4.4 Flashcards

(9 cards)

1
Q

Wat doe je met een emulgator?

A

hiermee maak je een emulsie stabiel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe werkt een emulgator?

A

de waterhatende staarten gaan in de olie zitten en de waterlievende koppen steken uit de olie in het water/

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat betekent hydrofiel?

A

waterlievend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent hydrofoob?

A

water hatend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke waarde hoort bij neutraal?

A

7.0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke waarde hoort hij zuur?

A

0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke waarde hoort bij alkalisch?

A

14

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Uit wat bestaat zeep?

A

uit een molecuul met een water hatend deel en een waterverminnend deel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de werking van zeep?

A

de hydrofobe staarten hebben interactie met vuil. de hydrofiele koppen aan het uiteinde omgeven het vuil gedeelte zodat het in water oplosbaar is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly