2 N E Hoofdstuk 46-50 Flashcards
(57 cards)
1
Q
Awful/terrible/horrible/dreadful
A
Afschuwelijk
2
Q
To freeze
A
Vriezen
3
Q
Below zero
A
Onder nul
4
Q
Degree
A
Graad
5
Q
Season
A
Seizoen
6
Q
Forecast
A
Voorspelling
7
Q
To forecast
A
Voorspellen
8
Q
To predict
A
Voorspellen
9
Q
To improve
A
Verbeteren
10
Q
Improvement
A
Verbetering
11
Q
(Un)favourable
A
(On)gunstig
12
Q
Shower
A
Regenbui
13
Q
Severe
A
Streng
14
Q
Gale/storm
A
Storm
15
Q
Spell/period
A
Periode
16
Q
To rely on
A
Vertrouwen op
17
Q
Reliable
A
Betrouwbaar
18
Q
Reliability
A
Betrouwbaarheid
19
Q
Phenomenon
A
Verschijnsel
20
Q
Gloomy
A
Somber
21
Q
To prevail
A
Heersen/overheersen
22
Q
To be prevalent
A
Veel voorkomen
23
Q
(Dis)agreeable
A
(On)aangenaam
24
Q
Shelter
A
Schuilplaats
25
Drought
Droogte
26
Ray/beam
Straal
27
Nasty
Akelig / naar
28
To adjust / to adopt
Zich aanpassen
29
To take advantage of
Gebruik maken van
30
Crime
Misdaad
31
Criminal
Misdadiger / crimineel
32
Crook
Misdadiger
33
Murder - E
Moord
34
To murder
Vermoorden
35
Homicide AE
Moord
36
To arrest
Arresteren
37
To suspect
Verdenken
38
Suspicion
Verdenking
39
Suspicious- why did he behave so ...?
Verdacht
40
Suspect
Verdachte
41
Suspicious
Argwanend / wantrouwig - his strange behaviour made her ...
42
To commit
Plegen
43
To interrogate
Ondervragen
44
Corpse
Lijk
45
To investigate
Onderzoeken
46
Investigation
Onderzoek
47
Exhaustive
Grondig / uitputtend
48
Property
Eigendom
49
To recover
Terugvinden
50
Hostage
Gijzelaar
51
To threaten
Dreigen
52
Threat
Bedreiging
53
Violence
Geweld
54
Violent
Gewelddadig
55
To forge
Vervalsen / namaken
56
To fake / to counterfeit
Vervalsen / namaken
57
Forgery / fake / counterfeit
Vervalsing
