Achterhand Flashcards

1
Q

richting

A

&laquo_space;90 dijbeen te schuin
» 90 dijbeen te recht
beide nadelig voor stuwende kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ronde billen

A

te lange achillespees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

slecht gebroekt/ windhondenbillen

A

te weinig gespierd

nadelig voor trek en springpaarden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

achterknie te dicht tegen buik of te ver naar achter

A

nadelig voor staplengte;

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

koehakkigheid + franse stand

A

achterknieen te breed uit elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

vlaamse stand

A

te wijde hakken, te dicht naar elkaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

mouw

A

aangeboren knieschijfontwrichting éenzijdig

waardeloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dubbele mouw

A

aangeboren knieschijfontwrichting tweezijdig

waardeloos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

te hoog ingeplante staart

A

schoonheidsgebrek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

konijnenstaart

A

-te laag ingeplant
- bij een te schuin kruis
> kan samengaan met verkorte tap, karperrug, sabelbenigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

rattenstaart

A

smalle staartbasis, weinig gespierd en spaarzaam behaard

- minderwaardige indruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

afgeschuurde haren

A

wijzen op jeuk (schurft, wormen, eczeem)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

slappe staart

A

algemene zwakte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

krachtig tussen de billen trekken bij aanraking

A

schrikachtigheid en overdreven prikkelbaarheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

blijvende roos

A

constante rode kleur aars > chronische diarree

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

litteken (witte streep) aars

A

vroegere scheur bij lastige verlossing

17
Q

niet gesloten aars

A

zwakte of hoge ouderdom

18
Q

monorchdie

A

er is maar 1 testikel uitgezakt, andere blijft in de buikholte
> fokhengsten gebrek
> castratie voor gebruik

19
Q

cryptorchidie

A

geen van beide testikels bevindt zich in het scrotum
> klophengst
> dikwijls kwaadaardig
> wanneer teelballen zijn blijven hangen in lieskanaal kan er nog wel sperma geproduceerd worden maar voor fokken niet aan te raden afwijking

20
Q

hyporchidie

A

een of beide teelballen is duidelijk te klein

> afkeuren fokkerij

21
Q

te groot scrotum

A

kan wijzen op liesbreuk of inguinale hernia (stuk darm in scrotum, > aanleiding tot koliek en darm kan afsterven)
> bij castratie voorzichtigheid geboden

22
Q

kokerzwelling

A

wegens onstekingen soms tgv. urineren in de koker (voorhuid)

23
Q

fimosis

A

kokertop te eng waardoor niet kan worden uitgeschacht

24
Q

parafimosis

A

koker te smal > na uitschachten kan de penis zeer moeilijk tot niet teruggetrokken worden

25
Q

te korte penis

A

normale dekking is niet mogelijk

26
Q

penisverlamming

A

penis blijft hangt blijvend uit de koker

27
Q

vaginascheur

A

vaak bij bovenste hoek door geboorte > moet gehecht worden

> anders kans op inwendige bevuiling en vaginaontsteking

28
Q

uierontsteking (mastitis)

A

er zijn harde knobbels of een algehele uierzwelling

29
Q

pismerrie

A

voordurend bronstig of hengstig
> meestal afwijking aan de eierstokken
> onhandelbaar, slaat frequent, luidruchtig en urineerd veelvuldig