8. multiple demand network Flashcards

(10 cards)

1
Q

Wat is het multiple-demand network, van duncan?

A

is een netwerk van hersengebieden die actief zijn bij een breed scala aan cognitieve controletaken

Lateraal, anterior cingulate, parientale gebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke elementen van cognitieve controle onderscheidt Duncan (2010)?

A

Focussen op relevante taakkenmerken

Vervangen van oude taakkenmerken door nieuwe zodra een subtaak is afgerond

Doorschakelen van geselecteerde resultaten tussen sub-taken

En komt overeen met het multiple demand network

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de relatie tussen de multiple-demand network en fluid intelligence en gekristaliseerde intelligentie?

A

De multiple-demand network (MDN), is nauw verbonden met fluid intelligentie. Het omvat probleem oplossende vermogens

In tegenstelling tot gekristaliseerde inteligentie die gebaseerd is op eerdere ervaringen en staat er los van.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat onderzoekt het vakgebied neuro-economics?

A

Combineert inzichten uit neurowetenschap, psychologie en economie om te onderzoeken hoe mensen daadwerkelijk beslissingen nemen, in plaats van hoe ze dat theoretisch zouden moeten doen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat laat de Ultimatum Game zien over de rol van sociale factoren in neuro economics?

A

Dit laat zien dat economische beslissingen gebaseerd zijn op economische waarden, zoals eerlijkheid.

Mensen wijzen oneerlijke aanbiedeningen vaak af, ookal krijgen ze dan niks, dit laat zien dat executieve funcites betrokken zijn bij sociale afwegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de rol van het rostrale prefrontale cortex (frontal pole) in executieve functies?

A

de rostrale prefrontale cortex (frontal pole) is betrokken bij multi-tasking

Als iemand een hoofddoel in gedachten houd en subdoelen moet uitvoeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat stelt het model van Koechlin en Summerfield (2007) over de hiërarchische organisatie van cognitieve controle in de hersenen?

A

stellen dat cognitieve controle hiërarchisch is georganiseerd van posterior naar anterieur in de frontale cortex loopt van premotorische naar de frontale gebieden, en kenmerkt zich met toenemende complexiteit van controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zijn de premotor, posterieure laterale, anterieure laterale en rostrale pfc betrokken in de hierarchische ordening van cognitieve controle?

A

Premotor: uitvoeren simpele handelingen (knop drukken)

Posterieure laterale: bruikbare informatie halen uit de context

Anterieure laterale, bepalen van de juiste context

Rostrale, multitasken, subtaken loshouden van hoofddoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Badre en D’Esposito (2009) stellen dat er in de laterale pfc een zelfde hierarchie zit, de dorsale en ventrale route. Waar zijn deze voor verantwoordelijk?

A

Dorsaal is voor actie planning, motorische doelgerichte acties

Ventraal is voor taal en objecten, de betekenis volle verwerking (is de ene groter dan de andere)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke theorie hebben Burgess et al. (2007) over de functie van het frontale poolgebied (BA10)?

A

Dit werkt als een toegangspoort tussen stimuli bepaalde cognitie zoals kunnen focussen en intern gerichte cognitie zoals de eigen gedachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly