Artikelen Flashcards

(14 cards)

1
Q

Artikel Crijns & Dubelaar ‘Mr. Big een maatje te groot voor Nederland? Over de toelaatbaarheid en normering van undercoveroperaties’

A

Kritiekpunten op art. 126j Sv als wettelijke grondslag voor de Mr. Big-methode: (a) te magere wettelijke grondslag, wetgever had bij art. 126j Sv geen Mr. Big-methode voorogen. Verhouding prestatie stelselmatige informatie-inwinningsbevoegdheid door wetgever en Mr. Big; (b) Relatieve lichtheid voorwaarden art. 126j Sv tegenover ingrijpendheid Mr. Big-methode; (c) Art. 126j Sv spreekt over informatie halen over verdachte, maar Mr. Big haalt informatie uit verdachte; geen waarborgen wat betreft toepassing voor methode jegens derde; (d) art. 126j Sv bevat weinig waarborgen voor integriteit en beheersbaarheid van de opsporing (IRT-affaire). Doelstelling Mr. Big-methode: cold-cases oplossen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Artikel Borgers ‘Normering van ‘lichte’ opsporingshandelingen’

A

Normeringswijze lichte opsporingsmethode: art. 3 Politiewet en art. 141 jo. 142 Sv – algemene taakstellende bepaling. Gezichtspunten HR Stille sms.
b) Borgers bedoelt met casuïstische aanpak dat het afhangt van de feiten en omstandigheden van het geval of een bepaalde opsporingsmethode zonder specifieke bevoegdheidsgrondslag is toegelaten. Zelfde methode kan de ene keer onrechtmatig en de andere keer rechtmatig zijn.
c) Het nadeel is dat dit veel rechtsonzekerheid met zich meebrengt: onzekerheid of bepaalde opsporingshandelingen mogen worden verricht.
Voor opsporingsambtenaren: chilling effect, vanwege twijfel omtrent de toelaatbaarheid bepaalde opsporingshandelingen achterwege worden gelaten, ook al is niet uitgesloten dat als de rechter daar later over zou oordelen, die handelingen toch rechtmatig zouden worden bevonden.
Voor burgers: wanneer er door opsporingsautoriteiten juist voor wordt gekozen de grenzen op te zoeken en bewust het risico wordt ingecalculeerd dat een opsporingshandeling onrechtmatig zal worden bevonden, zal de burger het gevoel kunnen bekruipen dat de overheid een loopje neemt met de wet en dus dat wordt ingeboet op het gewenste niveau van rechtsbescherming.
Er valt uit de huidige rechtspraak geen algemene regel af te leiden voor het gebruik van bepaalde opsporingshandelingen.
Het voordeel is dat op deze manier wordt voorkomen dat iedere keer dat een nieuwe wijze van opsporen wordt ontwikkeld die niet reeds onder een bestaande wettelijke bevoegdheid kan worden gebracht, de wetgever in actie zou moeten komen alvorens die innovatie kan worden toegepast. Daarnaast kan tegelijkertijd worden voorkomen dat die creativiteit zo ver doorschiet dat fundamentele rechten en/of de integriteit van het overheidshandelen al te zeer onder druk komen te staan.
Opsporing vs rechtsbescherming. Flexibiliteit.
d) Het alternatief dat Borgers stelt een algemene maatregel van bestuur (AMvB) voor, door in de wet te bepalen dat bij algemene maatregel van bestuur regels kunnen worden gesteld omtrent de invulling van de opsporingstaak. Zo wordt er geconcretiseerd onder welke omstandigheden en op welke wijze de toepassing van een bepaalde ‘lichte’ opsporingshandeling mag en moet plaatsvinden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Artikel Stevens ‘Onderzoek in een smartphone. Zoeken naar een redelijke verhouding tussen privacybescherming en werkbare opsporing’

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Kamerstukken II 2022/2023 nr. 2 Hoofdstuk 10 ‘Onderzoek door de rechter-commissaris’

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kamerstukken II 2022/2023 nr. 3 paragraaf 4.8 ‘De “beweging naar voren” en paragraaf II.10 ‘Onderzoek door de rechter-commissaris’

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Kamerstukken II 2022/2023 nr. 4 paragraaf 6 ‘Rode draden uit de deeladviezen’ en Deeladviezen D paragraaf 1 ‘Inleiding’ en paragraaf 2 ‘Onderzoek en regie door de rechter-commissaris’

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Artikel Koning ‘De ventielfunctie van artikel 12 Sv-procedure van georganiseerd wantrouwen naar gezamenlijk politiek project?’

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Artikel Groenhuijsen, ‘Van de regen in de drup. Van een kennis gestuurde slachtoffer emancipatie in het strafrecht naar een ‘goede bedoelingen slachtofferpolitiek’ anno 2018.’

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Van Lent, Smolders & Malsch, ‘We kennen allemaal de stukken… Pleidooi voor een debat over een onmiddellijker strafproces in Nederland.’

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Lochs, De Keijser & Crijns, ‘Evenwichtige waarheidsvinding en het belang van scenario’s’, Expertise en Recht 2024, afl. 2, par. 1 t/m 4 en 6.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

M. Samadi, ‘Een nieuw beoordelingskader voor de sanctionering van vormverzuimen: een stap in de goede richting?’, NTS2022/01, p. 23-30.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

M.J. Borgers, ‘De toekomst van artikel 359a Sv’, Delikt en Delinkwent 2012/25.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

M. Lochs & S.E. Iqbal, ‘Tegenspraak in strafzaken: essentieel voor de waarheidsvinding in het contradictoire proces’, RMThemis2023, afl. 2, par. 5 (p. 102-103).

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

D. Bektesevic, ‘Kijken in de keuken van de Hoge Raad. De toepassing van artikel 80a RO in strafzaken’, NJB2018/301, p. 404-412.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly