BA2B2 Flashcards
Verschillende mechanismen kunnen bijdragen aan het doorbreken van tolerantie met het ontstaan van auto-immuunziekten als gevolg. Eén
van die mechanismen is gebrek aan voldoende activiteit van regulatoire T-cellen (Treg).
Noem twee mogelijke oorzaken van onvoldoende Treg activiteit.
- verstoorde ontwikkeling door genetische defecten zoals FOXP3
- hoeveelheid T reg is afgenomen door T cel deplerende medicatie als chemo
Welke van de onderstaande stellingen over glomerulonefritis bij SLE is of welke zijn niet juist?
1. De antistoffen bij SLE zijn gericht tegen de basaalmembraan.
2. De neergeslagen immuuncomplexen bevatten vooral IgA.
❌ Fout → De antistoffen bij SLE zijn niet specifiek gericht tegen de basaalmembraan, maar tegen nucleaire antigenen (zoals dsDNA). De schade aan de glomeruli ontstaat door immuuncomplexen die neerslaan in de glomerulaire capillairen. Dit verschilt van Goodpasture-syndroom, waarbij er wél antistoffen tegen de basaalmembraan zijn.
❌ Fout → De neergeslagen immuuncomplexen bij SLE bevatten vooral IgG (en soms ook IgM en complementfactoren zoals C1q en C3). IgA speelt geen dominante rol bij lupus-nefritis, maar komt wel voor bij bijvoorbeeld IgA-nefropathie (ziekte van Berger).
De anatomie van het oog kan de accommodatie beïnvloeden.
Noem drie factoren die bepalend zijn voor de accommodatie. (3p)
- musculus ciliares,
- zonula vezels
- rigiditeit van de ooglens
- musculus ciliares,
- zonula vezels
- rigiditeit van de ooglens
Welke van onderstaande bijwerkingen kunnen een gevolg zijn van het gebruik van steroïden bevattende oogdruppels?
A Cataract
B Oogboldrukdaling
C Oogboldrukstijging
D Distichiasis
cataract en oogboldrukstijging
Cataract (ook wel staar genoemd) is een aandoening waarbij de ooglens vertroebelt, wat leidt tot een verminderde zichtkwaliteit. Het kan optreden op verschillende leeftijden, maar komt het meest voor bij ouderen.
Je bent kinderarts en diagnosticeert een kindje van 6 jaar met juveniele idiopatische artritis (JIA). Het kindje heeft geen visusklachten en de
ogen zijn blank (geen roodheid/hyperemie van de conjunctiva).
Is een oogheelkundige screening geïndiceerd?
Ja, volgens protocol wordt het kindje met regelmaat oogheelkundig nagekeken.
Hoe wordt de reactie genoemd, die optreedt als autoantistoffen van de patiënt in het serum aantoonbaar zijn?
agglutinatiereactie
Je bent chirurg en je wordt geroepen bij een 63-jarige man bij wie je twee dagen geleden een hemicolectomie hebt verricht (verwijderen van
een deel van het colon), vanwege een coloncarcinoom. Hij blijkt zich erg ziek te voelen; hij heeft een tachycardie, een bloeddruk van 90/45
mmHg en geeft aan dat hij erg veel pijn heeft in de buik. Hij ligt zwetend en klam in bed. In afwachting van beeldvorming van de buik wil je
antibiotica starten. Als je in het dossier kijkt zie je dat je collega de dag ervoor een kweek van de operatiewond heeft afgenomen, waaruit nu
een Staphylococcus aureus groeit. Je besluit flucloxacilline intraveneus te geven.
Stel een differentiaal diagnose inclusief meest voorkomende verwekkers op. (5p)
Beargumenteer welke diagnose het meest waarschijnlijk is en waarom flucloxacilline bij deze patiënt wel of geen goede keuze is
Minimaal in differentiaal diagnose: Buikfocus, darmflora (gramnegatieven/anaeroben) (1 pt). Dit is ook meest waarschijnlijk gezien 2 dagen
postoperatief en klachten (1 pt). Patient is ziek (tekenen van sepsis) (1 pt) en daarom is flucloxacilline, een smal middel dat alleen S. aureus
(1 pt) en sommige andere grampositieven dekt, onvoldoende
Welke behandeling is bij patiënten met familiaire mediterrane koorts (FMF) de eerste keus?
colchicine
syfilis is een SOA die verschillende stadia kent.
Welke stelling over de verschillende stadia van syfilis is juist?
In het eerste stadium kan de spirocheet zichtbaar gemaakt worden middels donkerveld microscopie
Benoem de drie belangrijkste afweercellen en hun actiemechanisme die van belang zijn bij het ontstaan van een
endocriene autoimmuunziekte. (3p)
- Auto-reactieve B-cellen – productie auto-antistoffen (1p)
- Auto-reactieve cytotoxische T-cellen: directe aanval op doelwitcellen (1p)
- Auto-reactieve T-helper cellen: productie van cytokines met activatie van macrofagen (ook juist: productie INF-gamma) (1p)
Je bent AIOS Interne Geneeskunde. Er wordt op jouw afdeling een patiënt opgenomen met een longontsteking. Er blijkt sprake van een
pneumokokken pneumonie.
Welke drie laboratorium testen vraag je aan om de belangrijkste immuundeficiënties, die een risico vormen op het
ontwikkelen van een pneumokokken infectie, aan te kunnen tonen?
- HIV test
- Totaal IgG concentratie in serum
- Complement
Welke van de onderstaande stellingen bevat de juiste criteria voor de diagnose van Common Variable Immune Deficiency
(CVID)?
verlaagd IgG, verlaagd IgA en/of verlaagd IgM, leeftijd > 4 jaar, afwezige/verminderde polysaccharide vaccinatierespons, andere
oorzaken van hypogammaglobulinemie uitgesloten
Patiënten met een X-gebonden agammaglobulinaemie worden gekenmerkt door?
ernstige hypogammaglobulinemie, normale aantallen T-cellen en afwezigheid van B-cellen
Je bent kinderarts. Op je spreekuur zie je een jongen van 20 maanden oud. Hij wordt verwezen in verband met recidiverende infecties,
voornamelijk van de bovenste en onderste luchtwegen. Hij heeft inmiddels al 3 keer een pneumonie gehad, waarvoor hij werd opgenomen in
het ziekenhuis. Twee keer werd een ‘Streptococcus pneumoniae’ gekweekt, een keer werd geen verwekker geïdentificeerd. Alle keren werd
hij behandeld met antibiotica waarop hij goed herstelde. Daarnaast werd hij een aantal keer poliklinisch behandeld met antibiotica vanwege
otitis. Het valt op dat zijn groeicurve afbuigt in de afgelopen maanden.
1. Welke primaire immuundeficiëntie past bij deze kliniek? (1p)
2. Welke drie aanvullende onderzoeken zijn bij deze jongen geïndiceerd om dit te bevestigen? (3p)
3. Welke behandeling moet je starten? (1p
- X-gebonden agammaglobulinemie - XLA (1p)
- Aanvullende onderzoeken :
Immuunglobulines (1p)
Totaal aantal B-lymfocyten (1p)
Genetisch onderzoek (BTK-gen) (1p) - Behandeling :
Immuunglobuline suppletie therapie
n de eerste maanden van hun leven zijn kinderen gevoeliger voor bacteriële infecties dan oudere kinderen of volwassenen. Dit
heeft te maken met het feit dat het immuunsysteem van baby’s nog vrij onrijp is.
Welke bewering over de ontwikkeling van het immuunsysteem op jonge leeftijd geeft de beste verklaring voor de
genoemde gevoeligheid voor bacteriële infecties bij baby’s?
de lagere hoeveelheid IgG in het serum van baby’s stijgt pas na enkele jaren tot het volwassen niveau
Een patiënt wordt behandeld met anti-IL17 therapie.
Op welke van de onderstaande pathogenen heeft deze patiënt een verhoogd infectierisico?
candida
functie IL17:
Het activeren van immuuncellen zoals neutrofielen.
Het stimuleren van ontstekingsreacties, vooral bij auto-immuunziekten zoals psoriasis, reumatoïde artritis en ziekte van Crohn.
Het verdedigen tegen bepaalde schimmelinfecties zoals Candida.
Je bent dienstdoende arts op de afdeling SEH. Je ziet een 54-jarige vrouw die haar arm heeft gebroken bij een lichte val. De vrouw heeft
twee jaar geleden een niertransplantatie ondergaan en gebruikt sindsdien een aantal medicijnen.
Welke van de onderstaande medicijnen hebben meest waarschijnlijk de val van deze patiënte veroorzaakt?
prednison (osteoporose) en amlodipine (ca antagonist en kan voor duizeligheid zorgen)
Welke van onderstaande infecties is meest onwaarschijnlijk bij een patiënt die vijf maanden eerder een orgaantransplantatie
heeft ondergaan?
(Denk aan schema Fishman)
A Pneumocystis jirovecii infectie
B Toxoplasma infectie
C Cytomegalovirus infectie
D ‘Donor-derived’ infectie
donor derived is het antwoord, omdat deze reactie meestal binnen een maand al optreedt, wanneer een infectie direct van de donor wordt overgedragen.
Janus kinase (JAK) inhibitors worden gebruikt in de behandeling van psoriasis, reumatoïde artritis, en lupus erythematosus.
Wat is een belangrijke bijwerking van deze nieuwe groep immuunsuppressieve middelen?
herpes simplex virus
Je bent AIOS Interne Geneeskunde. Op jouw afdeling liggen 4 patiënten met een infectieziekte. De leeftijd van de patiënten en de
verwekkers van de infecties bij deze patiënten zijn:
1. 20-jarige vrouw met derde pneumokokken pneumonie in de laatste 2 jaar.
2. 40-jarige man met een toxoplasmosis cerebri
3. 50-jarige man met een pyelonefritis door Escherichia coli
4. 60-jarige vrouw met Clostridium difficile gastritis
Bij welke van deze vier patiënten is een cellulaire immuundeficiëntie de meest waarschijnlijke verklaring voor de infectie?
A 1
B 2
C 3
D 4
2 klopt! –> HIV mensen zijn hier extreem gevoelig voor
1 is B cel gemedieerd
Bij een T-cel gemedieerde rejectie horen typische afwijkingen in het biopt.
Wat is een, of wat zijn typische afwijking(en) bij T-cel gemedieerde rejectie?
- tubulitis
- vasculitis
- interstitieel infiltraat
Bij een community-acquired pneumonie wordt de CURB of AMBU-score berekend.
Wat voorspelt deze score?
kans op overlijden
Je bent huisarts op je spreekuur komt een 45-jarige man met een acute ontsteking van zijn knie. De knie doet veel pijn en is rood en
gezwollen. De andere gewrichten zijn normaal.
Welke twee diagnoses passen het best bij deze beschrijving?
jicht en septische artitis –.>omdat acuut is geen RA (en niet symmetrisch)
Op je spreekuur komt een 50-jarige vrouw met reumatoïde artritis. Zij is positief voor anti-CCP en IgM-RF en heeft al 15 jaar deze ziekte. Ze
gebruikt sulfasalazine en adalimumab. Ze heeft weinig klachten van de reumatoïde artritis, maar in het laatste half jaar heeft zij toenemend
last van dyspneu. Zij is hiervoor bij de cardioloog geweest, die geen cardiale verklaring kon vinden.
1. Noem twee mogelijke oorzaken voor de dyspneu gebaseerd op deze anamnese. (2p)
2. Noem twee testen die meest nuttig zijn voor vervolgonderzoek. (
Longbetrokkenheid …..
Interstitiële pneumonitis
Niet specifieke interstitiële pneumonie (NSIP)
Usual interstitial pneumonia (UIP)
Bronchiolitis obliterans organizing pneumonia (BOOP)
(1pt per correct antwoord. Maximaal 2 punten).
Combinatie van …..
Ct-thorax of X-thorax (1pt) en
Longfunctie (1pt