2.2 Flashcards

(7 cards)

1
Q

Wat is een constitutionele monarchie?

A

Een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd in de grondwet zijn vastgelegd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is censuskiesrecht?

A

Het kiesrecht is slechts voorbehouden aan een kleine groep mannelijke burgers die een bepaald bedrag aan belasting betalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een nachtwakersstaat?

A

Een staat die zich voornamelijk inzet voor bewaking van de veiligheid van de burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn klassiek grondrechten?

A

Burgerlijke en politieke rechten die de overheid moet garanderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn sociaal grondrechten?

A

Economische, sociale en culturele rechten die de overheid niet kan garanderen, maar waar zij zich wel voor moet inspannen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is verticale werking?

A

de overheid is verplicht je grondrecht als burger te respecteren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is horizontale werking?

A

Burgers kunnen hun grondrechten gebruiken in conflict met andere burgers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly