2.6 Flashcards

(16 cards)

1
Q

Onschuldvermoeden

A

Het principe dat een persoon onschuldig is, totdat de rechter heeft vastgesteld dat het tegendeel is bewezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Strafbaarheidsbeginsel

A

Door dit beginsel kun je niet veroordeeld worden voor iets wat volgens de wet niet strafbaar is op het moment van plegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Strafbepaling

A

De omschrijving in de wet van strafbare handelingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ne bis in idem-regel

A

Regel die bepaalt dat je niet twee keer vervolgd kan worden voor hetzelfde feit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verjaringstermijn

A

Periode waarin een verdachte vervolgd kan worden voor een misdrijf.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Misdrijven

A

Ernstig strafbaar feit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Overtredingen

A

Minder ernstig strafbaar feit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Openbaar Ministerie

A

De enige instantie in Nederland die verdachten voor de strafrechter kan brengen. Het OM zorgt ervoor dat strafbare feiten worden opgespoord en vervolgd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Verdachte

A

Persoon van wie de politie een redelijk vermoeden heeft dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Staande houden

A

Laten stilstaan en vragen naar je identiteitsbewijs.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Aanhouden

A

Arresteren en meenemen naar het politiebureau voor verhoor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dwangmiddelen

A

Middelen die bij een strafrechtelijk onderzoek kunnen worden gebruikt tegen de wil van de verdachte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Seponeren

A

officier van justitie besluit strafzaak niet verder te vervolgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Transactie

A

Geldboete of taakstraf van het Openbaar Ministerie, waarbij de schuld niet vaststaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Strafbeschikking

A

Een straf van het Openbaar Ministerie waarbij de schuld vaststaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vervolgen

A

De officier van justitie stuurt het dossier naar de rechtbank en begint een rechtszaak.