2.7 Flashcards
(12 cards)
Wat is tenlastelegging?
Datgene waarvan iemand beschuldigd wordt.
Wat is een terechtzitting?
Moment waarop rechters de zaak behandelen.
Wat zijn strafuitsluitingsgronden?
Reden waarom iemand die een strafbaar feit gepleegd heeft, toch niet strafbaar geacht wordt.
Wat is ontoerekeningsvatbaarheid?
Reden waarom iemand echt niet verantwoordelijk gesteld kan worden voor een gepleegd delict.
Wat is een vrijheidsstraf?
Straf die de vrijheid van een persoon beperkt, bijvoorbeeld een gevangenisstraf.
Wat is een geldboete?
Als straf moet een persoon een geldbedrag aan de staat betalen.
Wat is een taakstraf?
Opgelegde werkstraf of (bij jongeren) gedragstraining.
Wat is een bijkomende straf?
Een straf naast de hoofdstraf die vaak te maken heeft met het gepleegde delict.
Wat is een strafrechtelijke maatregel?
Een maatregel bedoeld om de schade van een misdrijf te herstellen of om de samenleving te beschermen.
Wat is resocialisatie?
Met een straf of maatregel probeert de overheid het gedrag van een dader te verbeteren, zodat hij zich aanpast aan de normen van de samenleving.
Wat is jeugdstrafrecht?
Het strafrecht voor jongeren van twaalf tot en met zeventien jaar.
Wat is adolescentenstrafrecht?
Bij jongeren tussen de 16 en 23 jaar kiest de rechter of de verdachte wordt veroordeeld volgens het jeugdstrafrecht of volwassenenstrafrecht.