1.A.8 - HC.3 Anatomie bovenbuik Flashcards

(35 cards)

1
Q

Peritoneum

A

Buikwandbekleding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Uit welke lagen bestaat het peritoneum?

A
  • Visceraal (bekleedt de organen)
  • Pariëtaal (wand)
  • Mesenterium (tussen visceraal en pariëtaal)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe wordt het genoemd als organen in het peritoneum liggen?

A

Intraperitoneaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe wordt het genoemd als organen achter het peritoneum liggen?

A

Retroperitoneaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe wordt het genoemd als organen onder het peritoneum liggen?

A

subperitoneaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

primair retroperitoneaal

A

Organen die achterin het lichaam ontstaan en daar ook blijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

secundair peritoneaal

A
  • Organen eerst intraperitoneaal, zijn later vergroeid met de achterwand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke organen liggen intraperitoneaal?

A

Maag
Milt
Lever
Jejunum
Ileum
Cecum
Colon transversum
Colon sigmoideum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke organen liggen retroperitoneaal?

A

nieren
pancreas
duodenum
Colon ascendens
Colon descendens
rectum
aorta en v. cava inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke organen liggen subperitoneaal?

A

Blaas
Uterus
Rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Volgorde van maag tot rectum

A

Gaster - duodenum - jejunum - ileum - caecum - colon ascendens - colon transversus - colon descendens - colon sigmoideum - rectum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Intraperitoneale organen hebben een meso-verbinding. Welke meso- verbindingen zijn er?

A
  • Mesogastrium: verbinding maag met buikwand
  • mesoduodenum: verbinding duodenum met peritoneum
  • Mesocolon: verbinding colon transversum of sigmoideum aan de buikwand
  • Mesenterium: verbinding ileum met dorsale buikwand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Opbouw van de maag (gaster)

A
  • Cardia (ingang van de maag)
  • Corpus
  • Fundus (bovenin, opslag voor extra voedsel)
  • Pylorus (portier, hier moet het doorheen om naar duodenum te gaan)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Functies van de maag

A
  • Begin van de vertering
  • gecontroleerd doorlaten van voedsel naar de darm
  • opslag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Curvatura minor

A

Kleine bocht, aan de binnenkant, zit vast (dus weinig beweging mogelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Curvatura major

A

Aan de buitenkant van de maag, zit niet vast (veel beweging mogelijk)

17
Q

omentum minus

A

stuk peritoneum tussen maag en lever

18
Q

omentum majus

A

stuk peritoneum onder de maag, zit vast aan colon transversum, hangt over de darmen heen

19
Q

Welke 3 structuren lopen door het lig. hepatoduodenale?

A
  • ductus choledochus
  • v. portae
  • a. hepatica propria
20
Q

In welke stukken is het duodenum op te delen?

A
  • Pars superior (verbinding met pylorus)
  • Pars descendens
  • Pars horizontalis
  • Pars ascendens (verbonden met jejunum)
21
Q

Wat doet de pancreas?

A

produceert verteringssappen en geeft zijn enzymen af via de ducti aan het duodenum

22
Q

hoe wordt gal vanuit de lever afgevoerd?

A

via de ductus hepaticus

23
Q

Hoe wordt gal vanuit de galblaas afgevoerd?

A

Via de ductus cysticus

24
Q

Waar komen de ducti hepaticus en cysticus samen?

A

Ductus choledochus

25
Wat is de functie van de galblaas?
Gal opslaan dat wordt geproduceerd door de lever en het afgeven aan het duodenum
26
Waarvoor is gal belangrijk?
Het emulgeren van vetten
27
Wat is de ligging van de milt?
Links, hoog, lateraal, aan het uiteinde van de staart van de pancreas, tegen het diafragma aan
28
Met welke ligamenten is de milt verbonden met omliggende structuren?
- Lig. splenocolici: tussen milt en colon transversum - Lig. phrenicosplenicum: tussen diafragma en milt - Lig. gastrosplenicum: tussen maag (buitenbocht) en milt
29
Vanaf welke zijde wordt de lever meestal bekeken?
Caudaal
30
Welke vorm is er te herkennen in de lever als er vanaf caudaal naar wordt gekeken?
De letter H
31
Door welke structuren wordt de linker poot van de H gevormd in de lever?
lig. teres hepatis lig. falciforme
32
Door welke structuren wordt de rechter poot van de H gevormd in de lever?
Galblaas Vena cava inferior
33
Door welke structuur wordt het horizontale deel van H gevormd in de lever?
Lig. hepatodeudenale
34
Welke lobi worden onderscheiden in de lever?
- Lobus caudatus (bovenste lob) - Lobus quadratus - Lobus sinistra - Lobus dextra
35
Area nuda
deel van de lever zonder peritoneum (komt door omslag van visceraal naar pariëtaal)