7. cognitieve map theory Flashcards

(11 cards)

1
Q

Wat is de cognitieve mapp theorie?

A

stelt dat de hippocampus fungeert als een intern navigatiesysteem dat een mentale kaart (cognitive map) van de omgeving opslaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn place cells en wat suggereren ze over de functie van de hippocampus?

A

Place cells zijn hippocampale neuronen die vuren wanneer een dier zich op een specifieke locatie bevindt. Ze vormen samen een mentale kaart van de omgeving. En laat zien dat de hypocampus ook ruimtelijke informatie codeert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil in functie tussen de linker- en rechterhippocampus bij ruimtelijk en contextueel geheugen?

A

De rechterhippocampus is vooral betrokken bij ruimtelijk geheugen en navigatie (allocentrische kaarten), terwijl de linkerhippocampus belangrijk is voor het onthouden van contextuele details zoals wie, wat en wanneer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn grid cells en welke functie vervullen ze?

A

Gridcells vuren als een dier verschillende plaatsen is, en vorm zo een grid voor ruimtelijke afstand en orrientatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke verschillende rollen spelen de mediale temporaalkwabstructuren buiten de hippocampus in geheugenverwerking?

A

Entorinale cortex: bevat grid cells

Parahippocampale cortex: verwerkt visuele informatie over scènes en herkenningspunten.

Perirhinale cortex: betrokken bij geheugen en perceptie van complexe objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn testen van recognition van geheugen en meer specifiek forced-choice recognition en single probe recognition?

A

Dit meet het expliciete geheugen waarin mensen moeten aangeven of iets eerder is gezien

Forced choise, uit twee woorden kiezen welke is geweest

Single probe, of een los woordt in een lijst is laten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn testen van recall, en meer specifiek free recall en serial recall?

A

Ook een vorm van exliciet geheugen, en moeten mensen een lijst met woorden willekeurig opnoenen (free recall) of in de juiste volgorde (serial recall)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de twee mechanismen van herkenning, Familiarity en recolletion volgens Mandler (1980) ?

A

Familiarity (vertrouwdheid): contextvrij; een item voelt simpelweg bekend aan.

Recollection (herinnering): contextafhankelijk; men herinnert zich specifieke details van de studiefase.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zegt onderzoek over het effect van amnesie op familiarity en recollection?

A

in de praktijk hebben de meeste amnesiepatiënten schade aan meerdere gebieden in en rond de mediale temporale kwabben, wat leidt tot tekorten in beide processen. Bij specifieke schade lijkt recollection vooral aangetast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Onderzoekers stellen vat familiarity en recollection hetzelfde is, wat laat fMRI onderzoek hiernaa zien?

A

Recollection activeert de hyppocampus

Familiarity activeert de perirhinale cortex

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe verdelen de perirhinale cortex, parahippocampale cortex en hippocampus hun functies volgens Eichenbaum et al. (2007)

A

Perirhinale cortex: verwerkt itemrepresentaties → belangrijk voor familiarity

Parahippocampale cortex: verwerkt context (scènes, locatie)

Hippocampus: bindt items aan context → cruciaal voor recollection

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly