begrippen hfdst 5 Flashcards

(34 cards)

1
Q

Waarom is hechting van belang

A

bepaal hoe we met ons zelf en andere omgaan
basis voor zelfexploratie
hersenontwikkeling
emotieregulatie
persoonlijkheidsontwikkeling
coping strategieën

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat als de hechting slecht is bij jezelf

A

Ik ben geen aandacht of liefde waard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat als de hechting slecht is bij andere

A

andere slecht vertrouwen, niet beschikbaar, afwijzend, onbetrouwbaar, afstandelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

+ andere en + jezelf

A

veilig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  • andere en + jezelf
A

vermijdend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

+ andere en - jezelf

A

gepreoccupeerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  • andere en - jezelf
A

angstig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

veilige hechting

A

autonomie en verbondenheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

gepreoccupeerde hechting

A

behoefte waardering en erkenning
zelfacceptatie door acceptatie van andere
hypergevoelig voor stress en bedreiging, angst, conflictueuze en stormachtige relaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

angstige hechting

A

intiem contact
weigeren uit angst, afwijzing, gekwetst worden
opvoeder zelf angstig/ beangstigd
scheiding
chronische ellende

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

vermijdende hechting

A

schijnbaar gevoel van afhankelijkheid en onkwetsbaarheid
geen vertrouwen in beschikbaarheid opvoeder
boosheid frustratie, kwetsbaarheid -> afweer intimiteit
kille/ afwijzende/ opdringerige/ controlerende moeders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ambivalente hechting

A

alles voor nabijheid, abrupt contact verbreken
klein en onzeker maar grote mond
willen hechten, bang voor teleurstelling
weinig interesse naar elkaar
aantrekken en afstoten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

toegeeflijke ouder

A

impulsief/ woedend kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

impulsief/ woedend kind

A

toegeeflijke ouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

begrijpende ouder

A

open en speels kind

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

open en speels kind

A

begrijpende ouder

17
Q

liefhebbende ouder

A

blij en competent kind

18
Q

blij en competent kind

A

liefhebbende ouder

19
Q

beschermende ouder

20
Q

loyaal kind

A

beschermende ouder

21
Q

overbezorgde ouder

22
Q

onzeker kind

A

overbezorgde ouder

23
Q

Autoritaire ouder

A

aangepast kind

24
Q

aangepast kind

A

Autoritaire ouder

25
Straffende ouder
verongelijkt kind
26
verongelijkt kind
Straffende ouder
27
gewelddadige ouder
geïntimeerde kind
28
geïntimeerde kind
gewelddadige ouder
29
verwaarlozende ouder
verloren kind
30
verloren kind
verwaarlozende ouder
31
inconsequente ouder
lastig kind
32
lastig kind
inconsequente ouder
33
onbetrouwbare ouder
instabiel kind
34
instabiel kind
onbetrouwbare ouder