begrippen hoofdstuk 2 vwo 2 Flashcards
(53 cards)
sedimentgesteente
gesteente dat is ontstaan uit materiaal dat aangevoerd is door ijs, water of wind
Endogene krachten
kracht die de aardkorst van binnenuit veranderd
breuken
barst of scheur in de aardkorst
aardkorst
dunne laag gesteente om de aarde, met een dikte van gemiddeld 8 km onder oceanen en 35 km onder continenten.
schollen
stuk van de aardkorst
plaat
stuk van de aardkorst
metamorfe gesteente
stollings- of afzettingsgesteente dat onder invloed van hoge druk en/of hoge temperatuur andere eigenschappen heeft gekregen.
jong gebergte
gebergte dat pas enkele tientallen miljoenen jaar oud is.
oud gebergte
gebergte dat enkele honderden miljoenen jaren oud is.
exogene krachten
kracht die de aardkorst van buitenaf verandert
verwering
het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei
verweringsmateriaal
puin dat ontstaat bij verwering
erosie
het uitschuren en afschuren van hard gesteente door met verweringsmateriaal geladen water , ijs of wind
sedimentatie
afzetting van materiaal dat is meegenomen door water, wind of ijs
gletsjers
enorme ijsmassa die langzaam naar beneden schuift
ijstijd
koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen
glaciaal
koude periode waarin zich op het land uitgestrekte ijskappen vormen
neerslag
water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring (atmosfeer? op aarde neerkomt.
firn
korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw
firnbekken
verzamelbekken van overjarige sneeuw, hoog in de bergen.
mechanische verwering
het uiteenvallen van het gesteente waarbij de samenstelling van het gesteente niet verandert.
zijmorenen
gletsjerpuin aan de zijkant van een gletsjer
grondmorenen
sediment dat onder het ijs ligt en dat achterblijft als de gletsjer smelt.
eindmorenen
verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit heeft geschoven en dat na het afsmelten van de gletsjer is blijven liggen.