Voorbenen

Question 1

legger

Answer 1

zacht gezwel op top elleboog

< door chronische prikkeling bij het liggen op het hoefijzer; geneest moeilijk en komt frequent voor

Question 2

gewichtsgal

Answer 2

zwelling aan buiten-voorzijde wegens chronische prikkeling

Question 3

vlaamse stand

Answer 3

wijd in de ellebogen ( naar buiten gekeerd)

Question 4

franse stand

Answer 4

nauw in de ellebogen

Question 5

zwilwrat of kastanje

Answer 5

vereelte op binnenzijde onderarm

> sterker ontwikkeld bij minder edele paarden en kan makkelijk bijgesneden worden indien hinderlijk

Question 6

haakbeenjte

Answer 6

bevind zich achteraan de voorknie en moet zich halfweg bevinden tussen de elleboog en de bodem

Question 7

zwammige knie

Answer 7

met verdikte huid of met te veel onderhuids bindweefsel

Question 8

ronde knie

Answer 8

te kort en/of te smal

> minder schokbreking

Question 9

gekroonde knie

Answer 9

met littekens op de voorzijde door vallen of stoten

Question 10

knierasp

Answer 10

dwarslopende groeven of spleten in de knieplooi (moelijk te genezen)

Question 11

strijken in de knieen

Answer 11

het bewegend been raakt de voorknie van het steunbeen

Question 12

bloedbuil

Answer 12

bij springpaarden of soms bij paarden die opstaan als eenrund

Question 13

peesschedegallen

Answer 13

uitpuilingen vanuit kokers die strekpezen omvatten

Question 14

gewrichtsgallen

Answer 14

tussen de strekpezen op de voorzijde

Question 15

beenwoekeringen

Answer 15

extra kalkafzettingen

> wijzen op slijtage

Question 16

bokbenigheid

Answer 16

de knie ligt voor de geciteerde ideale rechte lijn
> niet nadelig als onderarm en voorpijp lang genoeg zijn en de koot lang en schuin
> is de koot te recht, slijtage > paard trilt dikwijls in knieen

Question 17

holle knieen / schaapsknieën

Answer 17

knie licht achter de ideale rechte lijn

> erger bij rijpaarden

Question 18

X-benen

Answer 18

de knieeen komen te dicht bij elkaar

Question 19

O-benen

Answer 19

de twee knieen staan te ver uit elkaar

Question 20

spillebenen

Answer 20

lange fijne pijpen

> meestal onvoldoende gespierde onderarm

Question 21

ingesnoerde knie

Answer 21

er is onder de voorknie een sterke versmalling van de pijp

> tamelijk groot gebrek

Question 22

beenwoekeringen of schiefels

Answer 22

door slechte knieplaatsing, overbelasting, alle standafwijkingen
> op meerdere plaatsen

Question 23

sore shin

Answer 23

soort schiefsel

langwerpig gezwel op de voorzijde van de pijp van jonge vluchters in training : spanningen op het beenvlies

Question 24

ronde pijp

Answer 24

geen groef zichtbaar tussen pijp en buigpezen wegens te veel bindweefsels
> ongunstig
> bij trekpaarden door bijtende stoffen expres

Question 25

peesinsnoering onder de knieplooi

Answer 25

wijst op onderontwikkeling

Question 26

peesklap

Answer 26

gedeeltelijke scheuring van de verbindingspees > zeer pijnlijk, geeft peeszwelling en kreupelheid > kan genezen, maar hervallen is frequent > vooral voorbenen

Question 27

peesontsteking

Answer 27

pezen voelen warm en zijn dikwijls iets gezwollen

Question 28

peesverkorting

Answer 28

chronische peesontsteking | > elastisch bindweefsel vervangen door niet-elastisch, odat het paard steil gaat staan in de koot

Question 29

peesstelvoet

Answer 29

ergste vorm peesverkorting

Question 30

peesschedegal

Answer 30

zwelling van de peesschede onder de knie of boven de kogel | > pees is belangrijke schokbreker

Question 31

bindweefseloedeem

Answer 31

vochtopstapeling

Question 32

peesschedegallen

Answer 32

tweelobbig vooraan zijdelings

Question 33

gewrichtsgallen

Answer 33

lager en meer vooraan gelegen dan peesschedegallen > gallen zijn een teken van slijtage en gaan dikwijls samen met een steilere koot > erge gevallen beenwoekeringen

Question 34

nauw in de kogels

Answer 34

de kogels staan te veel naar binnen, mogelijk strijken | > geen rotatie

Question 35

wijd in de kogels

Answer 35

kogels staan te veel naar buiten | > geen rotatie

Question 36

laag gekoot

Answer 36

extensiehoek is te klein, koot staat te schuin > aanleding tot doortreden > bij extreme gevallen kogel grond raken bij rennen > gewrichtsbanden en pezen slijten sneller

Question 37

steil gekoot

Answer 37

extensiehoek is te groot < steltvoetig < overkoot bij overkoot vvalt de koot achter de pijplijn > geen schokbreking en struikelen is frequent

Question 38

overbenen

Answer 38

beenwoekeringen thv overbelasting

Question 39

zwikken in de koten | of laten schieten

Answer 39

het paard brengt de koot eerst naar voor en dan naar achter ipv licht door te treden

Question 40

mok (droog of nat)

Answer 40

kloven aan de achterzijde | > huid wordt wratachtig en haren staan borstelig = egelvoet

Question 41

beervoetigheid

Answer 41

de lijn kroon-koot-hoef staat bovenaan bol