begrippen week 1

Question 1

Droit de suite

Answer 1

mogelijkheid om absoluut recht te handhaven tegen opvolgers onder bijzondere titel

Question 2

Droit de preference

Answer 2

absolute rechten bij faillissement voorrang op relatieve rechten -> eigenaar recht handhaven buiten faillissement

Question 3

opvolging onder bijzondere titel

Answer 3

specifieke vermogensbestanddelen overgedragen, in romeinsrecht alleen zakelijke rechten overdraagbaar, met uitzonderingen zoals vruchtgebruik. Tegenwoordig ook vorderingsrechten overdraagbaar.

Question 4

Lichamelijke zaken

Answer 4

tastbare objecten

Question 5

onlichamelijke zaken

Answer 5

vermogensrechten

Question 6

Aan het rechtsverkeer onttrokken zaken

Answer 6

Sommige zaken, zoals religieuze objecten, openbare infrastructuur en natuurlijke elementen (zee, lucht), kunnen niet in eigendom worden genomen en blijven toegankelijk voor iedereen.

Question 7

roerende zaken

Answer 7

roerend is alles wat niet onroerend is.

Question 8

onroerende zaken

Answer 8

onroerend is grond en alles wat daarmee duurzaam verbonden is

Question 9

res mancipi

Answer 9

(grond, slaven, tamme dieren, erfdienstbaarheden)

Question 10

absolute werking

Answer 10

rechten op goederen voor iedereen in te roepen

Question 11

relatieve rechten

Answer 11

slechts tegenover bepaald persoon

Question 12

registergoed

Answer 12

voor overdracht of vestiging inschrijving van opgemaakte notariële akte in daartoe bestemde openbare register vereist

Question 13

genotsrecht

Answer 13

rechthebbende recht op gebruik en genot van de zaak

Question 14

zekerheidsrechten

Answer 14

rechthebbende zekerheid ter verzekering van vordering