2.5 Cerebrale ontwikkeling en plasticiteit Flashcards

(9 cards)

1
Q

Wat is SCN2a related epilepsy?

A

SCN2A mutaties zijn de relatief veel voorkomende genetische oorzaak van epilepsie.
Verschillende mutaties in natriumkanaal kunnen leiden tot epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de syndroom van Dravet (2)?

A
  • SCN1A mutatie met Loss of Function
  • SCN1A gen codeert voor een spanningsafhankelijk (Voltage gated) natriumkanaal (Nav1.1) welke met name voorkomt in GABAerge interneuronen

Verminderde werking natriumkanaal -> Verminderde prikkelbaarheid GABAerge neuronen -> Inhibitie neemt af -> Disbalans excitatie en inhibitie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de Voltage Clamp methode (2)?

A

Voltage Clamp Methode:
- Meet de stroom die nodig is om een bepaalde membraanpotentiaal aan een cel op te leggen
- Er ontstaat een indruk van de biofysische eigenschappen van natriumkanaal (Activatie en inactivatiecurve)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kunnen alleen mutaties die zorgen voor een Gain of Function zorgen voor epilepsie?

A

Sommige mutaties leiden tot Gain of Function en andere mutaties tot een Loss of Function. Beide kunnen leiden tot epilepsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Is het een Loss of Function of Gain of Function als de activatiecurve naar rechts verschuift?

A

Loss of Function

Als de activatiecure naar rechts verschuift is er een grotere depolarisatie nodig om ervoor te zorgen dat voldoende natriumkanalen openstaan om actiepotentiaal te triggeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Is het een Loss of Function of Gain of Function als het inactiveren langzaam gaat?

A

Gain of Function

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Zijn natriumkanaal blokkers juist effectiever bij kinderen met vroege infantiele epilepsieën (<3 maanden) of bij later optredende epilepsieën?

A

Het gebruik van natriumkanaalblokkers ging vaak gepaard met klinisch relevante vermindering van convulsies.
Vrijheid bij kinderen met vroege infantiele epilepsieën (<3 maanden)

Natriumkanaalblokkers waren zelden effectief bij epilepsieën die later optreden (>3 maanden)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hebben mutaties die geassocieerd zijn met vroege infantiele epilepsie vaker Gain of Function of Loss of Function (2)?

A

Mutaties geassocieerd met vroege infantiele epilepsie resulteren in verhoogde natriumkanaalactiviteit met Gain-of-Function
- Gekenmerkt door vertraging van snelle inactivatie, versnelling van het herstel of toegenomen persistentie natrium stroom

Mutaties bij patiënten met laat optredende vormen en een onvoldoende respons op natriumkanaalblokkers zijn geassocieerd met Loss of Function
- Depolariserende verschuiving van spanningsafhankelijke activering of hyperpolariserende verschuiving van kanaalbeschikbaarheid (Steady-State inactivatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de kliniek van het Dravet syndroom (6)?

A
  • <1 jaar febriele convulsies, vaak unilateraal (Wisselende kanten)
  • Lange aanvallen, hoog risico status epilepticus
  • Matige respons op medicatie
  • Soms postictale parese
  • Multifocale aanvallen
  • De patiënten hebben noodmedicatie thuis en bekend bij de ambulance
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly