverandering (CGT, EMDR)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voorbeelden van typen testonderzoek?

A
  • IQ onderzoek
  • cogntitief sociale informatieverwerking
  • sociaal emotioneel ontwikkelingsniveau
  • adaptief vermogen
  • persoonlijkheidsonderzoek
  • schoolobservatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de 10 stappen in de behandelcyclus van een klinisch neuropsycholoog

A
  • probleeminventarisatie: aard/ernst/onset/duur/oorzaak
  • ontwikkelingsprofiel: aanleg of ontwikkelingsinvloeden
  • neurosychologische hypotheses
  • hypotheses toetsen
  • sterke zwakte profiel
  • theorie opstellen: verklaring voor verstoorde gedrag
  • impact/prognose vaststellen: impact van de aandoening op korte of lange termijn
  • plan van aanpak/indicatiestelling: meetbaar doel voor de interventie
  • behandeling
  • evaluatie van behandeling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het cognitief sterkte-zwakte profiel

A
  • op maat
  • zegt iets over sterktes en zwaktes
  • sociale cognities-emoties
  • aanknopingspunten voor behandeling
  • destigmatiserend
  • vertaling onderwijsmethodieken
    –> het zegt meer dan classificatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat kunnen indicaties zijn voor neuropsychologisch onderzoek?

A
  • screening
  • verdenking stoornis
  • oorzaak uitzoeken
  • disharmonische intelligentie
  • Plotselinge terugval intelligentie/prestaties
  • verklaring ander gedrag
  • opsporen comorbiditeiten
  • sterkte zwakte profiel
  • bijdrage aan prognose
  • evaluatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de cognitieve functies in de cognitieve pyramide

A
  1. sociale cognitie: organiseren/reflecteren/emoties herkennen/reguleren
  2. geheugen: korte en lange termijn onthouden/terughalen
  3. aandacht: volhouden/verdelen/richten vd de aandacht
  4. informatieverwerking: baland/tempo/nauwkeurigheid
  5. auditief/verbaal/visueel/tactiel informatieverwerking: taal/spraak/waarnemen/voelen
  6. IQ: basale cognitieve capaciteiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly