880-900 Flashcards
(20 cards)
1
Q
Collocare
A
o
Plaatsen;opstellen
2
Q
Orare
A
O
Bidden; smeken
3
Q
Ornare
A
O
Versieren; in orde brengen
4
Q
Parare
A
O
Klaarmaken; verwerven
5
Q
Regnare
A
O
Heersen
6
Q
Superare
A
O
Overwinnen; overblijven
7
Q
Temptare
A
O
Proberen; op de proef stellen
8
Q
Vulnerare
A
O
Verwonden
9
Q
Adscendere
A
O
Stijgen; beklimmen
10
Q
Emere
A
O
Kopen
11
Q
Pellere
A
O
Verdrijven
12
Q
Promittere
A
O
Beloven
13
Q
Vertere
A
O
(Om)keren; veranderen in
14
Q
Recipere
A
io
Ontvangen
15
Q
Forte
A
Bijw
Toevallig
16
Q
Frustra
A
Bijw
Tevergeefs
17
Q
Iterum
A
Bijw
Opnieuw
18
Q
Usque
A
Bijw
Ononderbroken
19
Q
Velut
A
Bijw
Zoals
20
Q
Aqua
A
Aquae
Het water