Basic Business English Part 1 (A-C) Flashcards

(142 cards)

1
Q

Veel kans

A

A good chance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Absoluut

A

Absolutely

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Vergezellen

A

To accompany

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Opeenstapeling

A

Accumulation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Nauwkeurige voorspelling

A

Accurate forecast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bereiken

A

To achieve

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Blijvende verandering bereiken

A

To achieve Lasting change

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Prestatie

A

Achievement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kennis

A

Acquaintance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Verantwoordelijk handelen

A

To act responsibly

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eigenlijk, feitelijk

A

Actually

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zich aanpassen aan

A

To adapt to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Zich aanpassen aan

A

To adjust to

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Beheren

A

To administer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Promotie, vooruitgang

A

Advancement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Adviseren

A

To advise

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Beïnvloeden

A

To affect

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Nadien

A

After that

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Vergaderagenda

A

Agenda

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Eeuwigheid

A

Ages

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Al bij al

A

All in all

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Onzeker, tegenstrijdig

A

Ambivalent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Analyseren

A

To analyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Solliciteren

A

To apply for a job

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Bang
Anxious
26
Trouwens
Anyway
27
Sollicitant
Applicant
28
Leertijd
Apprenticeship
29
Aanpak
Approach
30
Arrogant
Arrogant
31
Dankzij
As a result of
32
Van zodra
As soon as
33
Gerustellen
To assure
34
Na een tijdje
As time went by
35
Zoals bekend
As you all know
36
Assertiviteit
Assertiveness
37
In verband met
Associated with
38
Op een gestaag tempo
At a steady pace
39
In eerste instantie
At first
40
Een vergadering bijwonen
To attend a meeting
41
Bewust van
Aware of
42
Achtergrond
Background
43
Afdingen
To bargain
44
Op het spel staan
To be at stake
45
Er zitten aan te komen
To be bound to
46
Er ongetwijfeld zijn
To be certain to
47
De toestemming krijgen om ergens aan te beginnen
To be given the go ahead
48
Goed overweg kunnen met
To be good with
49
Contact hebben
To be in contact
50
Moeten afvloeien
To be made redundant
51
Regels naar zijn hand zetten
To bend the rules
52
Voordelig
Beneficial
53
Er voordeel uit halen
To benefit
54
Succesvol zijn in iets
To be successful at doing something
55
Het geval zijn
To be the case
56
Mee bezig zijn
To be up to
57
Gewend zijn aan
To be used to doing
58
Op zijn hoede zijn voor
To be wary of
59
Welkom zijn om te
To be welcome to
60
Terdege bewust zijn van
To be well aware of
61
Bestuur van bedrijf
Board
62
Reserveren
To book
63
Brainstorm
Brainstorming
64
Uitbreiden naar
To branch out
65
Merk
Brand
66
Uitsplitsing
Breakdown
67
De wet overtreden
To break the law
68
Wegvallen
To break up
69
Omkoping
Bribery
70
Veroorzaken
To bring about
71
Budgetbeperkingen
Budget constraints
72
Begrotingstekort
Budget deficit
73
Een relatie opbouwen
To build relationships
74
Ondernemingsmodel
Business model
75
Uitbesteden van bedrijfsprocessen
Business process outsourcing
76
Zakelijke onderneming
Business venture
77
Terugbellen
To call back
78
Opbellen over
Calling about
79
Een beroep doen op
To call on
80
Capaciteit
Capacity
81
Vangen
To capture
82
Carrièrevooruitzichten
Career prospects
83
Kaste
Caste
84
Halen
To catch
85
Traiteur
Catering company
86
Voorzichtig
Cautious
87
Verandering van richting
Change of direction
88
Liefdadigheid
Charity
89
Babbelen over
To chat about
90
Verduidelijken
To clarify
91
Onkostenrekening van de klant
Client expense accounts
92
Dichter bij huis
Closer to home
93
Samenwerken met
To collaborate with
94
Samenwerking
Collaboration
95
Collectivistisch
Collectivist
96
Gevecht
Combat
97
Toevallig gebeuren
To come about
98
Overkomen
To come across
99
Vorderen
To come along
100
Beginnen
To commence
101
Toewijding om te doen
Commitment to doing
102
Communicatie
Communication
103
Concurreren met
To compete with
104
Concurrentievoordeel
Competitive edge
105
Concurrentiële prijzen
Competitive prices
106
Concurrentiekracht
Competitiveness
107
Volledig
Completely
108
Complex
Complex
109
Naleven
To comply with
110
Bezorgd
Concerned
111
Een vergadering houden
To conduct a meeting
112
Bevestigen
To confirm
113
Verbinden
To connect
114
Gevolg
Consequence
115
Behoud
Conservation
116
Alle opties overwegen
Consultation
117
Contractuele arbeider
Contract worker
118
Bijdragen
To contribute
119
Overtuigen
To convince
120
Overtuigd
Convinced
121
Aankunnen
To cope with
122
Hoofdactiviteiten
Core activities
123
Lokaal winkeltje
Corner shop
124
Bedrijfsimago
Corporate image
125
Maarschappelijk verantwoord ondernemen
Corporate social responsibility
126
Briefwisseling
Correspondence
127
Corruptie
Corruption
128
Kostenbesparende maatregelen
Cost-cutting measures
129
Kostenbesparing
Cost-savings
130
Inspringen voor
To cove for
131
Maken
To create
132
Een indruk geven
To create an impression
133
Creatief
Creative
134
Geloofwaardigheid
Credibility
135
Cruciaal
Critical
136
Kritiek
Criticism
137
De grens overschrijden
To cross the line
138
Cruciaal
Crucial
139
Momenteel
Currently
140
Gebruik
Custom
141
Bezuinigen, snoeien
To cut back
142
Kosten reduceren
To cut costs