A2/B1 words Flashcards

(374 cards)

1
Q

daarnaast

A

besides

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hieronder

A

below

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aankondigingen

A

announcements

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

mededeling

A

message

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

daarin

A

it

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

verwachten

A

expect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

eindigt

A

ends

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

ontvang

A

receive

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

tegels

A

tiles

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

onderdeel

A

part

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

boven

A

above

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

inhoud

A

content

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

balk

A

bar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

scherm

A

screen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

verschijnt

A

appears

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

aparte

A

separate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

beoordelingscriteria

A

assessment criteria

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

bepaalde

A

certain

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

rooster

A

schedule

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

zelfstandig

A

independent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

tandemopdrachten

A

tandem assignments

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

begeleiding

A

supervision

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

leiding

A

management

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

insturen

A

to submit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
beschikbaar
available
26
betreffende
relevant
27
uitgelegd
explained
28
verbeteren
to improve
29
spreekvardigheid
speaking skills
30
doel
goal
31
tellen
to count
32
berekening
calculation
33
mee
include
34
gebeuren
to happen
35
allebei
both
36
volledig
completely
37
geautomatiseerd
automated
38
proberen
to try
39
spraakopname
speech recording
40
tekstveld
text field
41
cijfer
grade
42
meetelt
counts
43
voorstellen
to propose
44
reageren
to respond
45
schrijfvaardigheid
writing skills
46
gehouden
to be held
47
verstandig
sensible
48
leden
members
49
deelname
participation
50
gehaald
achieved
51
voldoende
sufficient
52
bewijs
evidence
53
rechten
law
54
grappig
funny
55
verwarrend
confusing
56
tekenen
to draw
57
studentenvereniging
student association
58
zou
would
59
benieuwd
curious
60
gevaarlijk
dangerous
61
vlinder
butterfly
62
prachtige
pretty
63
indrukwekkend
impressive
64
held
hero
65
ernstig
serious
66
vrolijke
cheerful
67
oplossing
solution
68
lawaii
noise
69
bescheiden
modest
70
het verslag
report
71
wakker worden
to wake up
72
de kamer
room
73
schoonmaken
to clean
74
opstaan
to get up
75
vertrekken
to leave
76
om op tijd te zijn
to be on time
77
als
if
78
om
in order to
79
leiden
to lead
80
al
already (eg. je hebt al het ontbijt gegeten)
81
happened
gebeurd
82
verstaan
heard
83
de leeftijd
age
84
vernoemen naar
to name (after)
85
verwarren
to confuse
86
tekenen
to draw
87
schilderen
to paint
88
muzikaal
musically inclined
89
benieuwd (naar)
curious (about)
90
precies
exactly
91
de beer
bear
92
het beest
animal (beast)
93
gevaarlijk
dangerous
94
de vlinder
butterfly
95
het paard
horse
96
vliegen
to fly
97
indrukwekkend
impressive
98
merkt
as you can see (ook: noticed)
99
trots (op)
proud (of)
100
de held
hero
101
zorgen voor (voor...gezorgd)
to take care of
102
ernstig
seriously
103
vooral
especially
104
en hekel hebben aan
to dislike
105
het lawaai
noise
106
schreeuwen
to shout
107
de tekening
drawing
108
het tijdschrift
magazine
109
sturen (naar/aan)
to send (to)
110
sommige
some
111
zelfs
even
112
publiceren
to publish
113
universitair
university (adj.)
114
medisch
medical
115
het bezit
possession
116
de spullen
things
117
fluisteren
to whisper
118
het gevoel
feeling
119
de droom
dream
120
de wereld
world
121
persoonlijk
personal
122
bereiken
to achieve
123
het ziekenhuis
hospital
124
uitkomen
to come true (reveal)
125
de eigenschap
characteristic
126
geduldig
patient
127
mezelf
myself
128
wetenschappelijk
scientific
129
onderzoek doen (naar)
to research
130
het onderzoek
research
131
het platteland
countryside
132
voorlopig
for now
133
goede voornemens
new year's resolutions
134
het voornemen
intention
135
zich ergeren (aan) (eg. me ... ergeren)
to get annoyed (by)
136
het doelpunt
goal
137
het lied
song
138
omdat
because
139
als (conjunctie)
as
140
toen
when
141
voordat
before
142
nadat
once
143
totdat
until
144
terwijl
while
145
zodat
so that
146
zodra
as soon as
147
hoewel
although
148
de afbeelding
picture
149
hierna
below
150
onderstreep
underline
151
dierbaar
precious (items)
152
stilstaan (bij)
to stand still (stop to think about)
153
meemaken (meegemaakt)
to experience
154
(uit)kiezen (uitkoos)
to choose
155
daarvan
of this
156
de geboorte
birth
157
de herinneringen (aan)
memories (of)
158
verwerken (in)
to use / to process
159
beschilderen
to paint
160
meekrijgen (kreeg...mee)
to be given (as a gift)
161
gouden
golden
162
de rammelaar (het rammelaartje)
rattle
163
het horloge
watch
164
dankbaar (voor)
thankful (for)
165
hangen (aan)
to hang (on/onto something)
166
de schijf
disk
167
bewaren (bewaar)
to keep
168
uitverkopen (uitverkochte)
to sell out
169
de ziekte
disease
170
het zicht
vision
171
vervang
replace
172
vetgedrukte
bold
173
maandelijkse
monthly
174
zich aanmelding (voor)
to sign up (for)
175
de regel
rule
176
het niveau
level
177
opleveren (levert...op)
to count for (ook: produce/yield)
178
verbieden (verboden)
to forbid (forbidden)
179
op zoeken (op...zoeken)
to look up
180
het verzoek
request
181
gillen
to scream
182
de ronde
round
183
het onderwerp
topic
184
de voeding
nutrition
185
de geneeskundestudent
medical student
186
de voedingsdeskundige
nutritionist
187
de sportliefhebber
sports enthusiast
188
de liefhebber (van)
lover (of)
189
de kennis
knowledge
190
de volwassene
adult
191
gemiddeld
(on) average
192
zacht
quietly (ook: soft)
193
twijfelen (twijfel aan/over/tussen)
to be unsure (about)
194
anderhalf
one and a half
195
het geheugen
memory
196
afhangen van (hangt...af)
to depend on
197
de lengte
length, height
198
het geslacht
sex
199
en zo
and other things
200
de richtlijn
guideline
201
dom
dumb
202
verwennen
to spoil (someone)
203
de frisdrank
soft drink
204
af en toe
every now and then
205
bewegen
to exercise
206
verbranden
to burn
207
stevig
at a face pace (ook: solid)
208
de beweging
exercise
209
ten minste
at least
210
matig
moderate (ook: medium)
211
het lichaam
body
212
kauwen (op)
to chew (on)
213
de chips
chips
214
de plek
place
215
elders
elsewhere
216
blijken uit (uit...blijkt)
to show
217
gemeenschappelijke
common
218
het kenmerk
characteristics
219
de levenstijl
lifestyle
220
stijl
style
221
noemen
to name
222
luidruchtig
noisy
223
de aandacht
attention
224
de tentamenweek
exam week
225
de rosbief
roast beef
226
de rucola
arugula
227
pakken
to grab
228
het schap
shelf
229
steeds
over and over / more and more
230
voorverpakte
prepackaged
231
het lijstje
list
232
zich houden aan (ik houd me aan...)
to stick to
233
tegenwoordig
nowadays
234
schelen
to have a difference/saving of
235
smaken (naar)
to taste (of)
236
binnenlopen
to walk into
237
steeds minder
less and less
238
nog steeds
still
239
gemerkt (van)
to have noticed
240
op zich meenemen
to try on oneself
241
onderzoek doen (naar)
to do research (on)
242
smaken (naar)
to taste (like)
243
benieuwd (naar)
curious (about)
244
de luchthaven
airport
245
de rugzak
backpack
246
het uitwisselingsprogramma
exchange program
247
de uitwisseling
exchange
248
behoorlijk
quite; fairly
249
de huisgenoot
roommate
250
omkeren (omgekeerd)
to reverse
251
de heimwee (naar)
homesickness
252
tegelijkertijd
at the same time
253
thuiskomen (komen...thuis)
to come home
254
de familieomstandigheden
family circumstances
255
de omstandigheid
circumstance
256
de hoofdstad
capital
257
levendig
lively
258
saai
boring
259
verderop
further down
260
uitlaten
to let out; to show; to walk (a dog)
261
afstandelijk
distant; aloof
262
luid
loud
263
de onbekende
stranger
264
zomaar
spontaneously; just like that
265
de afstand
distance
266
knuffelen (met)
to cuddle (with)
267
kussen
to kiss
268
informeren (naar)
to enquire (about)
269
het levensgeluk
happiness in life
270
het afval
litter; waste
271
schoon
clean
272
verzorgd
well cared-for
273
zich afvragen (vraag me af)
to wonder
274
de samenleving
society
275
bedenken
to think of
276
gelijk hebben (hebt gelijkt)
to be right
277
snikheet
boiling hot
278
de kroeg
pub
279
vrienden
friends (pluralis)
280
bezocht
visited
281
meegegaan (op)
went along
282
toekomst
future
283
delen
to share
284
ik ben het met je eens
I agree with you
285
liep
saw
286
nog nooit van gehoord
never heard of it
287
geweest
been
288
straks
soon
289
zeker(e)
certain
290
afstand
distance
291
nogal
rather
291
ontdekken
to discover
292
stevig
firm
293
gemeenschappelijk
common
294
matig
moderate
295
het linkerrijtje
left row
296
tegenstelling
opposite
297
het rechterrijtje
right row
298
met een reden
for a reason
299
hebben...zin
to fancy
300
gooien
to throw
301
komen gauw weg terug
to come back soon
302
geloven
to believe
303
mening
opinion
304
waarschijnlijk
probably
305
de gelegenheid
opportunity
306
het kinderliedje
nursery rhyme
307
samenkomen (komen samen)
to get together
308
knapperig
crunchy
309
plaatselijk(e)
local
310
pekelen
to pickle
311
de borrel
drink; drinks event
312
met z'n twintigen
with twenty of us
313
de haven
the harbour
314
allerleukste
the best
315
erg
bad
316
terechtkunnen (kunnen...terecht)
to be able to go to
317
terechtkomen (komen...terecht)
to end up
318
terecht
justifiable
319
draaien om (draaide...om)
to revolve around
320
de band
bond
321
plaatsvinden (vinden...plaats)
to take place
322
het goede
good
323
het kwade
evil; bad
324
overwinnen
to triumph over; overcome
325
afsteken (steken...af)
to let off
326
het vuurwerk
fireworks
327
versieren
to decorate
328
de kaars
candle
329
de stoep
pavement
330
het optreden (treden...op)
performance
331
streng
strict
332
opgetreden
occured
333
gevieren
to celebrate
334
markeren (markeert)
to mark
335
de kalender
calendar
336
de overlvloed
abundance
337
uitleggen (legt...uit)
to explain
338
het beginsel
principle
339
de kom
bowl
340
verven
to paint (on something)
341
het lied
song
342
uitkijken naar (keek...uit naar)
to look forward to
343
de ruimte
space
344
opzeggen (opgezegd)
to recite; ook: to cancel
345
gerechten
dishes
346
hetzelfde
the same
347
voornamelijk
mainly
348
het familielied
relative
349
de bedrijfskunde
business administration
350
uitschelden (scheld...uit)
to call names; to scold; to tell off
351
verplichten (verplicht)
to oblige (obliged)
352
de grootouder
grandparent
353
de verplichting
obligation
354
vrijmaken (maken...vrij)
to make time for; to free (up)
355
doorbrengen (door...brengen)
to spend (time)
356
uitgebreid
elaborate; extensive
357
opkrijgen (krijgt...op)
to finish food
358
ervan
of it/them
359
voortkomen uit (komt voort uit)
to originate from
360
waarin
in which
361
het voorhoofd
forehead
362
aanraken
to touch
363
rijgen (regen)
to thread
364
de munt
coin
365
de draad (het draadje)
thread; wire; string
366
het hoofdkussen
pillow
367
het kussen
cushion
368
de jongere
young people
369
de envelop
envelope
370
langskomen (komt langs)
to come over; to pass by
371
besluiten (besloten)
to decide
372
de verplichting
obligation
373