BA1B2 TT 2022-2023 HER

Question 1

Hoe groot mag het maximale verschil zijn in de FEV1 tussen de 2 hoogst gemeten waarden?

Answer 1

150 mL

Question 2

In welk deel van de ademcyclus wordt FRC bereikt?

Answer 2

begin inademing

Question 3

Welk kenmerk wordt aangetoond door middel van een longfunctieonderzoek bij een patiënt met astma?

Answer 3

een variabele expiratoire airflow limitatie

Question 4

Welk van de volgende effecten wordt niet door leukotriënen veroorzaakt?

Answer 4

verlagen van de vaatwandpermeabiliteit

Question 5

COPD kent diverse fenotypes.

Omschrijf drie kenmerken die kunnen voorkomen bij het emfysemateuze subtype.

Answer 5

• obstructie meestal beetje op achtergrond
• verhoogde airtrapping
• meer diffusie problemen

Question 6

Een kind van 13 maanden met ernstig atopisch eczeem is voor de tweede maal bij een verkoudheid kortademig geworden en
opgenomen in het ziekenhuis. Het reageert goed op bronchusverwijders en prednison. Het kind moet onderhoudsmedicatie
gaan gebruiken. Echter, bij pogingen om medicijnen toe te dienen met een voorzetkamer + masker gaat het kind geweldig
tegenspartelen.

Wat zijn drie opties om de astma van dit kind te kunnen behandelen?

Answer 6

• voorzetkamer met masker waar speen in zit
• vernevelaar met masker
• montelukast ipv corticosteroiden

Question 7

Geef voor elke factor aan of deze een links- of rechtsverschuiving van de O2 verzadigingscurve geeft.

Een verhoging van de pCO2 geeft een
Een verhoging van de pH geeft een
Een verhoging van de 2,3-BPG concentratie geeft een
Een verhoging van het percentage HbF geeft een

Answer 7

rechts –> zorgt voor verlaging aff met O2 door H+
links
rechts
links

Question 8

1. Waar in het bloed wordt deze vorm (HCO3-) voornamelijk uit CO2 gevormd?
2. Leg uit waardoor CO2 voornamelijk in deze vorm wordt omgezet.

Answer 8

1. in de rode bloedcel
2. CA in rbc –> zet sneller CO2 om in HCO3- (spontaan gaat dit langzaam)

Question 9

De benodigde inname van geneesmiddelen zoals captopril, indomethacin en naproxen kan worden verlaagd zonder nadelig
effect op de werkzaamheid ervan, door tegelijkertijd probenecid in te nemen. Al deze stoffen hebben met elkaar gemeen dat ze
slecht oplosbaar zijn in water en negatief geladen zijn bij pH in de range van 6 tot 8.

1. Wat is kwantitatief de belangrijkste route waarmee deze geneesmiddelen de urine bereiken?
2. Leg uit waardoor probenecid de benodigde inname van genoemde geneesmiddelen verlaagt, zonder de werking
   ervan te verminderen.
3. Geef een verklaring waarom probenecid door het Internationaal olympisch comité (IOC) in 1988 op de lijst met
   verboden middelen is gezet.

Answer 9

1. via secretie
2. anionen worden via een beperkt aantal transporteiwitten uitgescheiden –> door probenecid compereren de anionen, waarna er minder wordt uitgescheiden van deze geneesmiddelen –> plasma concentratie blijft langer hoor
3. Prestatieverhogende organische anionen komen door competitie met probenecid minder in de urine terecht en zijn dan bij urinetesten moeilijker aantoonbaar

Question 10

Welk van de onderstaande veranderingen van de creatinine excretie kenmerkt de meting na de OK in vergelijking tot
de meting voor de OK?

Answer 10

verlaagde creatinine

Question 11

Welk cellulair mechanisme of welke cellulaire mechanismen kunnen betrokken zijn van het ontstaan van een
pRTA?

Answer 11

• verminderde reabsorptie van HCO3-
• verminderde glutamine omzetting

Question 12

1. Welke afwijking op het ECG is kenmerkend voor hypokaliemie?
2. Noem twee specifieke werkingsmechanismen van twee groepen kalium-sparende diuretica.

Answer 12

1. u golf
2. blokkeren aldo receptor
   blokkeren ENac