1.7 Histologie Flashcards

(34 cards)

1
Q

Wat zijn de verschillende typen endocrien weefsel?

A
  • Neuro-endocriene hypothalamus-hypofyse-systeem
  • Humoraal endocrien systeem (bijnieren, eilandjes van Langerhans, schildklier & bijschildklieren, epifyse)
  • Diffuus neuro-endocrien systeem
  • Gonaden (volgend jaar)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is een andere benaming voor ADH (anti-diuretisch hormoon)

A

vasopressine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar zorgt ADH voor?

A

terugresorptie van water in nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zorgt oxytocine voor?

A

contractie glad spierweefsel in uterus en uitdrijving van moedermelk. Oxytocine is ook wel het ‘knuffelhormoon’ genoemd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Op een histologisch gekleurd plaatje, is het donkere deel de Adeno/neurohypofyse?

A

adenohypofyse!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Chromofiele cellen kunnen worden onderverdeeld in acidofiele en basofiele cellen. Geef van elk aan welke cellen daaronder vallen en wat ze produceren

A

Acidofiele:
- Somatotrope cellen: groeihormoon lange pijpbeenderen (in lever omgezet tot somatomedine)
- Mammotrope cellen: prolactine

Basofiele:
- Gonadotrope cellen: follikelstimulerend hormoon (FSH) en luteïniserend hormoon (LH)
- Thyreotrope cellen: thyroïdstimulerend hormoon (TSH)
- Corticotrope cellen: pro-opiomelanocortine (POMC)  adrenocorticotroop hormoon (ACTH) en lipotroop hormoon (LPH)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar zorgt LH voor? en FSH?

A

LH: stimuleert productie sex hormonen door gonaden
FSH: stimuleert productie sperm/eieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar zitten somatotrope cellen?

A

Botten (groei), spieren (hyperglykemie) en vetweefsel (vrije vetzuren)

reageren op GH en somatomedine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar zitten mammatrope cellen?

A

Mamma (reageert op prolactine)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke hormonen worden geproduceerd door acidofiele cellen?

A

Groeihormoon en prolactine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waar bevinden zich corticotrope cellen?

A

In de bijnierschors. Reageert op ACTH en produceert corticosteroiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar bevinden zich thyreotrope cellen?

A

Schildklier. reageert op TSH en produceert T3/T4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar bevinden zich gonadotrope cellen?

A

Ovaria/testis. Reageren op FSH/LH en maken oestrogeen/progesteron/spermatozoen/androgenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke cellen reageren op de basofiele cellen?

A

Corticotrope, thyreotrope en gonadotrope cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke hormonen worden geproduceerd door basofiele cellen?

A

ACTH, TSH, FSH en LH

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke overige hormonen grijpen dus niet aan op somatrope/mammatrope/corticotrope/thyreotrope/gonadotrope cellen?

A

ADH en oxytocine

17
Q

Welke hormoon heeft een disregulatie bij Syndroom van Cushing?

A

Te veel bijnierhormoon

18
Q

Uit welke 5 lagen bestaat de adrenal gland?

A
  • capsule
  • zona glomerulosa
  • zona fasciculata
  • zona reticularis
  • medulla
19
Q

Wat produceren de verschillende zona’s van de bijnier?

A
  • zona glomerulosa: mineralcorticoid (aldosteron)
  • zona fasciculata: glucocorticoids (cortisol) en androgenen (DHEA en androstenodione)
  • zona reticulaire: androgenen (DHEA en androstenodione)
  • medulla: epinephrine
20
Q

Wat is het ezelsbruggetje voor bijnier en zijn hormonen?

A

Salt, sugar, sex: the deeper you go, the sweeter it gets.

  1. Zona glomerulosa (15%): productie mineralcorticosteroïden
  2. Zona fasciculata (75%): glucocorticosteroïden
  3. Zona reticularis (10%): androgenen, beetje oestrogenen en glucocorticosteroïden
21
Q

Hoe kan je histologisch gezien verschil zien tussen de zonaglomerulosa, fasciculata,reticularis en medulla?

A

Zie figuur in boek!
- zona glomerulosa: ronde geclusterde kolom-pyramide cellen
- zona fasciculata: lange ketens van grote- sponsachtige cellen (grootst)
- zona reticulaire: diepere kleur vanwege vetdruppels, nauw netwerk

22
Q

Het bijniermerg bestaat uit chromofiele cellen waarvan 80% adrenaline produceren. Wat is een feochromocytoom?

A

tumor uitgaande van chromaffiene cellen (teveel (nor)adrenaline)
Klachten? Activatie van sympatische zenuwstelsel (hoofdpijn, hartkloppingen, zweten)

23
Q

Hoe ziet de schildklier eruit (histologisch)?

A

Schildklierweefsel bestaat uit grote follikels: eenlagig epitheel met daarin een gelatineuze vloeistof; het colloïd
veel adipocyten

24
Q

Wat doen de follikelepitheelcellen in dekschildklier?

A

Produceren thyreoglobuline (eiwit dat door deze follikelcellen wordt omgezet tot)  gejodeerd in lumen tot pre-T3 enT4.

25
beschrijf hoe T3/4 wordt afgegeven aan de bloedbaan
TSH -> endocytose pre-T3/4 -> pre-T3/4 worden lysosomaal afgebroken tot T3/4 -> T3/4 wordt afgegeven aan de bloedbaan
26
Wat doen parafolliculaire cellen?
Produceren calcitonine
27
Wat doet calcitonine?
C staat voor calcitonine, wat de activatie van osteoclasten (breken bot af) remt wat zorgt voor een verlaging van calciumspiegel in het bloed (en opname calcium in bot)
28
Uit welke twee cellen bestaat de schildklier?
Het parenchym bestaat uit hoofdcellen (meerderheid) en oxyfiele cellen (functie onbekend)
29
Wat doen hoofdcellen van de bijschildklier?
bevatten secretiegranula met parathyroïdhormoon (PTH)
30
Waar zorgt PTH voor?
Stijging van de calciumconcentratie in het bloed door activatie osteoblasten en meer calciumabsorptie in nieren
31
Uit welke 4 endocriene cellenbestaan de eilandjes vanlangerhans? Wat produceren ze?
alpha-cellen: productie glucagon beta-cellen: productie insuline delta-cellen: productie somatostatine PP-cellen: produceren pancreaspolypeptide (remt exocriene secretie van bicarbonaat en pancreasenzymen)
32
Wat zijn andere benamingen voor de corpus pineale?
Glandula pinealis, pijnappelklier, epifyse
33
Wat voor cellen bevat de pijnappelklier en wat produceren zij?
pinealocyten (soort zenuwcellen) en astrocyten. Deze cellen zorgen voor productie melatonine: dag-nacht-ritme.
34
Waar bevinden zich de diffuus neuro-endocriene systemen (DNES)?
In bedekkende epithelia (darmen, luchtwegen) komen kliercellen voor met een endocriene functie (>35 verschillende typen)