Boek BOOT Flashcards

1
Q

Wat zegt het medisch biologische model over de oorzaak van ziekte

A

De oorzaak van ziekte ligt in de hersenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zegt het determinantie model over ziekte

A

Ziekte is niet alleen een biologische basis maar ook meer:
- biologische factoren
- omgevingsfactoren
- zorgverzieningen
- leefstijl en risicogedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom werkt het determinantiemodel preventief?

A

Omdat het gezondheidsbeleid kan worden afgestemd op het verbeteren van fysieke en sociale omgevingsfactoren, maar ook leefstijl/risicovol gedrag.
—> bijvoorbeeld campagnes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Op welke 3 dimensies kan gezondheid onderscheiden worden (oude versie van gezondheid)

A
  • lichamelijk: je bent lichamelijk gezond als je geen lichaamsstoornissen of lichaamsbeperkingen hebt
  • psychisch: orientatievermogen naar tijd/plaats/persoon en afwezigheid van angst en stress
  • sociaal: goed kunnen functioneren in de samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de meest recente definitie van gezondheid

A

Het vermogen om je aan te passen en eigen regie te voren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven
—> dit betekent dus dat er geen sprake is van ziekte of beperking als je goed om kan gaan met je stoornis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Positieve gezondheid bestaat uit 6 hoofddimenies, benoem ze

A
  • lichaamsfuncties
  • mentale functies en beleving
  • spirituele/ existentiele dimensie
  • kwaliteit van leven
  • sociaal maatschappelijke participatie
  • dagelijks functioneren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar staat het ziekte model van disease illnes en sickness voor

A
  • disease: aantoonbare medisch biologische afwijking
  • illness: de ziekte ervaring, iemand voelt zich wel of niet ziek
  • sickness: de sociale component, iemand word door zijn omgeving erkend als patient en gedraag zich daar naar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een modelpatient en hoe onderscheid deze zich van een stimulerende patient

A

Modelpatient: ervaart zowel disease, illness als sickness
—> een stimulerende patient gedraagt zich als sickness, maar heeft eigenlijk geen disease

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een brancheorganisatie en noem een voorbeeld

A

Organisatie die zich inzet voor de professionalisering van een branche
Voorbeeld: ActiZ, bundelt verschillende zorgondernemers en bedrijven in de ouderenzorg
—> controle bij uitoefenen taken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke vier sectoren word de gezondheidszorg opgedeeld volgens het ministerie van volksgezondheid, en in wat voor soort zorg worden deze vervolgens opgedeeld

A
  • de cure: curatieve zorg gericht op acute en chronische lichamelijke aandoeningen behandelen en genezen
  • de care: ouderen en gehandicapten zorg, ook voorzieningen en hulpmiddelen zoals rollators
  • GGZ: voorkomen/behandelen/genezen van psychische aandoeningen
  • Maatschappelijke zorg: maatschappelijke opvang (crisisopvang/daklozenopvang/vrouwenopvang) en maatschappelijk werk
  • Preventie en publieke gezondheidszorg
    —> intramurele en extramurele zorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn intramurele en extramurele zorg

A

Intramureel: zorg word geboden vanuit een instelling (tweedelijnszorg)
Extramureel: zorg die geboden word buiten de instelling, bijvoorbeeld ambulante zorg
—> ook semimurale zorgverlening: iemand kan niet op zichzelf wonen maar opname is niet noodzakelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is een algemeen psychiatrisch ziekenhuis (APZ)

A
  • regionale voorziening voor multidisciplinaire intramurele zorg
  • opname kan vrijwillig of gedwongen zijn
  • Meeste APZ’s zijn in de jaren 90 gefuseerde met RIAGG (regionale instelling ambulante GGZ) of RIBW (regionale instelling voor beschermd wonen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Extramularisering van psychiatrische patienten met een verstandelijke beperking heet tegen vermaatschappelijking, waar is dit op gericht en wat zijn de voordelen hiervan?

A
  • gericht op herintegratie in de samenleving
  • zorgt voor minder kosten en doet beroep op de samenleving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat word er bedoeld met regionalisatie van de zorg en wat is transmurale zorg

A
  • de patient moet zorg in de buurt kunnen vinden
    DUS: ordening van zorgvoorzieningen in geografisch opzicht
    —> transmurale zorg: verbind eerste lijn met tweede lijnszorg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De wet BIG heeft 3 wetten vervangen, welke waren dit

A
  • WUG
  • Medische Tuchtwet
  • Wet op paramedische beroepen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe werkt een BIG-registratie

A
  • om in GGZ te werken heb je een BIG-registratie nodig
  • standaarden van de beroepsuitoefening per beroepsgroep beschreven in BIG
  • deze standaarden worden beschermd door tuchtrecht
  • kenmerk van kwaliteit en betrouwbaarheid
  • bejegening om de patient ook opgenomen in BIG
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat staat er in de beroepscode en wie houd dit in de gaten

A
  • normen en waarden —> hebben betrekking op patiënten en collegas
  • beroepsverenigingen houden dit in de gaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Vallen psychotherapeuten en gezondheidspsychologen ook onder wet BIG?

A

Ja:
- psychotherapeut word opgeleid om intensieve psychologische hulp te verlenen
- gezondheidspsycholoog is werkzaam in alle sectoren van de gezondheidszorg

19
Q

Wat zijn de verschillende partijen binnen de GGZ en wat zijn hun visies op kwaliteit

A
  • beroepsbeoefenaren: kijken naar de kwaliteit van hun beroepsuitoefening en de toepassing van hun kennis en kunde
  • zorgverzekeraars: kijken vanuit de markt, naar de doelmatigheid en kosten van zorg en hun verzekerden
  • de overheid: kijkt vanuit alle burgers, naar de vraag van hun producten en de organisatie
  • patiënten: kijken vanuit hun hulpvraag
20
Q

In welke aspecten is de kwaliteit van beroepsuitoefening opgedeeld?

A
  • methodisch technisch handelen (deskundigheid/veiligheid/zorgvuldigheid)
  • kwaliteit van attitude (respectvolle houding)
  • kwaliteit van organisatie (beschikbaarheid/doelmatigheid/continuïteit)
21
Q

Wat zijn aspecten van kwaliteit voor een instelling? En waar kunnen ze onder verdeelt in worden?

A
  • organisatie
  • medewerkers
  • materiele voorzieningen
  • zorgverlening
    —> algemene/relationele/technische kwaliteitsaspecten
22
Q

Wat is kwaliteitsbevordering en waar kan dit in onderverdeeld worden?

A

= activiteiten ter bewaking en verbetering van de kwaliteit van de zorg. Het doel is dat de zorg zo goed mogelijk aansluit op de behoeften van de patient
- voorwaarden om kwaliteit van zorg te leveren
- behouden en verbeteren van de kwaliteit van de zorg
- evaluatie van de zorg
- externe beoordeling in de vorm van visitatie of certificering

23
Q

Wat is certificering (kwaliteitsbeoordeling)

A

= een onafhankelijk instituut beoordeeld het kwaliteitsbeleid van een instelling en geeft een certificaat.

24
Q

Uit welke stappen bestaat de kwaliteitscyclus

A
  • normeren: vaststellen wat gewenste zorg precies is
  • beoordeling: de zorg die geleverd word word vergeleken met normen
  • verbetering: men onderneemt acties om de kwaliteitsproblemen op te lossen
25
Q

Er zijn twee soorten kwaliteitsbevordering; noem deze

A
  • systematische kwaliteitsbevordering: stijging in kwaliteit komt doordat beroepsoefenaren in de instelling zich bezig houden met de kwaliteit hoger maken
  • dynamische kwaliteitsbevordering: stijging van kwaliteit komt spontaan tot stand
26
Q

Wat zijn kernaspecten van kwaliteit en wat zijn indicatoren hiervan

A
  • effectiviteit
  • veiligheid
  • tijdigheid
  • patientgerichtheid
    —> indicatoren zijn meetbare aspecten van de zorg die een aanwijzing geven over de kwaliteit van de zorg
27
Q

Wat houd toegankelijkheid van de zorg precies in

A
  • geografische toegankelijkheid
  • financiele toegankelijkheid
  • tijdigheid
  • toegankelijkheid naar behoefte
  • keuzevrijheid
28
Q

Wat is de rol van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugdzorg (IGJ)

A

Ze richten zich op de kwaliteit van goed en veilige zorg, medische producten en jeugdhulp

29
Q

Wat staat er in de WKGGZ

A

= wat is goede zorg en wat moet je doen als je een klacht hebt —> geld voor iedereen in de GGZ
Belangrijkste punten:
- verantwoorde zorg: zorg van goed niveau EN selectieve zorginkoop: zorgverzekeraar contracteert alleen zorgaanbod waar behoefte voor is
- bewust beleid: doelbewust werken aan personeel en materieel/verdeling taken en verantwoordelijkheden/geestelijke verzorging
- kwaliteitszorg: concrete manier van werken
- kwaliteitsjaarverslag: in dit document legt een instelling verantwoording af over haar kwaliteitsbeleid

30
Q

Wat staar er in wet BIG

A
  • kwaliteit van de broepsuitoefening
  • beschermt patiënt tegen ondeskundigheid
31
Q

Wat staat er in de WGBO

A

= bij behandeling onstaat een behandelingsovereenkomst, hierin staat alle rechten en plichten
- keuze vrijheid
- informed consent
- inspanningsverplichting
- geheimhouding
- second opinion

32
Q

Wat staat er in de WMCZ

A
  • Gaat over gemeenschappelijke belangen van clienten in verschillende zorginstellingen
  • De WMCZ geeft clientenraden bepaalde rechten: informatie/overleg/adviseren/bindende voordracht bestuurslid
33
Q

Wat staat er in de WCZ

A

Versterkt de positie van de client in zijn relatie met de zorgaanbieder.
—> cliënten hebben recht op keuze-info/informatie over incidenten en kunnen hun rechten gemakkelijk afdwingen bij geschillen (combi met WKGGZ)

34
Q

Wat staat er in de WVGGZ

A

De client heeft keuzevrijheid bij het kiezen van een zorgaanbieder en welke zorg hij wilt ontvangen, alleen noodzakelijke zorg kan tegen de wil van de patient in geleverd worden

—> Wet zorg en dwang, dit gaat over dat er alleen zorg geleverd mag worden die in het zorgplan staat

35
Q

Wat staat er in de WOD

A
  • elke inwoner >12 jr. heeft recht om ja of nee te zeggen tegen orgaandonatie en kan zich registreren in het donorregister
36
Q

Wat staat er in de WMWO

A

Volgens deze wet is niemand verplicht om mee te doen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek
—> toestemming moet altijd schriftelijk worden vastgelegd

37
Q

Wat staat er in de WTL

A

Doel om bij levensbeeindiging en euthanasie het handelen van de artsen te vergroten

38
Q

Primaire preventie

A
  • gezonde mensen
  • activiteiten om de voorkomen zijn persoonsgericht/medisch van aard/collectief gericht
39
Q

Secundaire preventie

A

Bewust opsporen van afwijkingen in een stadium waarin nog weinig of geen klachten zijn, bijvoorbeeld een bevolkingsonderzoek
Voordelen: gezondheidswinst
Nadelen: vals-positieven

40
Q

Tertiaire preventie

A
  • voorkomen van complicaties en verergering van ziekten die al bestaan
  • kwaliteit van leven en zelfredzaamheid verhogen van mensen die al ziekte hebben
41
Q

De gemeente is verantwoordelijk voor het preventiebeleid, met welke instanties regelen zij dit?

A
  • GGD: jeugdgezondheidszorg
  • RIVM: wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van het overheidsbeleid
42
Q

Wat voor preventie kan de huisarts doen?

A
  • casuistische preventie: gericht op individu
  • programmatische preventie: gericht op groepen, bijv griepprik
  • sinds kort ook CMR: mensen ouders dan 45 jr die nog niet in behandeling zijn geweest voor cardiometabole aandoeningen maar wel een verhoogd risico daarop hebben
43
Q

Op welke doelgroepen zijn preventieprogramma’s gericht?

A
  • kinderen met ouders die een psychiatrische probleem of verslaving hebben (KOPP/KOV-kinderen)
  • mantelzorgers van chronisch psychiatrische patienten
  • mensen met depressieve klachten