HC 14 Flashcards

1
Q

Welke middelen staan in de top 3 voor verslavingszorg?

A
  1. alcohol
  2. cannabis
  3. opiaten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat zijn de meest effectieve behandelingen van verslaving?

A
  • motivational interviewing
  • CGT
  • acceptance commitment therapie
  • farmacotherapie
  • minnesotabehandeling
  • CRA
  • jellinek digitaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Door welke keten ga je heen bij de verslavingszorg?

A
  1. Jellinek (preventie)
  2. POH-GGZ (korte interventie)
  3. B-GGZ (behandeling)
  4. S-GGZ (gespecialiseerde behandeling)
  5. verslavingspsychiatrie (hier zijn ernstige problemen zoals dakloosheid)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke behandelingen zitten in de keten van verslavingszorg?

A
  • online zelfhulp/behandeling
  • poliklinische behandeling
  • avond/dag behandeling
  • klinische behandeling
  • outreaching behandeling
  • zorg/medicatie teams
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is er hulp voor naasten?

A
  • sterk ernaast: groep/individu/online
  • zorg voor kinderen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe word de kwaliteit hoog gehouden

A
  • Alleen EBP’s —> ACT en CGT
  • ROM op middelengebruik, depressie, angst, stres en kwaliteit van leven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de stappen in urge surfing?

A
  • Trigger: de behoefte is getriggert door een gedachte of persoon
  • Rise: de trigger word steeds erger
  • Peak: de trigger is op zijn hoogste punt en het voelt alsof hij nooit weg gaat
  • Fall: De trigger verliest intensiteit en gaat langzaam weg
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly