Basic Business English Part 2 (D-I) Flashcards
(150 cards)
1
Q
Schadelijk
A
Damaging
2
Q
Deadline
A
Deadline
3
Q
Behandelen
A
To deal with
4
Q
Bedriegerij
A
Deception
5
Q
Kiezen tussen twee dingen
A
To decide between two things
6
Q
Beslissen over
A
To decide on
7
Q
Besluitvaardigheid
A
Decisiveness
8
Q
Aftrek
A
Deduction
9
Q
Zeker en vast
A
Definitely
10
Q
Vertraging
A
Delay
11
Q
Mijn beslissing uitstellen
A
To delay my decision
12
Q
Opgetogen
A
Delighted
13
Q
Vraag
A
Demand
14
Q
Ondanks
A
Despite
15
Q
Onbevooroordeeld
A
Detached
16
Q
Gegevens
A
Details
17
Q
Vastberaden
A
Determined
18
Q
Ontwikkelen
A
To develop
19
Q
Ontwikkelingsland
A
Developing nation
20
Q
Ontgoocheld
A
Disappointed
21
Q
Met korting
A
Discounted
22
Q
Discriminatie
A
Discrimination
23
Q
Oneerlijk
A
Dishonest
24
Q
Afgeleid
A
Distracted
25
Verstrooiing, afleiding
Distraction
26
Schenken
To donate
27
Twijfelachtig
Doubtful
28
Nadeel
Downside
29
Afslanken
To downsize
30
Nadeel
Drawback
31
Voortborduren op
To draw on
32
Ontwerpen
To draw up
33
Droomjob
Dream job
34
Kleuren, verven
To dye
35
Uit eten gaan
To eat out
36
Economie
Economy
37
Gevolg
Effect
38
Egalitarisch, gelijk
Egalitarian
39
Opduiken
To emerge
40
Opkomende economie
Emerging economy
41
Tewerkstellen
To employ
42
Inzetbaarheid
Employability
43
Inzetbaar
Employable
44
Werknemer
Employee
45
Werkgever
Employer
46
Tewerkstelling
Employment
47
Aansporen
To encourage
48
Naar iets informeren
To enquire about something
49
Enthousiasme
Enthusiasm
50
Volledig
Entirely
51
Uitrusting
Equipment
52
Vaststellen
To establish
53
Oprichten
To establish
54
Gevestigd
Established
55
Schatten
To estimate
56
Schatting
Estimate
57
Ethiek
Ethics
58
Mentaliteit
Ethos
59
Bedrijfsactiviteiten uitbreiden
To expand operations
60
Uitgaven
Expenditure
61
Duur
Expensive
62
Benutten
To exploit
63
Exportgroei
Export growth
64
Extern
External
65
Uitermate
Extremely
66
Eerlijkheid
Fairness
67
Achter op schema staan
To fall behind on schedule
68
Vertrouwd met
Familiar with
69
Blunder
Faux pas
70
Gunstig
Favourable
71
Kenmerken
Features
72
Mede-
Fellow
73
Financiële steun
Financial backing
74
Flexibel
Flexible
75
Gefocust
Focused
76
Focussen op
To focus on
77
Stof om over na te denken
Food for thought
78
Zich een mening vormen
To form an opinion
79
Formeel
Formal
80
Vroeger
Forward
81
Oprichter
Founder
82
Klein deeltje
Fraction
83
Vrijmaken
To free up
84
Een aanverwingsstop doorvoeren
To freeze recruitment
85
Gemakkelijk te gebruiken
Functional
86
Bovendien
Furthermore
87
Verkrijgen
To gain
88
Gat in de markt
Gap in the market
89
Opbrengen
To generate
90
Generatie
Generation
91
Vrijgevigheid
Generosity
92
Oprecht
Genuinely
93
Bedoelen
To get at
94
Terugkeren
To get back
95
Verschillende meningen bekijken
To get different perspectives
96
Duidelijkheid scheppen
To get something straight
97
De kans krijgen
To get the opportunity
98
Doorheen geraken
To get through
99
Glazen plafond
Glass ceiling
100
Doorgaan
To go ahead with
101
Oncontroleerbaar worden
To go out of control
102
Over budget gaan
To go over budget
103
Een beursgenoteerd bedrijf worden
To go public
104
Hebzucht
Greed
105
Doorgroeimogelijkheid
Growth opportunity
106
Garanderen
To guarantee
107
Raden
To guess
108
Begeleiding
Guidance
109
Grondbeginselen
Guiding principles
110
Telefoontoestel
Handset
111
De hoorn inhaken
To hang up
112
Bekijken
To have a look at
113
Een reputatie hebben
To have a reputation
114
Toegang hebben tot
To have access to
115
Invloed hebben op
To have an impact on
116
Vertrouwen hebben in iemands oordeel
To have confidence in somebody’s judgment
117
Hiërarchisch
Hierarchical
118
Belangrijke winkelstraat
High street
119
Sterk aanbevolen
Highly recommended
120
Tegen een probleem aanlopen
To hit a problem
121
Gastheer
Host
122
Vijandig
Hostile
123
Ideaal
Ideal
124
Uitvoeren
To implement
125
Verbeteren
To improve
126
Impulsief
Impulsive
127
Stijgen met
To increase by
128
Aantonen
To indicate
129
Ergens voor zijn
In favour of
130
Integreren in
To integrate into
131
Tolken
To interpret
132
Uiteindelijk
In the end
133
In contact
In touch
134
Aansporing
Incentive
135
Ongeloofelijk
Incredibly
136
Onbeslist
Indecisive
137
Individualistisch
Individualistic
138
Ondoeltreffend
Ineffective
139
Geïnformeerd
Informed
140
Intern
In-house
141
Eerste
Initial
142
Initiatief
Initiative
143
Innovatie
Innovation
144
Instinctief
Instinctive
145
Verzekering
Insurance
146
Investeringsfonds
Investment fund
147
Uitnodigen voor
To invite to
148
Met zich meebrengen
To involve
149
Blijkbaar
It seems
150
Reisplan
Itinerary