Basisprincipes: mensbeeld Flashcards
(29 cards)
de twee basisassumpties in het psychodynamische mensbeeld
- psychische gelaagdheid –> symbolische manier
- drie-eenheid tussen verborgen gevoel-angst-afweer
psychische gelaagdheid (2)
- een mens bestaat uit meerdere ‘lagen’ van psychisch ‘materiaal’ –> de ene laag meer bewust dan de andere
- bewuste, voorbewuste en onbewuste betekenislijnen zijn werkzaam in de psyche van de mens + treden in interactie met de relationele dynamieken van belangrijke anderen
menselijke psychische huishouding is gericht op (3)
- bewaren van evenwicht en grip,
- bewaren van zelfwaardegevoel
- omgaan met affecten en spanning die uitgelokt worden door de betekenis van: (1) externe gebeurtenissen, (2) interne kwesties zoals angsten, verlangens, wensen, noden, chaos, complexe en ambivalente gedachten
= homeostase
(omgekeerde) conflictdriehoek van Malan (5)
- verdedigingsmechanismes om deze homeostase te behouden
- vertrekt van verborgen gevoel of impuls waaruit een intrapsychisch conflict begint te groeien
- conflict tussen verborgen gevoel en bepaalde realiteitseisen: roept angst op
- die angst vormt dan de motor om onbewuste verdedigingsmechanismen in gang te zetten
- verdedigingsmechanismen dienen om angst niet te voelen, niet bewust te worden van intrapsychisch conflict, om verborgen gevoelens niet te voelen
drie-eenheid van verborgen gevoel-angst-afweer = motor voor verdediging (5)
- ik-kern die moeilijk gevoel waarneemt
- signaalangst, nog geen paniek, wel onderliggende angst/schuld of ambivalentie door de verborgen verlangens
- zelfwaardegevoel hierdoor onder druk
- poging tot bemeestering van signaalangst via de basis ik-functies (denken, motoriek, impulscontrole, frustratietolerantie, …)
- eerst verdediging van gezondere vorm proberen, indien deze faalt overgaan naar primitievere vorm van verdediging
defensie: twee aspecten (2)
- verdedigingsaspect: behoud van homeostase in functioneren en van zelfwaardegevoel
- uitdrukkingsaspect: symptoom, uitingsvorm van verlangen en affect, al is die vervormd –> op die manier is onaanvaardbaar gevoel/verlangen onbewust en komt het tot uiting in een verdraagbare vorm
verdedigingsmechanismen: gebruik (2)
- om zich te reguleren + beschermen tegen stress, angst, frustraties van alledaags leven en van ontwikkelingsfase, inter- en intrapersoonlijke conflicten
- problematisch indien: voortdurend of te uitvergroot gebruikt, ook als dreiging er niet meer is –> leidt tot aanpassingsproblemen, neurotisch gedrag, psychopathologie, relationele problemen, etc
psychodiagnostiek in PDT (3)
- vanuit dimensionele, structurele benadering, i.p.v. categoriale, descriptieve benadering
- dimensionele, structurele benadering: continuïteit tussen normale en psychopathologische ontwikkeling, en op basis van ‘de bodem’ waarop bepaalde problemen/klachten/stressoren vallen (PDM)
- categoriale, descriptieve benadering: deelt mensen in in categorieën, op basis van beschrijvingen van symptomen en symptoomclusters (DSM)
voordelen categoriaal/descriptief versus dimensioneel/structureel
C.D:
- gemeenschappelijke taal (-: te snel denken dat je elkaar verstaat)
- gekoppelde maatregelen of behandelprotocollen (-: niet transdiagnostisch)
D.S.:
- alle voordelen die klassieke psychodiagnostiek nog niet heeft
nadelen categoriale/descriptieve benadering versus dimensionele/structurele benadering
C.D:
- pathologiserend, stigmatiserend
- geen verklaring voor veelvoorkomende comorbiditeit
- zegt niets over etiologie, biedt geen aanknopingspunten voor therapie
D.S.:
- nog niet ruim aanvaard
primitieve verdedigingsmechanismen (2)
- ontwikkelen vroeger
- voornamelijk te maken met de grens tussen zelf/intern en ander/extern, waardoor de externe/objectieve realiteit gekleurd en vervormd wordt
primitieve verdedigingsmechanismen: vormen (6)
- splitting
- projectie
- projectieve identificatie
- primitieve ontkenning/loochening
- dissociatie
- acting out (turning passive into active)
primitieve verdedigingsmechanismen: splitting (4)
- realiteit splitsen in goed of slecht, zwart of wit: geen ambivalentietolerantie
- één moment van frustratie of mismatch met andere persoon maakt persoon inherent slecht
- klinisch: typisch bij borderline
- niet alleen tussen mensen, er wordt heel vaak geswitcht
primitieve verdedigingsmechanismen: projectie (2)
- in andere mensen je eigen tekortkomingen zien
- ongewensten eigenschappen die je van jezelf niet kan aanvaarden of plaatsen, worden bij iemand anders gezet
primitieve verdedigingsmechanismen: projectieve identificatie (3)
- projectie: eigen negatieve eigenschappen bij andere mensen plaatsen
- identificatie: projecteren op zo’n manier dat de andere niets kan dan zich ermee te identificeren
- projectie van moeilijk gevoel, identificatie want andere persoon begint te twijfelen aan eigen ervaringen
primitieve verdedigingsmechanismen: primitieve ontkenning/loochening (2)
- ernst of mogelijke ernst van iets ontkennen
- bijvoorbeeld: Corona: het is maar een griepje
primitieve verdedigingsmechanismen: dissociatie (1)
- psychische/mentale zelf afsnijden van realiteit die te moeilijk is
primitieve verdedigingsmechanismen: acting out (3)
- letterlijk: uit-ageren
- dat wat je niet psychisch kan dragen, tonen in gedrag
- vluchten in drugs, alcohol, automutilatie, eetproblematieken
mature verdedigingsmechanismen (2)
- ontwikkelen later
- voornamelijk te maken met interne grenzen, bijvoorbeeld tussen ego-superego en id, tussen observerende-ervarende delen ego, waardoor enkel gevoel, maar niet externe realiteit, gekleurd en vervormd wordt
mature verdedigingsmechanismen: vormen (9)
- introjectie
- identificatie
- displacement
- isolatie van affect
- verdringing
- ongedaan maken
- reactieformatie
- subliminatie
- humor
mature verdedigingsmechanismen: introjectie en identificatie (4)
- omgekeerde van externalisatie
- beiden over toekennen van eigenschappen van iemand anders aan jezelf
- introjectie: eigenschappen toeschrijven aan andere persoon: in die eigenschappen lijk ik op mijn moeder
- identificatie: toe-eigenen van eigenschappen van iemand anders
mature verdedigingsmechanismen: displacement (2)
- verschuiven van gevoel dat bedoeld is voor één persoon, richten op iemand anders omdat het misschien niet veilig is om het gevoel te uiten naar de eerste persoon
- enorm kwaad op baas, kan kwaadheid niet tonen want misschien ontslag, kwaadheid richten naar partner
mature verdedigingsmechanismen: isolatie van affect (2)
- rationalisatie: aandragen van rationele argumenten om iets uit te leggen dat je moeilijk vindt om te verdragen (slecht voelen en denken aan depressie, zorgen wegwuiven door rationele argumenten aan te koppelen)
- intellectualisatie: klemtoon leggen op rationele, om het affect af te splitsen en enkel te focussen op het rationele (zware diagnose gekregen, i.p.v. om te gaan met emotionele impact, behandelmethoden opzoeken om affect en cognitie te splitsen)
mature verdedigingsmechanismen: verdringing (2)
- het gevoel dat je erg moeilijk vindt naar onbewuste drukken
- weken op voorhand voorbereiden van sessie, op de dag van de sessie toch vergeten