romeinse termen Flashcards
(19 cards)
1
Q
Tradens
A
leveren
2
Q
Accipiens
A
accepteren
3
Q
Ius gentium
A
het recht van de volkeren
4
Q
Ius naturale
A
het natuurlijk recht
5
Q
Ius civile
A
het recht van de Romeinen
6
Q
Iusta causa
A
rechtsgrond
7
Q
Rei vindicatio
A
ontbreken zakelijke actie
8
Q
Condictio
A
persoonlijke actie
9
Q
Traditio
A
materiële overhandiging
10
Q
Animus
A
intentie
11
Q
Numerus clausus
A
gesloten systeem
12
Q
Nemo plus
A
niemand kan meer rechten overdragen dan hij heeft
13
Q
Brevi Manu
A
met de korte hand
(3:115 sub b)
14
Q
Longa Manu
A
met de lange hand
(3:115 sub c)
15
Q
Consitutum possessorium
A
(3:115 sub a)
16
Q
Res mancipi
A
eigendomsoverdracht door formele en rituele handeling
17
Q
Res nec mancipi
A
goederen zonder formele overdracht
18
Q
Detentor
A
houder voor iemand anders
19
Q
Occopatio
A
inbezitneming